121 resultaten

Bolle | 1306-04-27

Ons Voorgeslacht 02-1989 p 81
Achternamenindex

grafelijk leen: no 63) de zaat van de leenheer groot 4 morgen in Albertsberg, met het huis van de leenheer, Jan Rode Gheijenz zal het goed van zijn broer Bolle erven, waneer die zonder erfgenamen sterft; 1322-08-23: Jan Rode Gheyenz, evt te komen op zijn dochter omdat hij het leen wil verbeteren; 1390: Claas Bolle met het 1e perceel, met de ledige hand; 1396-10-16: Claas Bolle, aangekomen van zijn vader Jan, evt te komen op zijn neef Floris Albertsz; 1408-03-04: "Claes Bollenzaet", Floris Bolle Albertsz, bij dode van zijn oom Claas Bolle

Muijl | 1463-10-01 - 1464-09-30

Rek Rentmeester Half Asperen no 2199 fol 3, fol 15
Achternamenindex

ontvangst van pacht: - van 2 ½ morgen 25 roeden land geheten de Spronck, gelegen op het Groite Hoigelant; - boomgaard buiten de stad aan de Gellinchemse poort, die Everaert Muijl in pacht heeft voor de zomer van 1463 voor 3 ½ sc, maakt 2 £ 8sc 9d; die cleyne Hogelant: van de Pijpencamp, houdende 5 morgen 1 ½ hont die Geerijt Muijl in pacht genomen heeft voor 10 jaar, voor 4 ½ Wil sc, maakt 3£ 7sc 6d; uitgegeven: - Geerijt Muijl en Herman de decker van de rosmolen te decken van ryet ende dake alzoo him dat in t afweere aenbestaedt wordt 6 £

Smit | 1526-10-21

O.R.A Hoorn Allerhande Schepenakten 4573 fol 350, 358
Achternamenindex

Pieter Janz de smit, op t oest, geeft zijn zoon Jan, bij zijn wijlen zijn vrouw Trijn Jans, 10 gld per jaar lijfrenten, gedurende zijn leven; wil Jan priester worden, dan zal hij hiervoor op andere wijze geld ontvangen "ende sal hem daertoe noch copen van zijnen gelde een eerlijcke nieuwe tabbert, ende de voirs Jan sal in Pieter Smit zijn vaders huijs komen eten ende drincken als dat ghebuert gelycken ander kynderen sonder get daervan te gheven. Gedaen in t bijwesen van Arijs Heijnsz van Winckel oem van de voors Jan Pietersz, die in t gunt voirs is geconsenteert heeft" [Berkhout ?]

Teylingen, van | 1507

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 224
Achternamenindex

de weduwe van Pieter van Teylingen wilde haar dochter uithuwelijken aan Joost, zoon van wijlen Jan van Schoonhoven. Zijn moeder weigerde dit daar de bruidschat te klein was; zij beweerde dat zij "profijteleker soude doen hoeren soen geven aan een schoemakers dochter, den hem een jonffrouwendochter te geven". Tegen de wil van zijn moeder ging het huwelijk door en er kwamen kinderen; na de dood van Joost is er een geschil tussen zijn aangetrouwde familie en zijn moeder over zijn aandeel in de erfenis van Jan van Schoonhoven, die bij testament bepaalde dat zijn weduwe en kinderen in de gemene boedel zouden blijven

Dordrecht, van | 1198

v.d. Bergh II Nal no 3
Achternamenindex

graaf Dirk VII en gravin Aleid geven tot heil van hun ziel de visserij te Giessenmonde, en het huis van Ambrosius Wildebuc en Dirk Butrenhals aan de abdij Marienweerd

Henricus decanus ecclesiae beati Petri, Arnoldus dapifer, Henricus frater eius, Wil. Vurholt, Martinus de Durthric

Heeswijk, van | 1311-09-07

Reg Bisschoppen Utrecht no 231
Achternamenindex

de bisschop doet als scheidsrechter uitspraak tussen het Duitse huis en Dideric van Aelste en bepaalt dat Dideric aan het Duitse huis betalen moet 150 £ zw Torn, voor de koop die het Duitse huis met hem had aan gegaan. Totdat het geld betaald is, zal het Duitse huis de 4 ½ morgen land die Walraven van Benthem in leen had en die in eigendom van het Duitse huis zijn, behouden; wil Dideric die hebben vóórdat het geld betaald is, dan moet hij borgen stellen en het bedrag moet betaald zijn vóór 1313-04-02, bij wanbetaling moeten Diederic en zijn borgen in leisting komen binnen Renen

Goswiin van Ecke, de oude Jan van Maertim, de jonge Jan van Maerim, Dideriic Heeswijc, de oude Amelriic, Willem Gerard Monemansz en Gervaes Sculenborchsz

Herlaer van Meerwijk, van | 1560-01-02

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 82
Achternamenindex

leenmannen van Gelre oorkonden dat Adriaen de Cock van Delwynen en zijn vrouw Maria van Brakel, krachtens octrooi van de koning dd 1558-12-16 bij uiterste wil beschikken over hun beider leengoederen: Adriaen kent aan Maria, met consent van de leenheer Adriaen van Herlair van Merwijck, dd 1559-05-15, toe het levenslang vruchtgebruik van de halve tiende onder Delwijnen op de Rengmeer. Maria geeft haar man Adriaen het vruchtgebruik van de grote halve tiend onder Brakel, waarvan de heer van Pouderoyen de andere helft bezit. Bij ontbreken van kinderen te komen op de oudste zoon resp. dochter uit haar eerste huwelijk met Johan van Gijsen (vgl 1552-10-07)

Naaldwijk, van | 1442-09-21

Inv Arch Medemblik Inv no 294 regest 49, 295 regest 50
Achternamenindex

Willem van Naaldwijk geeft zijn neef Jan Dever van Mijnden het recht om een stuk land dat hij van hem in leen heeft, met tienden en heerlijkheden daarop, genaamd Uterdijk, gelegen vóór het huis te Medemblik, strekkende van de wierarm tot heer Gheryt Jacobsz, tussen de Zeedijk en de zee, twee jaren na deze dag te verkopen en te verzetten, aan en op wie hij wil, "mits aan heer Willem betalende een goede stoop "ypcras" eens"; 1442-09-21: Dirck van Santhorst had het land de Uterdyck, gelegen vóór het huis Medemblik verkocht aan zijn neef Jan Dever van Mijnden, daarbij is zijn neef Willem van Naildwijk getuige

Pauw | 1680-12-31

Inv Arch Bennebroek no 139
Achternamenindex

t.o.v. notaris Pieter Oppervelt verklaren Jacob Jansz van Alckemade en Pieter Lambertsz Bossu, regerende kerkmeesters in de heerlijkheid Bennebroek, schuldig te zijn aan Adriaen Pauw, heer van Bennebroek, 3000 gld rentende 2 ½ %, voor geleend geld tot den verderen opbouw van de kerk te Bennebroek; 1681-01-04: condities waarnaar de heer van Bennebroek wil besteden het graven van een sloot voor aan en aan twee zijden van het kerkhof bij de kerk te Bennebroek. Cornelis Pietersz van der Horst nam aan om de sloot te graven voor 4 gld 5st per roede. Bij voleindiging bleek de sloot lang te zijn 32 roeden 7½ voet Rynl. maat

Persijn | 1362-11-26

Schotel: Abdij Rijnsburg p 136 ev
Achternamenindex

testament van Margaretha vrouwe van Rosenburch, weduwe van heer Jacob van Binchorst, ridder; haar zuster is vrouwe Catharina van Velzen; zij wil in de kerk te Rijnsburg begraven worden en vermaakt aan het klooster 9 morgen te Coudekerk en renten uit het land van Alcmade achter het gasthuis van 's Gravesande; genoemd: haar zuster Catherina van Velzen, vrou Richarde van den Binchorst, Janne van Teylinghen, Alide van Cralinge, Beatris van Hodenpyl, Mabelien van der Binchorst, haar broer Jan Parrijc [Persijn ?], haar neef Claas van de Houte [Horst ?] en zijn zuster Lisebette. Margaretha bezat "de Park", gelegen aan de zuidgrens van Haarlem en komt daarom ook wel voor als ver Margaretha ute Parck

executeur testamentair: haar nicht Catharina vrouwe van Waterlant, Jan Boene, haar parochiepaap te Rijnsburg, haar zwager Jan van Mathenesse en haar neef Boudyn Toutiaensz [Pontiaensz ?]; getuigen: Gherid Oestgeest, Floris van Sonnevelt, Dirk Jacobsz, Symon van Alcmade, Jan Aernsz

zij stierf tussen 13 december 1361 en 6 januari 1363