29 resultaten
Hogendorp, van | 1434-10-04
De Blecourt: Memoriale Rosa no 234
Achternamenindex
jvr Belye van Haerlem, gehuwd met Philips Hughenz, hield in leen van Pelgrim Loefsz een tiende te Heyloo. In de strijd tussen Jacoba en Philips verliet zij met haar man het land. Na de zoen tussen Jacoba en Philips eiste zij haar leen terug. Pelgrim Loefsz stelde dat de tiende hem was aanbestorven en dat jvr Belia die niet van haar broer geerfd kon hebben. Het Hof wees de tiende toch, op grond van de zoen, aan jvr Belia toe
Pelgrim, zoon van Ysbrand Loef, die wederom een zoon was van Arnoud Wilde en Alverade van Hoghendorp [Pelgrimsdochter ?]; hij komt ook voor als Pelgrim van Hogendorp en had een zoon Loef
Haerlem, van | 1434-10-04
De Blecourt: Memoriale Rosa no 234
Achternamenindex
jvr Belye van Haerlem, gehuwd met Philips Hughenz, hield in leen van Pelgrim Loefsz een tiende te Heyloo. In de strijd tussen Jacoba en Philips verliet zij met haar man het land. Na de zoen tussen Jacoba en Philips eiste zij haar leen terug. Pelgrim Loefsz stelde dat de tiende hem was aanbestorven en dat jvr Belia die niet van haar broer geerfd kon hebben. Het Hof wees de tiende toch, op grond van de zoen, aan jvr Belia toe
Wijngaard, van den | 1522-1523
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 314
Achternamenindex
Jan van den Wyngaert had voor het gerecht van Dalem een proces gevoerd met Gerrit de Jonge over land aldaar. Sequesters aangesteld om dit land te verpachten en in 1519 verpacht aan Aernt Willem Yeuwenz; 1520-04-19: wees het gerecht het land aan Gerrit de jonge, aan wie de pachter voortaan de pacht betaald. Voor het gerecht van Gorinchem eiste Jan betaling van de pacht aan hem, doch deze eis werd afgewezen. Jan ging in beroep bij het Hof van Holland
Wijngaarden, van | 1504-02-16 (1503)
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 392
Achternamenindex
erven van Margriet van Wyngaerde contra Gillis en Jacob van Cralingen: beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland, dat een verzoek van eisers om een voor het Hof hangend proces over de erfenis van Margriete van Wingaerden, naar het gerecht van 's Gravenhage, in plaats van het sterfhuis te verwijzen, van de hand wees; voor de Grote Raad bieden verweerders aan de zaak naar het gerecht van 's Gravenhage te doen verwijzen hetgeen nu door eisers wordt geweigerd; zaak naar gerecht 's Gravenhage verwezen
Coebel | 1546-1554
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 492
Achternamenindex
Dirk Coebel van der Loo, wonende in den Haag, begon een calkoven te bouwen aan de westzijde van de weg van Leiden naar den Haag; klacht van Leiden bij de landvoogd dd 1546-03-27; het Hof wees een commissaris aan die 1546-04-05 beval de bouw te staken, maar de bouw was reeds klaar. Toen verbod om kalk te produceren; 1546-07-19: vernietigde het Hof dit verbod; vele kwesties en uitspraken; 1551-12-22: bepaalde het Hof, geen kalk branden binnen 1000 roeden; voor het afbreken eiste Dirk 450 gld, Leiden bood 200 gld, met consent om de oven als steenbakkerij te gebruiken
Nobelaer | 1532-1552
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 486
Achternamenindex
Cornelis Cornelisz Nobelaer, inwoner van Sommelsdijk, contra gildemeesters van het H Kruisgilde te Nieuw Hellevoet: Cornelis was pas 13 jaar oud toen zijn vader Cornelis Jacobsz Nobelaer in januari 1523 stierf; gildemeesters namen 6 gemeten land in bezit. Toen Cornelis meerderjarig werd, procedeerde hij hierover. De leenkamer van Voorne wees op 1532-06-11 zijn eis af. Het Hof gaf hem op 1549-03-11 gelijk en beval restitutie aan hem van de 6 gemeten. Hij eiste de vruchten van het land sedert de dood van zijn vader en het Hof willigde deze eis 1551-06-30 in. Toen gildemeesters onwillig bleven, werden zij gegijzeld
Does, van der | 1540, 1568-1569
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 427
Achternamenindex
Adriaen van der Does namens de abdij Rijnsburg contra Jan van Noirtich, Warnaer van der Does en Claes van Borssele voor zijn vrouw, erfgenamen van Dirck van der Does: Lysbet, zuster van Adriaen, non te Rijnsburg, had bij testament al haar goederen aan de abdij vermaakt; aan haar broer Dirk had zij geleend, dat de abdij opeiste; het Hof van Holland wees deze eis af, daarvan beroep bij de Grote Raad; 1568-04-27: de koning geeft aan Adriaen van der Does, baljuw van Schieland, als erfgenaam van zijn oom Warnaer van der Does, stukken weiland in leen, met voorbehoud van zijn recht van erfpacht; 1569-05-07: de koning geeft aan Adriaen van der Does land te Heemskerk in leen
Tromper | 1537-1543
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 428
Achternamenindex
Dirk Govertsz Tromper en zijn vrouw Jacopmyne Pietersdochter verkochten aan de Augustynen te Dordrecht twee huizen, voor een lijfrente van 2 £ Vls per jaar. Het klooster betaalde de rente tot mei 1537. Dirc Govertsz was toen al overleden en zijn vrouw kwam om toen de klok van de Grote Kerk te Delft bij de brand omlaag kwam, ook de rentebrief raakte toen verloren. Hun zoon Frans Dirksz de Tromper werd te Rugge bij den Briel in het klooster opgevoed, en zijn vrouw eist nu namens hem uitbetaling van de rente aan hem. Het klooster beweerde dat de lijfrente slechts op 2 lijven was gesteld, terwijl eisers zeiden dat ze op drie was gesteld. De wet te Dordrecht wees de eis af. Eisers gingen in beroep bij het Hof van Holland
Cats, van | 1719-03-05
J. Belonje: Ter Coulster p 34, 43
Achternamenindex
jhr Willem Maurits van Cats trouwt te Scheveningen met Catharina barones van der Noot, sinds 1716 (als wees) erfvrouw van Hoogwoud en Aartswoud met Lambertschaag, dochter van de in Zweden gesneuvelde Lamoraal baron van Stiernberg en Maria Cornelia van Boetzelaer, vrouwe van Hoog- en Aartswoud; zij testeerde op 1725-05-23 te Hoogwoud voor notaris van Willigen, en overleed 1727-09. Hij schonk aan zijn heerlijkheid Hoogwoud in 1743 een verguld zilveren beker ter inwijding van het nieuwe raadhuis, wordt nog aldaar bewaard. De heerlijkheden Hoog- en Aartswoud kwamen na haar dood aan haar man Willem Maurits van Cats, die deze met fl 22500 moest bezwaren. Willem Maurits van Cats vermaakte in zijn testamenten van 1727, 1728 en 1730 zijn bezittingen aan "zijn neef" Jacob van Cats. Een zuster van Willem Maurits, nl Louise Hedweg van Cats maakt aanspraak op diens erfenis. Het proces tegen Jacob eindigde met een compromis: zij krijgt de heerlijkheid en maakt Jacob tot haar erfgenaam. 1757-10-26: Jacob wordt beleend