116 resultaten

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, droeg op 1) een maet land in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed, zuid: Dirc Mutse, zeewaarts: Rutger Goede Scaelsz.z, strekkende van Jacob Fijenz camp tot aan de Grote Saijmaet toe, 2) 2 campen land, ook tijnsgoed, west: de gemene wech, noord: Rutger Scaell, zuid: Dirc Mutse, oost: Gysbert van Lodensteijn; vervolgens wordt dit goed verleend aan het clerchuse en gemeen convent van St Jan tot Amersfoort, hulde en eed doet Aelbert Dirc Petersz

tijnsgenoten: Claes Jacobsz, mr Jacob Smit, mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ermgaert Jan Hilhorstsdochter met haar dochter Eest, Evert Willam Goutsz, Henric Gysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, Eesten vier vierendelen van maechtael, dragen over 3 acker land met huis en hofstede in het kerspel van Zoes op der Beec, opstrekkende van de Brinc tot aan de Turfwech, hof- en tijnsgoed, belend oost: Peter Gout, west: Willem Jacobsz van Doem; vervolgens verleent de abt dit goed aan Gheryt Willem Goutsz, tijns: 1 penn te betalen in onsen hof tot Emminclaer; "nu Meijs zijn sone"

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Hamersveld, van | 1476-05-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 302v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert van Hamersfelt draagt op ½ hoeve enghelants, geheten Hamelenberge en 2 ½ acker land die daartoe behoren, gelegen tot Zoes, belend overzijde: nakomelingen van jhr van Gaesbeeck, nederzijde: Egbert Nagel of zijn nakomelingen, strekkende noordwaarts tot aan Gysbert Scaels stege toe; vervolgens wordt dit goed verleend aan Ghysbert Rutger Scaelsz, te houden op 4 oude Vl groten te tijnse, jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmynclaer te Amersfoort; "dit hebben veel diversche luijden ontfangen als men vinden zal int tintboeck de anno XXXVIII"

tijnsgenoten: Bartholomeus Schot, Jacop Roeghyers Gherytsz

Knoop | 1482-11-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 98
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Gheryt Knop na dode van zijn vader Aernt Knop, met ⅓ deel, onderdeylt, van 4 campen land gelegen tot Zoes, bij den goeden te Hamelenberch, geheten: Stocmaet, Nyecamp, Oude Weyde, en Hoetmaet [Hoeijmaet], waarvan Pouwels van Malsen de andere helft van het rechte ⅓ deel in leen houdt; deze 4 campen zijn gesplitst in 3 lenen: Gereijt Knoep heeft ⅓, zijn broer Dirck Knoep ⅓ (in margine: obiit XXVI, ut infra fol 237), Jan van Malsen het derde ⅓ deel (in libro abbatis Mathei de Goch fol 42)

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ryngenberghe

Gaasbeek, van | 1442-01-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 75, 74v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jhr Jacob heer tot Gaesbeeck, Abcoude, Putten en Strijen wordt binnen jaar en dag beleend met het leen dat de heren van Abcoude van de abdij in leen houden, nl een stuk land gelegen in den Slage in het gericht van Zoes, geheten die Nonnenmaet, belend zuid: Rutger Jacobsz erfgenamen, noord: Gheryt Jansz, oost: Willem Smit en Jaocb Pothoff c.s, west: strekkende an die Eme; jhr Jacob van Gaesbeeck draagt dit leen op en vervolgens wordt Steven van Zuylen van Nyevelt Willemsz ermee beleend

mannen: Johan van Hamelenberge, Albert Willemsz, Henric Jansz

Voorst, van | 1421-09-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 59
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Johan van Voerst hem opdroeg 7 ½ morgen land op Zeijster over in het gerecht van Zoes, strekkende van den oulande op aen den Rijn, belend overzijde: de abdij van St Paulus, nederzijde: Claes Evertsz, hem aangekomen bij dode van zijn broer Kerstiaen van Voerst, en dat hij vervolgens Aelbert Willamsz van den Anxter, borger te Utrecht, hiermede heeft beleend; "item nu Jan van der Anxter", "Modo Franciscus uten Ham ut in libro Goch abbatis fol 77"

leenmannen: Tyman de Lange, Diederic van den Voerde

Ham, uten | 1473-04-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 231v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, beleend na dode van Reyer Jacob Nennincksz van Grymmesteyn met 2 vierdeel veen, het ene gelegen in Hezer Veen, belend oost: Jacob van Lichtenberch met een hoeve veen, zijn vrouw aanbestorven van haar broer Gysbert over die Vecht, west: mr Aernt van der Hoeve met 3½ vierdel veen, het andere vierdel gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van der Zoesgrafte tot neffen die meer toe, belend oost: Ghysbert van Lodensteijn, west: Bertout Peter Reynersz; "nu van Hamersfeld, ut in libro abbatis Jacob de Stege fol 39"

mannen: Jan die Coninck, Peter van Zulen, Alffair Ruijsch, Gysbert Henricsz

Doem, van | 1482-10-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Willem van Doemsdochter, weduwe van Jan van der Maeten, draagt op ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, zoals haar vader Willem van Doem van de abdij in leen gehouden had, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oud Munster te Utrecht; vervolgens wordt Henric Kracht ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; sterft Henric voor zijn vrouw Wendelmoet Aernt Mutsendochter, of sterven zij beide zonder kinderen, dan zal de helft komen op Henrics erfgenamen en de andere helft op Wendelmoets erfgenamen; "item dit heeft Wendelmoet sijn wijf"

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ringenberghe

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 124
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, monniken en capittelaers van St Paulus zetten, met consent van de bisschop, alle hofgoed en tijnsgoed gelegen in den kerspel van Loesden, Zoes, de buerscap van Heze en op Zeyster Oever, om in onversterfelijke erflenen; Jan Borre Claes Bannenz draagt op een hoeve land gelegen in de maelscap van Weede en van Emminglaer in het kerspel van Loesden, geheten Lienlaer, met alle toebehoren, tijnsgoed, en vervolgens ontvangt Jan het in onversterfelijk erfleen. "Dese hoeve heeft Margriet Jan Bannenwijf half ontfangen Pelgrimsdochter. Ende des brief staet over dat 3e blat"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Johan Lambertsz; voor leenmannen: Geryt Zoes, Gijsbert Godscalc, Gerrit Petersz; Gheryt van Damassche, abt, Jan Binmaert, prior, Florens van Zevenhuysen, Geryt van Amersoyen, Willam uijten Hage en Jan Taers, monniken en capittelaers van St Paulus

Bot | 1472-02-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 233v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend zeewaarts: Henric Goijertsz en erfgenamen van Roelof van Baern, noordwaarts: Gosen Willemsz en Gysbert Woutersz erfgenamen; Volken Bot wordt beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, en Peter doet hulde voor zijn zoon; 1483-02-21: Bernt Scade beleend, na dode van zijn neef Volken Bot Petersz; in margine: "dese ½ hoeve veen heeft nu Jacob Schaij, in libro abbatis Mathei de Goch"

mannen: Evert Heze en Tyman Mouwer van Heersel; 1483: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe