1705 resultaten

goudsmit, de | 1392-03-23 (1391)

G.A.H. Cartul St Jan no 735, Thesauriersrek 1420, Kerk Rek Haarlem
Achternamenindex

verkoop van een rente van 20 sc Holl per jaar op Bertelmeus Hughe Brouwers (de goudsmit) huis en erf in de Baginestraat (Cartul St Jan no 735); 1437-06-15: verkoop van deze rente; 1448-01-14: de erfgenamen van Bartelmeus de goudsmit, belend in de Bagijnestraat; 1459-03-20: de kinderen van Bartelmeus de goudsmit, belend aldaar; 1420: waacgeld 24 £, Barth de goudsmit (Thes Rek 1420 fol 24v); homan 1417; 1422: schotpond 50 £ (fol 19); 1426: heervaartgeld (fol 37); 1422-1423 en 1435: vroedschap; 1427 en 1428: (fol 12, 14) met Jan Ludenz homanscap; 1432-1433: idem (fol 14v); 1428: (fol 60) Bartelmeus Hoghenz de goudsmit betaald afterstal van gezet geld, 23 £ 12sc; 1428: (kerk rek fol 23v): hem gelevert an barnt zulvers 35 loet tot een monstraney. Nog gelevert 1 Vranc matoen en 1 oude Vranc en 1 Vrancr scilt, van maecloon gegeven 5 clinckerts; 1434 (fol 16v), 1436 (fol 18v), 1438 (fol 15): ontvangt een gans (kerk rek Haarlem); 1439: van 2 loot zilveren doppen en ½ merendeel maken 34 ½ leem (kerk rek 147/14); 1429-1434: van de stad een rente op de visserij te Sparendam (Barth Hughe Brouwersz de goudsmit)

goudsmeden Haarlem

Rijc, de | 1423-08-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 265v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat hij een brief gezien heeft met het zegel van wijlen abt Henric van Bouchout, waarbij deze in erftijns gaf een hoef land gelegen in der Duust, geheten die Kerchorst, "daer ½ van deser voirs hoef lang ofgedwaelt heeft overmits delinge en ghiften"; de abt geeft in tijns aan Coenraet Goesensz en Bronis Willem des Rikendochter: 2 acker land van den kerchove noordwaarts en ⅙ min van 2 acker land gelegen in de halve hoeve geheten Kerchorsthoeve van lande Peter Mense Gherijtsz en zijn broer Philips, die zes dachmaet land hebben in dezelfde hoeve, strekkende aan het land van Gelre, belend noord: Willam Jan Seibertsz erfgenamen en Claes Goedenz erfgenamen, zuid: Lambert Jacobsz en zijn vrouw Alyt; erftijns: 1⅙£ zwarte, te betalen jaarlijks in onsen hove tot Emmiclaer; "Dit heeft ontfangen Peter Ghise Petersz.z. (vint men over drie blade afterwert)", "Item dit heeft nu anno 1495 Jan Brant, borger te Amersfoort"; Lambert Jacobsz en zijn vrouw Alyt ontvangen op dezelfde dag ook de helft van de Kerchorst, ook tegen een tijns van 1⅙£ zwart; "Dit heeft t cloester St Barbara te Amersfoert anno 1485, ut infra fol 278"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Jan Lambertsz

Bouchorst, van der | 1425-12-15

Inv Arch Kerkvoogdij St Bavo Haarlem no 186 fol 57 regest 80/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Achternamenindex

Vranck van der Boechorst oorkondt: want ick mij bekenne ende belije wel voldaen ende vernuecht van zulker medegaven ende gelooften als my Dirc van Bakenesse mijn zweder mit Katrynen zijnre dochter, mijn wittachtig wijf in huwelixen voerwaerden toegeseit, bezegelt ende geloeft heeft mit sulken goede als hierna gescreven staen die ic daervoer eygentlick hebben ende gebruycken zal: 1) bij der stede van t s Gravenzand ⅓ deel van 10 morgen lands leggende gemeen met Bertelmeeus Geryt Florysz.z die deselve ⅔ deel v.d. lande voers. toebehorende is, 2) ½ van 8 morgen lands in den Poeldyck ende op deze tijt in huerware hebben Mouwerijn Philipsz erfgenamen, 2) te Catwijc 1½ morgen lants leggende achter Heynric Hermansz woninge, mijns zwagers, op die Bilt, 2) noch aldaer bij den duufhuse twee ackeren lants geheten Jouffer Beatrijsen lant, 3) noch daarbij omtrent ½ morgen lants geheten Aechte Heymans acker, 4) omtrent 1 morgen lants in die Noordt nesse, 5) achter Lisse aldaer in die Noordtveen van Amelgairs veen, daer sijn boede op staet tot Hillegommerbeeck waert mit dubben ende laechten daer in gemeten ende gerekent omtrent 6 morgen veens 2½ hont ende 4 gaerden, dat op elke morgen van den voors. veen staat sjaars 12 penn. heren gelts ende is hofpacht. Vranck erkent hiermede door Dirc van Bakenesse, zijn zweder, voldaan te zijn

niet gecoll. Zie fiche; St Bavo Haarlem

Arkel, van | 1341-01-25/26 (1342)

R.A.H. Coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282; Van Mieris II p 644, 645, 646 (datum: 1341-01-27); Kemp p 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex

graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1) aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2) boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetsij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3) Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4) nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (fol 280 t/m 282); 1342-01-26: de graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel

borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel [van Noordeloos], Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders; Jan Westvalinc, knape

Asperen, van | 1341-01-26

R.A.H. coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282/Van Mieris II p 644, 645 en 646/ Kemp bl 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex

graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1. aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2. boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetzij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3. Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4. nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (zie fol 280 t/m 282). De graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel

borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel, Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders, Jan Westvaling, knape

Alkemade, van | 1521-09-04

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 327
Achternamenindex

Heynrick van Alkemade en zijn vrouw Clara, dochter van Gerrit Buytewech, maken hun testament te Leiden (dl IV dossier 327/4); 1518-05-10: attestatie van schepenen van Leiden betreffende de laatste wil van Heynric en Clara; 1516-10-12: certificatie waarin Henric van Alkemade belooft zijn broer Willem Cuyper schadeloos te houden ( dossier 327/I sub b I en II); 1522-1528: heer Willem Cuser, kanunnik van St Pancraskerk te Leiden en zijn broer Henric van Alkemade beloofden op 1516-09-06 aan mr Gheryt van Laen, advocaat bij het Hof van Holland 1500 R gld als medegave bij zijn huwelijk met jvr Adriane, dochter van Henric van Alkemade, als onderpand: 10 morgen te Rijswijk, 4 morgen te Warmond en 5 morgen te Alkemade; hij mocht ook geld vragen iplv de 10 morgen te Rijswijk, dat probeert hij 3 jaar zonder succes; 1521: stierf Henric, en mr Gheryt sprak diens weduwe Clara dochter van Pieter Buytwech aan. Ook sprak hij het goed van heer Willem Cuser te Warmond aan, doch deze verweerde zich hiertegen met succes op grond van een obligatie van 1000 gld die hij van zijn broer Henric ontvangen had; 1525: Clara ging in beroep bij het Hof van Holland (dl IV dossier 327)

Bosch, van | 1493-04-23

Arch Kerken Leiden regest 2150/Arch St Pancraskerk Inv no 1065
Achternamenindex

de executeurs testamentair van Marie [dochter van Margaretha Willemsdochter van Bosch] vrouw van Dammaes Symonsz, stichten bij akte voor notaris Joh.Joh. De Leyden twee vicarieen van het H Sacrament en van OLVrouwe op het H Kruisaltaar in de St Pancraskerk te Leiden en schenken hieraan een woning en 13 morgen land aan de Rijn in Arleveen, renten van 2 gouden nobel en 3 £, verzekerd op land aan de Vliet en aan de Heerwech in Voerscoten, 15 stuiver op 3 morgen naast Schakenbosch aldaar, 13 stuiver op een huis aan de Broertgesgraft, 7 £ op 1/4 van 13½ en 2 morgen aan de Lytwech, de Heerwech en de Banwetering in Wassenaar, 3 £ aan de Heerwech en de wetering in Voerburgh, 5 morgen aan de nieuwe sloot en de Leyde om Arleveen, 1 Wilhelmschild op 8 morgen aan de Banvliet in Veorschoten, de helft van 5+8+2 hond en van 5 kwartieren houtland aan de Heerwech, de Pape Zijl en de Beeck in Catwijck, en verder een verguld zilveren kelk, een misgewaad en een missaal. Bij nalaten der missen zullen de vicarissen boete betalen aan de Kerk opt Hoghelant. Deken en kapitten bevestigen deze brief 23-04-1493, de bevestiging door de bisschop 23-05-1494

zegels van de executeurs: Pieter Hazer, Philips Bartholomeus en Dammaes Symonsz

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 77v, 78v, 78
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Lysbet Roelof Hollendochter vrouw van Geryt Doijs van Bomel 6 ½ hont en 18 roeden in Wycker mate in de maelscap van Mauderick, strekkende van de Bandijk tot aan Arnts hofstede van Helsdingen, belend boven: Geryt Doijs, beneden: Aernt van Helsdingen. Van welk land Gerijt Doijs de heer van Culemborg het eigendom opdroeg, en Lysbet weer ontvangen heeft. - Henrick van der Eme Roelofsz van der Eme 1 hofstede van 8 morgen in de maelscap van Mauderick op de Prick. Belend boven: Jorden Doijs, beneden: de vrouw van Herman Gibenz en haar kinderen, strekkende van de Prickstrate op aan de Grote Broeck. Dit leen draagt hij op aan Reijnalt van Mauderick. - Ponsken Jansz 8 hont tot Rijswijck, strekkende van der Wyfdijc met alinck der Wijfdijck die teynden deze 7 hont gelegen zijn aan de Schonenkamp, belend boven: Jorden Doijs, beneden: de hertog van Gelre. - 7 hont die Gerit Doys van Bomel opdroeg, in Ryswicker maelscap in de Wyfdijcx velt, strekkende van Ponskens land aan die Broekstege, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: Jorden Doijs. - Reynalt van Mauderick 11 ½ morgen in de maelscap van Mauderic geheten in de Enge en de Suevengerden, strekken met het ene eind aan Dirck Doijs land van Avesaet en aan de gemene straat, Belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: Roelant Saffentynsz

Dorp, van | 1486-07-28

Arch Kapittel St Marie op het Hof te 's Hage regest no 347, 454, 455, 456, 461; Arch Kapittel in den Hage regest 424
Achternamenindex

Cornelis van Dorp, ridder, verklaart verkocht te hebben aan zijn neef Symon Jan Mathysz van Dageraert een jaarrente van 10 £ Holl verzekerd op 28 morgen land in het ambacht van Dorp gelegen. Hierbij staat aangetekend dat deze rente gelost is en de penningen gebruikt voor de koop der gorzen van Piershil; 1499-10-14: het Hof van Holland oordeelt dat Cornelis van Dorp en de graaf van Egmond geen recht hebben op zekere landerijen buiten het bedijkte land van Putten; 1504-02-11: Aechte van Boschuysen, weduwe van heer Cornelis van Dorp, ridder, en haar zoons Aernt van Dorp, kanunnik in den Hage, en Adriaan van Dorp verkopen ⅛ deel van de gorsen van Piershil (bij monde van Jacob van Dorp hadden zij zich eerst verzet) aan hun neef Cornelis van Overstege; 1504-03-19: schepenen in Goudswaert alias den Corendijk oorkonden dat Arien van Dorp mede namens zijn broeder heer Aernt van Dorp, zijnde erfgenamen van heer Cornelis van Dorp, ridder, ⅛ deel van een gors te Piershil heeft overgedragen aan Cornelis van Oversteghe; 1504-04-30: in de door hen aan de graaf van Egmond verkochte gorsen zijn niet begrepen de gorsen nagelaten door wijlen Cornelis van Almond; 1504-11-04: ontvangst van de koopprijs (vgl 1492-07-06, 1502-12-18)

Haestrecht, van | 1521-01-23

Inv Arch Nassau Domeinraad regest 2685/Inv Arch Belgique 1870 dl I p 207
Achternamenindex

schepenen en raad van 's Hertogenbosch oorkonden dat jvr Beerthoult dochter van Willem van Wyck, weduwe van Willem van Haestrecht heer van Druenen, met haar beide zoons Frans en Willem en jvr Margriet dochter van Jan van Haestrecht, weduwe van Robbrecht van Malsen heer van Tylborch en Goirle, met haar 6 kinderen, mr Baltazar van Vlyerden, advocaat en Jan van der Goten, procureur-postulant bij de Raad van Brabant, machtigen om voor de Raad en het Leenhof van Brabant aan Henrick graaf van Nassouwen, wanneer deze dat verlangt, de heerlijkheden Drunen, Tylborch en Goirle over te geven, zoals zij die pandsgewijs in bezit hebben van de hertog van Brabant, tegen betaling van de pandsom de heerlijkheden hiervoor te verbinden en zich hierin te laten condemneren, alles op voorwaarde dat de graaf van Nassouw voordat het transport heeft plaats gehad, de heerlijkheden noch de administratie daaraan mag overdragen aan Ysebrant van Colster of iemand anders uit hoofde van de goederen die diens moeder, broers en zusters in die heerlijkheden bezitten; 1521-06-30: keizer Karel oorkondt dat het Leenhof mr Balthazar van Vlierden ten verzoeke van Jan van der Ghoten, procureur van de graaf van Nassau, condemneert in de uitvoering van genoemde procuratie