Bal | 1456-01-31

Batavia Illustrata bl 838

Achternamenindex

Johan heer van Wassenaar oorkondt een belening van Kerstant van Alkemade Dirkxsz, onze neef en leenman: 3 ½ morgen gelegen in het ambacht Voorschoten, belend west: Jan Bakker en Philips van Dam, noord: Jan Balens, oost: een greppel en zuid: Philips van Dam. Met "sulk wilt van konijnen"

Cornelis van Dorp, onse neve, Arend van Woude, Mathys die Buzer

Dorp, van | 1456-01-31

Batavia Illustrata bl 838

Achternamenindex

Johan heer van Wassenaar oorkondt een belening van Kerstant van Alkemade Dirksz, zijn neef en leenman: 3 ½ morgen gelegen in het ambacht Voorschoten, belend west: Jan Bakker en Philips van Dam, noord: Jan Balens, oost: een greppel en zuid: Philips van Dam; met "sulk wilt van konijnen"

Cornelis van Dorp, onse neve, Arend van Woude, Mathys die Buzer

Damme, van | 1456-01-31

Batavia Illustrata bl 838

Achternamenindex

Johan heer van Wassenaar oorkondt een belening van Kerstant van Alkemade Dirkxsz, onse neef en leenman: 3 ½ morgen gelegen in het ambacht Voorschoten, belend west: Jan Bakker en Philips van Dam, noord: Jan Balens, oost: een greppel en zuid: Philips van Dam; met "sulk wilt van konijnen"

Cornelis van Dorp, onse neve, Arend van Woude, Mathys die Buzer

Buser | 1456-01-31

Batavia Illustrata bl 838

Achternamenindex

Johan heer van Wassenaar oorkondt een belening van zijn neef en leenman Kerstant van Alkemade Dirkxsz: 3 ½ morgen gelegen in het ambacht Voorschoten, belend west: Jan Bakker en Philips van Dam, noord: Jan Balens, oost: een greppel en zuid: Philips van Dam. Met "sulk wilt van konijnen" .

Cornelis van Dorp, onse neve, Arend van Woude, Mathys die Buzer

Stuijver | 1610-10-07

Protocol Schoten, Haarlemmerliede, Akendam fol 9v

Achternamenindex

Johan Stuyver, van Amsterdam, met machtiging van mr Quintijn de Wilt c.s. schiften en scheiden uit de nalatenschap van G Stuiver en Margaretha Gerritsdochter in zevenen voor de afwezige François Stuyver, bij loting; onderpand de helft van een hofstede met 19 morgen 1 hont land en huis

Clootwijk, van | 1418-01-18 (1417)

Van Mieris IV p 450

Achternamenindex

Huge Jansz van Clootwijc krijgt de duinmeirije van "onzen duynen, wilt ende wildernesse tussen der Maze ende Kenemerbeeck, zoals Jans Henricxz ende jonge Consul Ponthier die voortijds bewaard hebben, met de wedden zoals andere duynmeyers gehad hebben, te weten 18 scilde ende enen rock, of 3 scilde voor deselven rock, uitgereikt door onze houtvester van Haarlem"

Alkemade, van | 1456-01-31

Batavia Illustrata bl 838

Achternamenindex

Johan heer van Wassenaar oorkondt dat zijn neef en leenman Kerstant van Alkemade Dirksz, hem heeft opgedragen 3 ½ morgen gelegen in het ambacht Voorschoten, belend west: Jan Bakker en Philips van Dam, noord : Jan Balens, oost: een greppel en zuid: Philips van Dam; met "sulk wilt van konijnen", vervolgens wordt Kerstant ermee belend tot een onversterfelijk erfleen

zijn neef Cornelis van Dorp, Arend van Woude, Mathys die Buzer

Herlaer, van | 1352-04-29

A.R.A. Copie Leenkamer 32 fol 17v/Reg EL 25 fol 12

Achternamenindex

heer Jan van Herlaar, baljuw van Rijnland, ontvangt het huis te Teylingen in bezit; de steden Haerlem en Leyden moeten daaraan meewerken, "want wi wel verstaen hebben datter alrehande gebreck es aen den huse, waer bi dat hyt timmeren ende stoppen mach doen, soe waers noet is, alsoe dat wijt bereyt vinden ons op te leggen als wi of God wilt te lande comen"

ad relationem domini ducis Lancaster et dominorum de Egmonde et obueri de Evers, sig dom de Borsselen, A. de Berwaerde

Zijl, van | 1455-04-08

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 293

Achternamenindex

leen van Vianen: no 658A) 10 R gld op hoeve in Cortenover in Lexmond (leen 658), Claes Rudolfsz bij overdracht door Henric de Wilde Hendricsz, neef van de leenheer, gehuwd met Hase dochter van Claes van der Wilt; 1468-08-12: Jan van Zijl Claesz zoals zijn vader; 1493-07-12: Loef van Turnout bij overdracht door Jan van Zijl, aangekomen van zijn vader Claes Rudolfsz

Zael | 1625-05-13

G.A. Amsterdam Not Arch 390 fol 308/Notaris Nic Jacobs

Achternamenindex

enige personen varende in dienst van capiteyn Henrick Henricksz Cop, attesteren op zijn verzoek dat Henrick Sael, schrijver op dit schip, "sich seer qualijck ende ongehoorsaemlyck comporteert soo met onbehoorlijcke woeckerije onder t volck, nemende van eene schelling drie schellingen, ende van thien stuyvers 30 stuyvers, soo voorts naer advenant, als andersins alhoewel hem sulcx bij den capiteijn dickwils verboden is geweest, tselve nochtans niet laeten en wilt"