14 resultaten
Blokland, van | 1407-04-17
R.A.H. Coll Aanw 96, Caput West Vrieslant fol 179v en 180; Memoriale B.J. 1407/8 fol 37v, Coll Aanw 70 fol 52v
Achternamenindex
hertog Willem machtigt de rentmeester van Altena om aan Geryt van Giezen de vrije eigendom te geven van 10 morgen land in het gerecht van Andel in Daemshoeve, die Henrick van Andel van de hofstad van Altena in leen hield en die jvr Ave Henrics weduwe, jvr Lysbeth haar dochter en Jan van Bloclant nu bezitten en gebruiken, belend oost: Aernt Lemkensz en Louwerens Woutersz, west: Willem Dircksz en Engelram erfnamen van Andel, strekkende van de Hoecgrave ter wateringe toe. Ongeveer hetzelfde stuk met als datum 1407 -06-18 ook in het Memoriale etc, achter Jan van Bloclandt staat hier "hoir zwager"
Leyenburg, van | 1452-03-22
R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Z.H. fol 48v/Reg Principum fol 37
Achternamenindex
hertog Philips beleent Florys van Kyfhoek met de lenen hem aangekomen van zijn vader Florys van Kyfhoeck: 1) Henriyck Yenambacht en Scildmanskinderenambacht, 2) de hofstede daar Henric Ye op woonde, 3) 2 morgen geheten den Oirt, 4) 9 morgen geheten de Steenplaets, 5) de hofstede Wittensteyn aldaar butendycs, 6) 5 morgen in de Crimpenerwaert in het gerecht van Langerak, die Louwerens Gysbrechtsz voort van hem hout, 7)het dorp van oude Goudriaen, hoog en laag gerecht, tyns, tienden, en alle goeden, renten en toebehooren (leen van Arkel). Tot zulken recht als syn vader en daar tevoren heer Aernt van Leyenberch ende zijn voirders te houden plachten
Haestrecht, van | 1386-10-10
Van Mieris III p 451
Achternamenindex
Pauwels van Haestrecht, baljuw van Zuidholland oorkondt dat heer Jan van Arkel heer van Noordeloos voor de vierschaar gedaagd was wegens ee nschuld aan de heer van Oesterhout, niet verschenen was en daarom voor trouweloos, eerloos en meinedig verklaard is
Jan van Wyeldrecht, Willem die Moelenaer Pauwelsz, Colin Schillemansz, Jacob Gheeraedsz, Louwerens Woutersz, Godevaert Pieter Kintsz
Arkel, van | 1386-10-10
Van Mieris III p 451
Achternamenindex
Pauwels van Haestrecht heer van Loon en baljuw van Zuid Holland oorkondt dat Jan van Stolwijc een brief heeft overgebracht inhoudende dat Jan van Erkel, heer van Noordeloos aan de heer van Oesterhout 40 goede gouden Roemschen Mattoenen, 50 goed oude gouden Vrancrijcsche schilden en achthalf marke Ludikse scher troys schuldig was. Hij had de brief niet beantwoord en wordt vonnis gedaan: "der mannen vornoemt, wuitteloes, trouweloes, eerloes ende meyneedich, sijn wapen uyt te hangen en te verheeren na den rechte en costume an der vierschare vornoemt."
bezegeld: Jan van Wyeldrecht, Willem die Moelenaer Pauwelsz, Colin Scilemansz, Jacob Gheeraedsz, Louwerens Woutersz, Godevaert Pieter Kintsz