20 resultaten

Heukelom, van | 1465-02-05

Arch Stad Utrecht Regest no 896
Achternamenindex

de stad Utrecht belooft geen recht te zullen doen over pretensien ten laste van Jan, Jan en Dyrck van Huekelom ter zake van 100 R gld, door hen verschuldigd aan Evert Zoudenbalch, kanunnik ten Dom, doch aan de brenger door heer Jan Taets en Jacob Proijs langs gerechtelijke weg ontnomen

Soudenbalch | 1466

Versl Meded Ver Bronnen Oud Vad Recht 10e dl no 3 p 321, 322 (1950)
Achternamenindex

heer Evert Zoudenbalch, proost van St Servaas te Maastricht, kanunnik van St Marie en later vice domdeken te Utrecht, geboren begin augustus 1424, kocht 1466 Darthuizen en werd 1466-03-04 beleend door de leenheer Melys uten Enge, knape; hulde doet voor hem zijn zoon Hubert, die hij had bij Oedeken Jan Janszdochter; 1514-08-21: andere zoon mr Hendrik, die hij had bij Alyt Willam Jansdochter, gekozen tot deken van St Marie

Harff, van | 1529-07-26

Berigten Hist Gen IV p 119 Arch Nyenrode Afschrift
Achternamenindex

leen van de Domproost van Utrecht: het huis Bloemenweerd [te Cothen] beleend aan Willem Turk heer van Nyenrode, bij opdracht van Godert heer van Herff

getuigen: Evert Zoudenbalch, Frans van Nyenrode

Nyenrode, van | 1529-07-26

Berigten Hist Gen IV p 119/Arch Nyenrode Afschrift
Achternamenindex

belening van het huis Bloemenweerd met toebehoren, leenroerig aan de Domproost van Utrecht, tbv Willem Turk heer van Nyenrode, bij opdracht van Godert heer van Herff

getuigen: Evert Zoudenbalch, Frans van Nyenrode

Soudenbalch | 1529-07-26

Berigten Hist Gen IV p 119/Arch Nyenrode Afschrift
Achternamenindex

belening van het huis Bloemenweerd met toebehoren, leenroerig aan de Domproost van Utrecht, tbv Willem Turk heer van Nyenrode, bij opdracht van Godert heer van Herff

getuigen: Evert Zoudenbalch, Frans van Nyenrode

Borre | 1422-06-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 116v, 422
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Borre Claes Bannenz wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader beleend met al het goed dat Claes Banne in leen hield, gelegen op Zeldrecht: 1) een hoeve land, belend oost: Gheryt Duwer, Ghijsbert van Lodensteyn en Jans kinderen uten Haghe, west: Gheryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutsen erfgenemen, 2) 1½ viertel land dat Heijn die Hoeijer gebruikt, belend oost: Egbert de Beer en Pouwels Henric Stuepenz [= Stoop], west: Lambert Dedel, 3) drie viertel land, belend oost: St Pieter te Utrecht, west: Ricout Evertsz; hij mag dit goed verkopen, versetten of tot lijftocht maken; 1422-06-04: lijftocht voor zijn moeder Cristina, vrouw van wijlen Claes Bannen, 3 viertel land op Seldrecht, belend oost: St Pieter, west: Ricout Evertsz

mannen: Hubert Zoudenbalch, Lambert Thuer, Willam Henricsz

Bruelis, van | 1425-05-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 342v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerardus de Damasco oorkondt dat Symon filius Wouteri de Bruelis belening verzocht met 5 mensuras decimarum in parochia de ser Abbenkerke, die zijn vader Wouter in leen hield en die door verzuim aan de abdij vervallen was; de abt beleent hem weer tegen betaling van 10 oude groten Vrancr jaarlijkse pacht

presentibus: Huberto de Zoudenbalch, Tymanno dicto de Lange

presentibus: Huberto de Zoudenbalch, Tymanno dicto de Lange

Snijer | 1472-07-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 205v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz wordt na dode van zijn neef Reijer Snijer beleend met: 1) de helft van ½ van 7 vierdel veen, onderdeijlt, gelegen in Heser Veen, strekkende van de oude graft tot aan Hesersant, belend oost: de Zoesche Venen, west: Gerijt Kriecx erfgenamen, zoals Reijer en zijn vrouw Nelle de helft hiervan hielden, en Nelle haar deel nog houdt van de abdij; 2) Reijers deel van de opgrift van een vierdel van een hoeve veen gelegen in Heserveen, zoals Roelof van Baern Roelofsz hetzelfde vierdel houdt, en Roelof vroeger dit vierdel veen overgegeven heeft aan Peter Willemsz en Reijer Snijer; 3) de helft van een stuk veen in Zoesveen in de cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande alsoe dat ofgegraven is aan Heserveen toe, belend: Evert van Lodensteijn Gysbertsz; na hem zijn zoon Splinter Jacopsz (fol 219, 220, 209)

mannen: Geryt Zoudenbalch, Vrederic die Voecht van Rijnevelt

Ysselsteyn, van | 1467-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 93, 93v, copieboek fol 185
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Frank van Yselsteijn verzocht om belening met een sate land in Anckeveen, belend noord: Aernt van Yselsteyn, zuid: Antonis van Yselsteyn, waarvan Fran de vrije eigendom aan de abdij heeft opgedragen; vervolgens wordt Frank beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1472-02-02: beleend Harberen van Yselsteyn bij dode van zijn vader Vrank van Yselsteijn

mannen: Jan de Coninc, Jan van Amerongen; 1472: Gerijt Zoudenbalch, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer

Rijn, van | 1452-07-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 86v, fol 90v, 91
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Zoude van den Rijn en zijn vrouw jvr Ave hem opdroegen de leenweer van een hoeve land aan de Oude Rijn in Langeraec in het kerspel van Vlueten, belend boven: Jacob Maesz, beneden: Aernt Gerytsz wijf was van der Mije, met haar kinderen, dat Tyman de Lange toebehoorde, en na zijn dood aan zijn zuster jvr Ave gekomen is; hun neef Otte van Slingelant wordt vervolgens beleend, behalve de lijftocht van Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave aan dit goed; 1452-07-10: Otte Slingelant draagt dit leen op, en vervolgens wordt Geryt van Rijn Soudenz met deze hoeve beleend, Geryts ouders behouden hun lijftocht; 1462-04-14: Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave droegen dit op tbv Geryt van Rijn Zoudenz, belend boven: Geryt Ricoutsz, Dirc Maesz erfgenamen, beneden: Jacob van der Horst, en voortyts Tymon de Lange plach toe te behoren en aan jvr Ave van haar broer Tyman aanbestorven was; "nu Heinrick van Duven per resignationem"; 1464: jvr Ave, weduwe van Zoude van Rijn draagt dit goed over aan hun zoon Geryt van den Rijn, die het tot lijftocht voor zijn vrouw Janna Jansdochter van Nijenrode maakt (fol 91)

mannen: Goeswijn van Scadijc, Henric Zael; 1462: Eerst van Drakenborch, Geryt Zoudenbalch, Goesen van Voerde, Volken van Baern, Jan van der Anster, Evert van Scadie; 1464: Goossen van den Voorde, Jan van der Anxster