81 resultaten

Rijn, van den | 1410~

Leenregister Culemborg fol 49v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Johan van den Rijn Coenenzoon van Vulcoep (boven staat: Gerijt van Vulcoep), 4 morgen geheten de Dijstelcamp en Koenergeer gelegen in het gericht van Wijc, belend boven: de heren van St Martijn, beneden: de vrije hoeve, gelegen tussen de hofstede van Johan van den Rijn (doorgehaald en vervangen door Geryt van Vulcoep) en het land van de heer van Apcoude, geheten Paedsencamp

Ommeren, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5v, 6, 9
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt van Wijc 2 morgen in Rijswiker maelscap, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Herman van Oemeren Gerytsz; latere aantekening: dat heeft Herman van Lewen Jansz, gelijk hier achter in het boek staat; - Heinric Doys van Mauderic 3 morgen in de Husmate, belend beneden: Gherijt uten Werden, boven: Heyn van Ham (fol 5v); - 3 morgen en ½ hont int Grote Broec, belend boven: Hubert van Meere, beneden: Ot Doys; - 4 morgen te Rijswijk op de Weertacker, belend boven: Margriet van Oemeren, beneden de vrouw van Gheenken Eerstsz;- Aernt van Oemeren (doorgehaald en vervangen door Belije vrouw van Otten uten Weerde) - 2 acker in Rijswiker maelscap, belend boven: Ot van Wijc, beneden: Wendelmoet Doijs (fol 6); - Henric Loef een akker, geheten de Weertacker, strekkende van Verniskens weert tot aan de Broecsteghe, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Heinric Loef, en deze akker was van Jan van Oemeren

Wijk, uter | 1349-1350

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Bartelmeus uter Wijc: van de tiende van Zuyt Scherwoude 84 £ 5gr (798 fol 13); (fol 32v) afterstal 22 £ 9sc 3d; 1354-1355: (801 fol 9) van de tienden van Oterleek 24 £, (fol 10) van de visserij van 1353 "van Payen Sidewende" 26 £; 1355-1356: (802 fol 9v) van 1354 van de tienden van Oeterleke 20£ 10sc, (fol 12) betaalt van 1 hoed gerst op de tienden van Oeterleke 48sc

Steenhuys, van den | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jorden van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec; - Guedert van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec, zoals zijn voorvaderen (later toegevoegd: Gudert van den Stenhuse ontving dit goed "beheltlyck ons ende een igelick sijns rechts") (fol 2); - 2 acker in Rijswiker maelscap, belend boven: Ot van Wijc, beneden: Wendelmoet Doijs; - ½ akker, belend boven: Wendelmoet Doys, beneden: mijn vrouwe van Gulick; latere aantekening: Herman van Lewen Jansz bezit deze lenen, het 1e belend boven: de kinderen van Otte van Wijc, beneden: Wenmer van der Steenhuze, het 2e belend boven: Wenmer van den Steenhuze, beneden: de vrouwe van Gulick (fol 6); - latere aantekening: Heinric van den Steenhuze de andere helft van genoemde 8 morgen (te Wadenoy op de Viergherden), waarvan de andere helft behoort aan Marcelis groot Valkenz; - Jan Aernt Wenmersz.z. van den Steenhuze 4 morgen samen met Heinric van den Steenhuze, in margine: Wadenoij (fol 6v); 1422~: Henric van den Steenhuze ontving 4 morgen (fol 91v)

Kuyst | 1312

Livre feudataires de Jean II Duc de Brabant p 15, 164
Achternamenindex

Arnoldus filius Johannis dicti Cuest, de Hoesdenne, 5 jornalia, item 4 jornalia, 60 £ annuatim, partem decime site in Oysvoert apud Wike. - Johannes Kuyst de Wijc: 5 jugera terre sita supra Swashoven feodum castrense. Arnoldus filius Johannis Kuyst tenet modo. - item idem 4 jugera sita en de Hoeve et 10 £ annuatim ex piscaria de Wyc, et decimam Uten Suere, de terra de Heusdenne (le Spechtboek fol 216r appelle la dime uten Suere: de thiende van Oyesschweert tot Wyk)

Dorsschen, van | 1465-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 175
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hughe van Dorsschen draagt over de tijnsweer van ½ hoeve veen, onderdeylt ende gemengder vore mit Meus Dircsz ende Henric van Rijn, gelegen after Zoesenge op Brandenborger wijc, strekkende van Zoes enge tot aan Heserveen, belend boven: Armgairt Jan Hilhorstdochter erfgenamen, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem, hem aangekomen bij dode van zijn nicht jvr Lysbeth van Brandenborch Gerwen Volkenzsdochter; vervolgens ontvangt Willem Adriaensz van der Eem dit tijnsgoed tegen een onversterfelijke erftijns

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Rutger van Broeck

Burch, van der | 1282-11<

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V: no 118) Didderic van der Borch houdt in leen: - zijn woning tussen Wille Toins en Arnout ver Bertradenz, van de Vliet tot de Mitsveen; - 18 gaarden tussen Arnoudt en Florens Hughen broeder; - 18 gaarden over de Vliet tot de kerk van Voorburg, die zijn broer houdt van hem; - 20 morgen, westelijk daarvan (die zijn broer Willem van hem houdt); - 12 gaarden daarbij; - 9 gaarden van de Vliet tot de Oude Weg; - 5 morgen in die Wijc

Ommeren, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 35, 37, 67
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Doijs Gerytsz 4 ½ morgen tot Rijswijc, belend boven: Mergriet van Oemeren, dat met Weyndelmoet Doijs gemeen ligt, beneden: Foyse Scelen; - Otte van Wijc 6 morgen land min 1 ½ hont in het Nederbroec in de Vredecamp, belend boven: de heer van Buren, Otte die Swerte, Herman Hille, beneden: Florijs van Ynghen; dit leen was Otte overgedragen door Jan van Ommeren (fol 37); - Johan van Kulenborch o.a. een hofstat in de maelscap van Yngen, waar Willem van Oemeren op woonde

fol 37 mannen: Wouter de bastaard van Culemborch, Aernt Scele van Oemeren, Bertout van Heteren

Rome, van | 1393-1394

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Lambert van Rome: die de besterfte bewaert in Kennemervolch, van sinen roc, 55sc (829 fol 16v); 1400: (830 fol 10v) van het veer tot Wermer 20 sc, van de waghe tot Wormer 20 sc; (fol 11v) van een besterfte tot Sloten van een bastaard, 15 £ en van een erfnisse buten Haerlem dat van de bastaard was, 15£; (fol 14v) die de zeevonde bewaert ter Wijc, van sinen roc 3 £ en de sterfte in Kennemervolck; 1401, 1402 fol 13: Lambert van Romun idem

Scele | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister van Culemborg: - Poncijaen Aelbertsz en zijn broer Guedert 4 morgen 2 hont in Rijswiker maelscap, belend boven: Jan Scele, beneden: Sceelken, aan het ene einde: Gerijt van Wijc (fol 37v); - Ponsken Aelbertsz 2 morgen te Rijswijck tussen de bandijk en de Wijfdijck, belend boven: de kinderen van Jan Scelen, beneden: de vrouwe van Gulik; - Guedert Aelbertsz 1 ½ akker te Rijswijk tussen de Wijfdijck en de Broecstege, belend boven: Jan Scelen kinderen, beneden: Geryt Vrient en Aernt Scelenz (fol 48/58)