504 resultaten
Bor van Amerongen | 1453-02-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat voor zijn rentmeester Huge Bul gekomen is Henric Bor van Amerongen en hem opdroeg het goed geheten te Cleijnen Broechagen, in het gerecht van Rijenen, zoals Heinric Bor in tijns hield en Heinric Bor Beijer nu gebruikt; vervolgens ontvangt Danijs van Leefdaell dit goed in tijns; daarna Beernt Freijs van Dolre en die gaf het over aan de jonge Henrick Velkamer [?] ut patet in libro abbatis Mathei de Goch fol 30
tijnsgenoten: Jan van Poel, Jan van Hemert
Bor van Amerongen | 1454-05-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bor van Amerongen maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Salome Woutersdochter van Herwen, 10 gouden Vrancr scilden per jaar uit de hofstede en erve tot Broechagen, gelegen in den kerspel van Rijenen, tijnsgoed
tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Hugo Gerytsz
Beer, de | 1459-11-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 163v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Rutger die Beer Jacobsz maakt tot lijftocht aan zijn vrouw Ryckelant Henric Ghysbertszdochter 12 Beyers gld per jaar uit een erve geheten "die Scalbrenck" [Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henric Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brink tot aan de Biscopsweert toe, "mit sulken engelant, veen, hoefslach, tymmert en berch, als dat van outs gelegen is", en Rutger van de abdij in leen houdt
mannen: Dirc van Oestrum, Ghysbert Henricsz
Baarn, van | 1464-08-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 273v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern draagt op de helft van het veen, 3 roeden breed min [!], gelegen in Hezerveen, opstrekkende van der graft an die meer toe, het hele veen belend oost: Gerijt Reijersz en Henric Goyert Bottersz, west: erfgenamen van Folpert van Amerongen en van Peter Lambert Hamertvelt, ende dat sel wesen die westside van den veen; vervolgens wordt zijn broer Volken van Baern beleend, te komen op diens zoons Aelbert, Gysbert en Aernt, bij zijn vrouw Mouwericius Jan Gysbertszdochter; "verzocht bij joffr. Hildegont, zijn dochter, ut infra fol 218"
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell
Beer, de | 1460-07-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 166
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Egbert de Beer wordt na dode van zijn vader Wouter de Beer beleend met 6 gld per jaar uit een stuk land in Calenveen, en met het erve tot Emmiclaer (zie brief van 1501-05-15, en de kanttekening)
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell
Bosch | 1462-11-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 436v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goesen Bosch Willemsz en zijn zoon Henric Bosch maken tot lijftocht voor Weyndelmoet Henric Bottersdochter, vrouw van Heynric Bosch, 25 gouden Arnh gld uit een stuk land met hofstede gelegen tot Zoest, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Geryt van Hilhort, "voert ut alle ander hoir weylant en engelant dat zy in leen houden"
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Bot | 1466-02-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 178v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Willamsz en zijn zoon Heynric Bot dragen op ½ onderdeylt, van 7 vierdel veen, waarvan zij zelf de andere helft bezitten, gelegen in Heser Veen, strekkende van der ouder grafte tot aen Heser sant toe, belend oost: die Soessche Venen, west: Geryt Kreex erfnaem; vervolgens worden Reijer Reijersz en zijn vrouw Nelle elke voor de helft met dit leen beleend; de ene helft heeft ontvangen "Jacop Splintersz na dode van Reyer snijer ut infra fol 205", de andere helft "versocht Airnt Alertsz na dode van Nelle Reyer Snijers wijf, ut infra fol 209"
mannen: Peter Dyer, Henric van Duven, Evert Petersz van Heesse
Bot | 1466-02-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 467
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bot Petersz maakt zijn 2 zusters Ermgairt en Dibborch: 1) de rechte ½, onderdeylt, van de helft van 7 vierdel veen in Hezerveen, belend boven: die Soessche Venen, beneden: Aelberts erfnamen van Baern, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Soesserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) ½ van een stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeser Veen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten
mannen: Heynrick van Duven, Evert Petersz van Heesse
Bot | 1466-03-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Willemsz en zijn zoon Heinrick dragen op ½ hoeve veen in Heeserveen in een ½ hoeve geheten Schalla[n]tshoeve, "7 ½ roeden breed van de ouder graften dwers gemeten, zuidwaerts op 850 roeden lang na der stat mate van Utrecht, gemeten bodem en voert tusschen den veen dat Jan Walraven van onsen godshuize te leen te houden plach"; vervolgens wordt Jutte, die vrouw van Gerrit Kreecx [Kriec] was, hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen, haar zoon Henrick doet hulde en eed
mannen: Gerrit Dijer, Evert Petersz van Heesse
Baarn, van | 1469-09-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 191
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern Roelofsz wordt na dode van zijn vader Roelof beleend met: 1) de venen in het gerecht van Zoes after Zoester enge, in de Grote Slage, Cleyne Slage en in Heserveen, oost: Reijner Lambertsz en Godevaert Heinric Botterz, west: Peter Hamertveld en Aernts erfgenamen van Amerongen, 2) ½ hoeve veen in Heserveen, oost: Pieter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Pieter Hamertvelt, 3) 8 vierdel veen in Zoeserveen in de Cleyne Slagen, zuid: erfgenamen van Steven van Zulen van Nyevelt, noordt: de gemene grafte, 4) 3½ morgen veen in de Cleyne Slage, zuid: nakomelingen van Henric van Rijn, noord: Henric Gysbertsz, 5) ½ van ½ hoeve veen in de Grote Slage, waarvan Henric Godevaert Botterz de andere toebehoort; Jan de Coninc Henricsz doet de eed voor hem totdat hij mondig is; "nunc filius ipsius Jodocus de Baern, ut in libro abbatis Matheus de Goch fol 12"; Roelof van Baern heeft verkocht aan Jan Gerijtsz een erve groot 2 morgen met een huisje, zonder toestemming van de abdij, daarom heeft hij zijn goed verbeurd (uitgebreide akte)
mannen: Henric de Wit, Goesen van Voerde, Jan van der Anxter
onder staat: "anno XCVIII heeft Rolof voors dese husinge ende hofstede (daar Jan Gerritsz mit eenre husinge opt oesteinde op woent nu anno 1497) ende Arnt Roelofsz heeft dit in leen ontvangen" [deze aantekening houdt verband met een ingeschoven papier]