46 resultaten

Dalem, van | 1254-06-25

Ned Leeuw 1941 p 470; Inv Recht Arch no 1875 dl 2 fol 120v en 121
Achternamenindex

heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arckel, belenen heer Floris van Dalem ondermeer met het hoog en laag gerecht in Dalem en ⅓ deel van de grote en kleine tienden in het Nielant (zie 1360-02-05 in de Collectie Booth; zie Fruin Catal Recht Arch Utrecht no 1875, 2e deel fol 121). Vidimus gegeven door Philippus van Groenevelt, proost van Elst, op verzoek van Floris van Dalem, "schiltboortige man""onder Utrecht gezeten", die de brief in handen had, welke voorzien was van bovengenoemde zegels. Floris begeerde "desen brief wijt gecopieert te hebben van enen notarius gehieten Ghysbert van Beesde Jansz"

de broers Jan en Otto van Arkel, Hugo en Jan van der Lede, Nicolaas van Vuren, Wouter van Haeften, Arnoud, priester van Arkel, Lambert priester van Gorinchem, Jan priester van Oisterwijk, Gerard, ridder Heyligen (?Landes), Gerard van Alfen, Spaen van Kedichem, Brien van der Werken

Lede, van der | 1254-06-25

Ned Leeuw 1941 p 470/R.A.H. Inv Recht Arch vóór 1811 no 1875 dl 2 fol 120v en 121 (extracten Stichtse Leenregisters 1393-1528)
Achternamenindex

heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arckel belenen heer Floris van Dalem ondermeer met het hoog en laag gerecht in Dalem en ⅓ deel van de grote en kleine tienden int Nielant. "Ic Huge heer Jans broeder van Arckel hebbe dit gevestigd met heer Jans van Arckel, mijns broeders, zegel "

de broers Jan en Otto van Arkel, Hugo en Jan van der Lede, Nicolaas van Vuren, Wouter van Haeften (Hanetan?), Arnoud, priester van Arkel, Lambert priester van Gorinchem, Jan priester van Oisterwijk, Gerard, ridder Heyligen [Landes ?], Gerard van Alfen, Spaen van Kedichem, Brien van der Werken

Arkel, van | 1254-06-25

Ned Leeuw 1941 p 470/Inv Recht Arch vóór 1811 no 1875 dl 2 fol 120v, 121
Achternamenindex

heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arckel belenen heer Floris van Dalem ondermeer met het hoog en laag gerecht in Dalem en ⅓ deel van de grote en kleine tienden int Nielant. "Ic Huge heer Jans broeder van Arckel hebbe dit gevestigd met heer Jans van Arckel, mijns broeders, zegel "

de broers Jan en Otto van Arkel, Hugo en Jan van der Lede, Nicolaas van Vuren, Wouter van Haeften (Hanetan?), Arnoud, priester van Arkel, Lambert priester van Gorinchem, Jan priester van Oisterwijk, Gerard, ridder Heyligen (?Landes), Gerard van Alfen, Spaen van Kedichem, Brien van der Werken

(zie 1360-02-05 in de Collectie Booth; zie Fruin Catal recht arch Utrecht voor 1811, no 1875, 2e deel fol 121)

Botter | 1254-06-25

Ned Leeuw 1941 p 470; Inv recht arch vóór 1811 no 1875 dl 2 fol 120v en 121
Achternamenindex

heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arckel, belenen heer Floris van Dalem ondermeer met het hoog en laag gerecht in Dalem en ⅓ deel van de grote en kleine tienden in het Nielant. "Ic Huge heer Jans broeder van Arckel hebbe dit gevestigd met heer Jans van Arckel, mijns broeders, zegel "etc (zie 1360-02-05 in de Collectie Booth; zie Fruin Catal Recht Arch Utrecht voor 1811, no 1875, 2e deel fol 121)

de broers Jan en Otto van Arkel, Hugo en Jan van der Lede, Nicolaas van Vuren, Wouter van Haeften (Hanetan?), Arnoud, priester van Arkel, Lambert priester van Gorinchem, Jan priester van Oisterwijk, Gerard, ridder Heyligen (?Landes), Gerard van Alfen, Spaen van Kedichem, Brien van der Werken

Hornes, van | 1241-06-26

v.d. Bergh I no 381
Achternamenindex

Theodericus van Altena beeindigt zijn geschil met zijn ministeriales Nicolaus de Eme en diens zoon Henricus, onder verband van leisting; gijzelaars moeten te Woudrichem komen, deels te Dordrecht

borgen voor Nicolaas: Wilhelmus de Strina, Giselbertus de Ema, Sigerus de Almescotha, Bodynus de Dussen; borgen voor Dirk van Altena: Amilius de Werken, Sigerus villicus de Woudrichem en zijn zoon Rudolfus, Godefridus ducis de Werkendamme, Renerus Korthals de Woudrichem; getuigen: de broers Wilhelmus en Engelbertus de Horne, Hartbertus de Leda, Justacius de Brakel

Altena, van | 1241-06-26

v.d. Bergh I no 381
Achternamenindex

Theodericus van Altena beeindigt zijn geschil met zijn ministeriales Nicolaus de Eme en diens zoon Henricus, onder verband van leisting; gijzelaars moeten te Woudrichem komen, deels te Dordrecht

borgen voor Nicolaas: Wilhelmus de Strina, Giselbertus de Ema, Sigerus de Almescotha, Bodynus de Dussen; borgen voor Dirk van Altena: Amilius de Werken, Sigerus villicus de Woudrichem en zijn zoon Rudolfus, Godefridus Ducis de Werkendamme, Renerus Korthals de Woudrichem; getuigen: de broers Wilhelmus en Engelbertus de Horne, Hartbertus de Leda, Justacius de Brakel