73 resultaten

Borssele, van | 1446-11-15

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 63-65
Achternamenindex

Jan, abt van Oostbroek, geeft in eeuwige erfpacht aan heer Vrank van den Borssell, graaf van Oostervant etc als recht erfgenaam van Zuylen: - het erf waarop het huis te Zuylen stond, omtrent drie morgen groot; - twee hoeven land binnen de heerlijkheid Zuilen, - twee hoeven in Westbroick, -vijf hoeven in Maerssen, -drie morgen in Hermelen, - vijf morgen in Broekelen, - een hofstad tot Loenen, - 153 ackeren land te Willens [Wilnis]; - drie hoeven in de parochie van Vloeten

Vianen, van | 1391-03-27

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 396
Achternamenindex

leen van Amstel: no 101) ½ hoeve en 4 hont in het gerecht van Dirc van Jutfaes: a) ¼ viertel en 4 hont [te Jutfaes]; b) 1 viertel, belend boven: Roelof Hendriksz, beneden: Gerrit die Bole Dirksz, 1391-05-17: heer Jan van Vianen Zwedersz, belend boven: Tyman de Wit, beneden: Jan van Zuilen, burgers van Utrecht; 1393-03-29: heer Jan van Vianen heer Zwedersz, ridder, ten eigen, van Zweder van Voorn, Gerrit van den Stienwert, Jan van Rysenburg en Gysbert van Waarde; 1395-12-05: heer Jan van Vianen van Beverweerd; 1396-12-05: idem, ten eigen

Beverweerd, van | 1277-12-10

Brom regest no 1887; De Geer I no 264 p 319
Achternamenindex

Jan, bisschop van Utrecht, geeft aan zijn maarschalk Sueder van Beverweerde last om het Duitse huis bij Utrecht in het bezit te stellen van 2 hoeven land op Atteveld onder Werkhoven, die Willem van Rijswijk van hem in leen heeft gehouden (de Geer tekent hierbij aan dat deze Sweder zich in de voorafgaande oorkonde Sweder van Sulen noemt, in 1288 in een oorkonde als Sweder van Wiltenborch. Hij was zoon van Hadewich, vrouwe van Sulen en Wiltenborch en gehuwd met Hildegunde, die hem de heerlijkheid van Beverwaard bij Werkhoven schijnt aangebracht te hebben. In 1288 zegelt hij met Sweder van Wiltenborch met het wapen van Zuilen. Na de dood van Hildegonde, de vrouw van Swedero ven Beverweerden, erfde een Nicolaas van den Velde het huis Beverwaard, wiens zoon Gerard het in 1307 aan de bisschop van Utrecht opdroeg tijdens diens verblijf te Jutphaas in Heymerics huis van den Rijn)