116 resultaten

Nagel | 1426-02-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 286v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherbrich Willem Nagels wijf was, met haar gecoren voogd Herman Gout, droeg over een dachmaet land gelegen in Jacob Heijn Foenzs hoeve in het kerspel van Zoes in die Cleyn Scrymmaet, belend landwaarts: Ricout Ricoutsz, zeewaarts: land dat van Evert van den Doem was; vervolgens verleent de abt dit tijnsgoed aan Jacob Scael Henricsz, Gherbrich's dochter, op 1 penn tijns, jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmiclaer

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Pallaes, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 53v (153v ?)
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hubert van Blochoven als gemachtigde van Hubert van Pallaes, "also als Hubert voirs van anxtes wegen syns liefs bij onsen onsen mannen te Utrecht niet comen en dorst", draagt op 4 acker land op die Beke, strekkende van de Brinck an die Veenwech, in den kerspel van zoes, belend oost: Jan Willam Willam Jansz.z, west: Heynric Stoep; vervolgens wordt Ghijsbert de Gruter ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Gosen Willemsz, Ot van Slingelant

Hamelenberge, van | 1465-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 176v, 177, 177v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, zoals Gysbert die tevoren in leen hield; vervolgens wordt zijn zoon Dirc van Hamelenberch hiermee beleend, behalve de lijftocht van Gysbert aan dit goed; de 2 andere delen hebben ontvangen: Pouwels van Malsen en Aernt Knoip (fol 196); Gysbert draagt ook over tbv zijn zoon Geryt van Hamelenberge: een erve gelegen tot Zoes mitter camer ende husinge die nu betimmert saet, streckende van de brenck in die Eme, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: de Birct, Gysbert behoudt zijn lijftocht hieraan; Dirc van Hamelenberch Gysbertsz maakt aan zijn zusters Mechtelt, Korstijn en Cornelis een erfelijke rente elk van 1 Eng nobel per jaar, uit te betalen na dode van hun vader Gysbert, uit ⅓ deel van de 4 campen, en 1 Eng nobel uit zijn leengoed; "dese brieve syn doot"

Amerongen, van | 1425-08-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Eerst Taets met zijn vader Jan van Amerongen hem belening verzocht met alle goede hem aangekomen bij dode van zijn moeder Mergriete, dochter van Willam van Colvenschoten, gelegen in het kerspel van Zoes: 1) Gherbrant Noijdenz husinge, hofstede, berch etc, belend boven: Henric Jacob Fijenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van den Brinck totten overen wech toe, 2) een stuk land boven den overen wech, geheten de Brede, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) een dwersstuck, 1½ schepel, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Scaep Ricoutsz, 4) an den Steenberch 10 schepelen, an den Baerrewech, boven: Gode Scilt, beneden: Evert van Doem, 5) ½ mud lants an Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Gerijt Rutger Gerytsz.z, 6) 1½ schepel lants in Hoeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: de heren van Abcoude, 7) het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Ernst Taets beleend, als hij mondig is, moet hij zelf belening verzoeken

mannen: Willam van colvenschoten, Gysbert Godscalc

Bosch | 1469-07-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader

mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz

Mutsen | 1437-01-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 271
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henrick Dirck Mutsenz draagt over één vierendeel engelants mitter meent ende mit zyn bosch ende toslach gelegen tot Heze in den kerspel van Zoes, onderdeylt mit jvr Lysbeth van Wede; vervolgens ontvangt Johan Zuermont dit goed tegen een erftijns van 2 goede oude Vl groten per jaar, te voldoen in onsen hoff tot Emminclaer; "Item daernae Geryt Petersz tot Heze"; "in anno 1492 is desen tijns gezet int tyns bouck op Claes Garbrantsz"

tijnsgenoten: Peter Stevensz, Johan Lambertsz

Hamelenberge, van | 1443-02-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428, 157
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert Wolf van Hamelenberge maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Angniese ⅓ deel van 4 campen land gelegen in die Slage, die heten: "die Stockmaet" , "die oude Weij", "die Nyencamp"en "die Hoeijmaet", en nog een stuk land gelegen tot Zoes "met eenre steenre kamer, streckende aen den brenck aen die Eem toe", belend boven: Jacob Godenz, beneden: Gheryt Jansz; 1453-02-05: Ghysbert die Wolf van Hamelenberge verzocht zijn leen mit der legen hand

mannen: Jan van Hamelenberge, Goessen van Schadijck; 1453: Jan van Hamelenberge, Gosen Willamsz

Dorsschen, van | 1465-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 175
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hughe van Dorsschen draagt over de tijnsweer van ½ hoeve veen, onderdeylt ende gemengder vore mit Meus Dircsz ende Henric van Rijn, gelegen after Zoesenge op Brandenborger wijc, strekkende van Zoes enge tot aan Heserveen, belend boven: Armgairt Jan Hilhorstdochter erfgenamen, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem, hem aangekomen bij dode van zijn nicht jvr Lysbeth van Brandenborch Gerwen Volkenzsdochter; vervolgens ontvangt Willem Adriaensz van der Eem dit tijnsgoed tegen een onversterfelijke erftijns

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Rutger van Broeck

Borre | 1426-01-05~ (1425)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Jan Borre Claes Bannenz.z maakt Jan Jacob Egbertsz.z en Jacob Janszn voirs die Jan bij zijn vrouw Reyns heeft, elk 10 scilden per jaar die bisschop Frederic dede slaan, vrilike te ghebruken, elc sijn lijf, uit ½ hoeve en een vierdeel land gelegen op Seldert in het kerspel van Loesden, belend oost: Bertout Duwer, Ghysbert van Lodensteyn en Elys van Wede, west: Geryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutzen erfgenamen

mannen: Gysbert Godscalc, Aelbert Willemsz van Anxstel

Goetscilt | 1423-10-31

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 284v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gode Goetscilt en zijn dochter Beatrijs, geassisteerd met haar man Jan Corf, "4 acker zwarts lants gelegen in den kerspel van Zoes", belend oost: de jhr van Gavebeeck, west: Gerijt Heijnez, opstrekkende van Zoesbrenc noortwaars an der ouder grafte, tijns 2 penn te betalen in onsen hof tot Emmeclaer; vervolgens wordt dit goed verleend aan Roelof van Baern tbv Alide Willem Janszdochter; haar ouders Willam en Dibborch behouden hun lijftocht aan dit goed

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz