42 resultaten

Ruwiel, van | 1346-06-01

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 400/Bijdr Hist Gen jg 1901 p 252/Reg EL 5 fol 75v
Achternamenindex

leen van Amstel: no 108) 20 morgen te Loenen ten Wiel, belend noord: Arnoud van de Anster, zuid: Jan Volkenz, beleend Loef van Ruwiel; 1388-04-09: Loef van Ruwiel bij dode van zijn vader Loef, "zijnde een hoeve", belend boven: Jan Albertsz, beneden: Reinier Arnoutsz; 1390-01-16: Loef van Ruwiel te Breukelen met ledige hand, 18 morgen te Loenen aan de Vecht; 1407-12-06: Pieter Ruysch, burger van Utrecht bij overdracht door heer Loef van Ruwiel, gelegen bij de nieuwe sluis, beneden: Arnoud van de Anster; 1346-06-01: Loef van Ruwiel 1 gerecht en 1 tiende op de Lage Haar in de Zidewinde

Assendelft, van | 1453-09-28

Nibbelink no 166 p 103 t/m 106
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena beleent heer Gerrit van Assendelft, man van jvr Beatrix, dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht van Willem van Besoyen, als man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, tot de Midsloot toe, en met het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willemsland van Wielnesse in die Mijle aan het goed van Schobbe en Everocke tot Heynkensoord toe, met een stuk land genaamd de Nesse, en met visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

mannen van leen: Bartholomeus van Amerongen, Arent Spierinck van Well, Jan van Muylwijck Mathysz

Ackoy, van | 1507-06-01

Leenregister Ackoy fol 3/A.R.A. Alg Aanw 1924 II no 1
Achternamenindex

Johan heer van Ackoy oorkondt dat Cornelis Lambertsz hem heeft opgedragen een uterweert gelegen in de heerlijkheid Ackoy, tegen de waterpoort van Asperen, belend zuid: de Veerdam, noord: de gasthuysweert van Asperen plach te wesen, streckende van den dyck totter Linge toe, met een geheel visschery in den Wiel uytgescheyden metten segen te visschen. Behoudelick mij ende myne nacomelingen alsulcken erftyns als heer Willem van Meer seligen by synen leven daeruit heeft laten verthynsen met 40 sc sjaers ende een vette capoen. Vervolgens wordt Peter Henricsz man van de dochter van Cornelis voors beleend, tot een onversterfelijk erfleen, ten Zutphensche rechte, te verheergewaden met 1£ goets gelts. Behoudens Cornelis zijn lijftocht hieraan (vgl 1519-10-30)

mannen: Aelbert Storm en Stees Jansz

Altena, van | 1453-09-28

Nibbelink no 166
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena beleent heer Gerrit van Assendelft, man van jvr Beatrix dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht van Willem van Besoyen, man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, tot den Midsloot toe, als mede met het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willem van Wielnesse [Wendelnesse] in die Mijle aan het goed van Schobben en Everocken tot Heynkensoord toe, met een stuk land genaamd de Nesse, en met visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

mannen van leen: Bartholomeus van Amerongen, Arent Spierinck van Well, Jan van Muylwijck Mathysz

Wale, van den | 1453-09-28

Nibbelink no 166 p 103 t/m 106
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena beleent heer Gerrit van Assendelft, man van jvr Beatrix, dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht van Willem van Besoyen, als man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met: - alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, tot de Midsloot toe, - het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willemsland van Wielnesse in die Mijle aan het goed van Schobbe en Everocke tot Heynkensoord toe, - een stuk land genaamd de Nesse, - de visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

Besoyen, van | 1453-09-28

Nibbelink no 166 p 103 t/m 106
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena etc. beleent heer Gerrit van Assendelft, wettige man van jvr Beatrix dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht en overgift van Willem van Besoyen, als wettige man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, en weder afgaande tot den Midsloot toe, als mede met het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willemsland van Wielnesse in die Mijle aant goed van Schobben en Everocker tot Heynkensoord toe, met een stuk land genaamd de Nesse, en met visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

Dongen, van | 1453-09-28

Nibbelink no 166 bl 103 t/m 106
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena etc. beleent heer Gerrit van Assendelft, wettige man van jvr Beatrix dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht en overgifte van Willem van Besoyen, man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, en weder afgaande tot den Midsloot toe, als mede met het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willemsland van Wielnesse in die Mijle aan het goed van Schobben en Everocken tot Heynkensoord toe, met een stuk land genaamd de Nesse, en met visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

Dalem, van | 1453-09-28

Nibbelink no 166 bl 103 t/m 106
Achternamenindex

Jacob graaf van Hoorn, heer van Altena beleent heer Gerrit van Assendelft, wettige man van jvr Beatrix dochter van Jan van Dongen en Catharina Willemsdochter van Besoyen, bij opdracht en overgift van Willem van Besoyen, als wettige man van jvr Beatrix Woutersdochter van den Wale, met alle visserijen, stalen en zegenworp, gelegen voor Barendrecht in de Waal, aan de zuidzijde ter halver diepte toe en strekkende in lengte boven ver Aven Wiel, en weder afgaande tot den Midsloot toe, als mede met het land, de ambachten, tienden en vogelarijen, strekkende van Willemsland van Wielnesse in die Mijle aant goed van Schobben en Everocken tot Heynkensoord toe, met een stuk land genaamd de Nesse, en met visserijen in Zwijndrecht tussen de Devel en de Waal

Wijnbergen, van | 1645-07-16

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden 358 fol 60, Inv 359 repertorium op de lenen fol 38
Achternamenindex

Thomas Walraven van Arkel, vrijheer van Ammerzoden, oorkondt dat Jan Hendriksz, buurman te Hedel, hem heeft opgedragen 4 morgen op "t leen met den wiel buitendijks daer anno 1634 den inbraeck gevallen is", belend oost: de heer van Ammerzoden, zuid: de Nase, west: die perpdynth (?), noord: Jan Jansz timmerman, Anthony Gysbertsz en de scholtus, zoals hij die in koop van Jacob van Neck verkregen had, gelegen te Well; vervolgens wordt Assuerus van Wynbergen als oom en bloedvoogd van Sara Willems van Borchort hiermee beleend; 1658-02-19: Jan Pouwelsz beleend; 1679-09-12: Martijnge van Wynbergen, weduwe van Jan Pauwelsz met haar zoon Pauwels Jansz Verhil verzoeken dit leen allodiaal te maken tegen opdracht van ander goed; 1713-11-09: Jan Pauwelsz Verhil beleend

Hertenbroeck, van | 1434-01-17

Leenregister Huis Bergh no 79 p 77
Achternamenindex

"uut der Hovenster gude: dat huys ende hofstat mit den bongart, ende is te hant geheiten die Huete, gelegen te Dichter" [Doetinchem], 1 £; Johan Hirtebrueck, na koop van Ingram ter Hairt; 1464-04-08: Geryt Hirtebroick Johansz na dode van zijn vader na uitstel beleend met "dat huys ter Huete" met hofstede en 1 morgen, de pass mitten wiel, 2 morgen bij het huis tussen twee straten, richting Schomekersslach, bij Hueter maithen, behorend aan joufferen van Elten; 1536-10-27: juffrouwe Ghiisbert van Hertebroich na magescheid met haar broer Henrick, erfenis van zijn broer Palick van Hertebroick, oudste zoon en erfgenaam van Gheryt; 1561-05-31: na dode van Henrick van Hertebroick is hulder Derick van Wye, man van voornoemde juffrouwe Ghiisbert; 1574-06-09: eed vernieuwd door Derick van Wyhe en na opdracht door Gisbert van Hertebroek beleend Gheryt van Wyhe ingevolge huwelijksvoorwaarden; Gheryt draagt het over aan Giesberth van Bruickhusen zu Heinorth