Valkenisse, van~ | 1223-06-15

v.d. Bergh I no 280

Achternamenindex

graaf Floris en Boudewijn graaf van Bentheim verklaren dat Elewoud heer Arnoudsz, zijn broer Henricus, Walterus Belart en zijn broers, Willemannus filius Kempen [van Valkenisse ?] en zijn broers hun recht van naasting op de hof te Warda aan de kerk van Dunes hebben afgestaan

Stiveric | 1223-06-15

v.d. Bergh I no 280

Achternamenindex

graaf Floris en Boudewijn graaf van Bentheim verklaren dat Elewoud heer Arnoudsz, zijn broer Henricus, Walterus Belart en zijn broers, Willemannus filius Kempen en zijn broers hun recht van naasting op de hof te Warda aan de kerk van Dunes hebben afgestaan; onder de getuigen: Monin Stiveric [Steneric]

Cruyningen, van | 1226-05-07

v.d. Bergh I no 297, 352

Achternamenindex

graaf Floris IV en Boudewijn van Bentheim veroordelen het gedrag van enige mannen van Cruyningen, namelijk de broers Thancardus, Everdey en Lois, zoons van Remboldus zoon van Wolpoldi, Wilhelmus Hendriksz en zijn broer Remboldus, met Wilhelmus Bast, die de monniken van Ter Does in het bezit van Morlodenesse gewelddadig hadden gestoord, en sterken de abt in het bezit. Genoemd: Wulphardus miles de Cruninghe. Actum apud Crabbendike; 1234-11: Godefridus de Cruninge verklaart dat deze mannen voor hem hun onrecht hadden erkend

testes: Theodericus de Vooren, Otto senescalius Zelandiae, Cossimus de Sirisce, Mandwinus, Ghenekinus, milites; Wulphardus de Burght, Oemodus, Petrus de Scoude, Thanhardus de Warda, Walterus Belard, Merlinus de Vlaca, Theoderoicus de Scalda, Hugo filius Henrici

Beelaert | 1226-05-07

v.d. Bergh I no 297

Achternamenindex

graaf Floris IV en Boudewijn van Bentheim veroordelen het gedrag van enige mannen van Cruyningen, die de monniken van Ter Does in het bezit van Morlodenesse gewelddadig hadden gestoord, en sterken de abt in het bezit

testes: Theodoricus de Vorren, Otto senescalcus Zelandiae, Cossinus de Sirixe, Mandwinus, Ghenekinus, milites; Wulphardus de Burght, Deinodus, Petrus de Scoude, Thankardus de Warda, Walterus Belard, Merlinus de Vlaca, Theodericus de Scalda, Hugo filius Henrici

Bentheim, van | 1226-05-07

v.d. Bergh I no 297

Achternamenindex

graaf Floris IV en Boudewijn van Bentheim veroordelen het gedrag van enige mannen van Cruyningen, die de monniken van Ter Does in het bezit van Morlodenesse gewelddadig hadden gestoord, en sterken de abt in het bezit. Actum apud Crabbendike

testes: Theodoricus de Vorren [van Voorne], Otto senescalcus Zelandiae, Cossimus de Sirixe, Mandwinus, Ghenekinus, milites; Wulphardus de Burght, Deimodus, Petrus de Scoude, Thanhardus de Warda, Walterus Belard, Merlinus de Vlaca, Theodericus de Scalda, Hugo filius Henrici

Burgh, van | 1226-05-07

v.d. Bergh I no 297

Achternamenindex

graaf Floris IV en Boudewijn van Bentheim veroordelen het gedrag van enige mannen van Cruyningen, die de monniken van Ter Does in het bezit van Morlodenesse gewelddadig hadden gestoord, en sterken de abt in het bezit

testes: Theodoricus de Vorren, Otto senescalcus Zelandiae, Cossimus de Sirixe, Mandwinus, Ghenekinus, milites; Wulphardus de Burght [van Welle ?], Deinodus [Corthals], Petrus de Scoude, Thankardus de Warda, Walterus Belard, Merlinus de Vlaca, Theodericus de Scaldo, Hugo filius Henrici