30 resultaten

Wolf, de | 1425-10-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 126
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ghijsbert die Wolf draagt over 2 acker land in het kerspel van Zoes, strekkende van de brinck in die Eem, belend boven: Ghijsbert Dirck Willamsz.z, beneden: Dirck Stevensz; vervolgens ontvangt Gherijt Jansz van Baern dit goed tot een goed onversterfelijk erfleen; "Item die Birct" [wsch is bedoeld dat dit goed daarna gekomen is aan het klooster in de Birct]

mannen: Ghysbert Godscalc, Jan van Hamelenberge

Borssele, van | 1423-11-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 336
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Henric van Berselen heer van der Veer en van Sandenburch begeerde van hem te mogen kopen en beleend te worden met ⅛ deel van de grote tiende in Biggekerke, zoals zijn heer en vader heer Wolfart van de abdij in leen hield en met verzuim aan de abdij vervallen is; hij wordt vervolgens beleend tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 12 scell Conincs Tourn; dezelfde dag verzoekt Henric eveneens beleend te worden met al het goed dat zijn ouders in leen hielden en ook aan de abdij vervallen was, en hij wordt beleend met de tiende in Zuid Beveland in het kerspel van der Nysse, tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 4 oude Conincs Tourn grote en een goede maaltijd of 2 Conincs Tourn

leenmannen: Henric Valck, Willem Boudewynsz, Gysbert Godscalc

Borre | 1426-01-05~ (1425)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Jan Borre Claes Bannenz.z maakt Jan Jacob Egbertsz.z en Jacob Janszn voirs die Jan bij zijn vrouw Reyns heeft, elk 10 scilden per jaar die bisschop Frederic dede slaan, vrilike te ghebruken, elc sijn lijf, uit ½ hoeve en een vierdeel land gelegen op Seldert in het kerspel van Loesden, belend oost: Bertout Duwer, Ghysbert van Lodensteyn en Elys van Wede, west: Geryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutzen erfgenamen

mannen: Gysbert Godscalc, Aelbert Willemsz van Anxstel

Cock, de | 1425-06-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 13v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent Engbert den Kock na opdracht door Gheryt van Amersoijen Gerytsz met 5 morgen ½ hont land in Bommelerweerd, in het gericht van Wordraghen op die Gheerden, belend ene zijde: erfenis des autaers tot Ameyden, andere zijde: land der heiliger kercke van Amersoyen; "Ende dit heeft ontfangen Alijt Reijnen Bernt Matheusz wijf"

mannen: Jan over die Vechte, Gysbert Godscalc

Cloetinge, van | 1423-06-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 332v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerardus de Damasco oorkondt dat hij de 4 ½ gemeten tienden in parochia ter Nyesse op Zuidbeveland, die filii Johannis Willoudi de Cloetingen houdt et una predictarum mensurarum quas Johannes filius Willoudi filli Danielis houdt, doch door verzuim van Johannis Willoudi aan de abdij vervallen waren, en vervolgens door Daniel filius Willoudi, broer van genoemde Johannis gekocht was, en vervolgens ontvangt Daniel dit in leen, tegen een pacht van 3 oude groten Tourn per jaar (vgl 1440-06-30, 1473-03-19)

presentibus: de abt van Middelborch en Gysbert Godscalc, nostris vasallis

Valck | 1423-06-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 330, 339
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Valck Jan Hugemansz broeder wordt beleend met de helft van een tiende gelegen in het kerspel van Oester Sobborch, geheten ver Lysbettenkinder tiende, en wijlen heer Huge Bloc en daarna wijlen Jan Hugemansz in leen hielden, tegen een jaarlijkse pacht van ½ £ zwarte Tourn en een maaltijd of 2 zwarte Tourn; "dese is doet ende here Jan, syn soen, heeft dit goed versocht hierna"; 1424-09-09: beleend heer Jan Valck Henricsz (vgl 1423-06-21)

mannen: heer Peter Jacobsz, canonic tot Middelborch, Gysbert Goedscalc; mannen: Ghysbert Godscalc, Evert van Doem

Rover van Vianen, de | 1423-07-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 60v, 64v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Heynric die Rover van Vianen met zijn vader Jan als voogd, en "versocht an ons te goeder tijt die 100 £ zwarte payments sjaers, die Jan van Zulen, knaep, heren Dircs soens van Zulen, ridder, in voirtiden van onser abdien te leen hielt erflike uit 44 morgen lants mitten huse gelegen tot Hermelen als die here Dirc van Zulen, ridder, in voirtiden van onser abdien te leen hielt"; Jan doet de eed voor zijn zoon Henric, zodra hij mondig is, zal hij zelf de eed doen; "Dese is seker mondich ende heeft dese pacht an ons versocht gelyc men in dat vierde blat hierna vynden sal"; 1425-11-13: Henric die Rover van Vyanen verzoekt nu zelf de belening

leenmannen: Jan de Coninc, Vrederic van Voerde, Tyman de Lange; 1425: Jan van Amerongen, Gysbert Godscalc

Tuer | 1424-09-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61v, 134v, 135v, 152v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet met haar man Lambert Tueren als voogd draagt over de lijftocht die zij had aan: 1) 4 dachmaet lants gelegen op ter Eme in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp lant streckende van den Brinck an Wouter Willamsz maet toe, die Stevens plach te wesen, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Muschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede mitten engeland, van den brinck streckende an den overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) den Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7)½ mud lands, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: die heren van Oudmunster, 8) een schepel lants, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem [1453 in margine: dit vierdel heeft ontfangen overmits een maeck Willem van Oostrum Dircsz (fol 4); mr Aelbert Buer, prior van de Certrosen te Utecht ontvangt älles; "dit heeft nu Peter van Coelenberch, apud dom. Ger. de nova ecclesia fol 292"; "Daerna hebben de Carthuizers dit goet overgegeven ende heeft ontfangen Claes van Oestrum fol 134"; 1440-03-23: broeder Johan Voss van het Carthuizer klooster draagt op al dit goed en Claes van Oestrum wordt beleend, en maakt het tot lijftocht voor zijn vrouw Agniese Willemsdochter van Nyenvelde; 1453-03-04: beleend Dirc van Oestrum na dode van zijn vader Claes

mannen: Gysbert Godscalc, Vrederic van Voerde, Willem van der Meer; 1453: Zoude van Rijn, Gosen Willamsz

Poeijt | 1421-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 112v, 113, 126v, 127v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden Poeijt Evertsz draagt over dat ½ slach lants, onderdeylt, gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije, vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrix erfnamen van Endoven; vervolgens wordt Reyner Poeijt Evertsz hiermee beleend; onder staat (doorgehaald): "Int jaer dat men screef XXV op den 8e dach van OLVr conceptio, droech Reyner Eversz, op alle alsulke goede als hi van onser abdien hielt, ende die ontfenc Jan van Amerongen"; daaronder staat (Doorgehaald): "Int jaer ons Heren als men screef XXVI des Donredages na St Pauwelsdach conversio droech Jan van Amerongen op ½ van desen goede voors. ende dat ontfenc Joffer Foijse Gysberts wijf van der Maet was dair voir gehult Proest van Stoutenborch"; 1425-12-16~: Reyner Poijt Evertsz draagt dit op tbv Jan van Amerongen, die beleend wordt; 1426-07-04: Jan van Amerongen draagt "die alinge helft van den slage" op tbv jvr Foijse, die vrouw van Ghijsbert van der Maet was, zij wordt beleend; 1426-04-03: Jan van Amerongen draagt over: een ¼ tbv Godert van der Maet, en ¼ tbv Geertruud Rolofsdochter van der Maet, en zij worden beleend

mannen: Tyman de Langhe, Evert van Doem; Jacob die Voecht, Roelof van Wisschel; 1426: Vrederic van den Voerde, Gysbert Godscalc; Tyman de Lange, Roloff van Wisschel

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 124
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, monniken en capittelaers van St Paulus zetten, met consent van de bisschop, alle hofgoed en tijnsgoed gelegen in den kerspel van Loesden, Zoes, de buerscap van Heze en op Zeyster Oever, om in onversterfelijke erflenen; Jan Borre Claes Bannenz draagt op een hoeve land gelegen in de maelscap van Weede en van Emminglaer in het kerspel van Loesden, geheten Lienlaer, met alle toebehoren, tijnsgoed, en vervolgens ontvangt Jan het in onversterfelijk erfleen. "Dese hoeve heeft Margriet Jan Bannenwijf half ontfangen Pelgrimsdochter. Ende des brief staet over dat 3e blat"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Johan Lambertsz; voor leenmannen: Geryt Zoes, Gijsbert Godscalc, Gerrit Petersz; Gheryt van Damassche, abt, Jan Binmaert, prior, Florens van Zevenhuysen, Geryt van Amersoyen, Willam uijten Hage en Jan Taers, monniken en capittelaers van St Paulus