Dalem, van | 1413-09-18

Arch Nassau Domeinraad regest 1004

Achternamenindex

Engbrecht graaf van Nassau heer van de Leck en Breda en Henric van Berghen heer van Grimbergen en Melijn, beloven zich te zullen houden aan de uitspraak die Willem van Dalem heer van Donga, Herman van Zelbach geheten van den Loe, drossaard, en Henrick van den Water, burgemeester van Breda, ter ener-, en heer Jan van Grembergen heer van Assche, Gheert van Cockelbergen, amman van Brussel en Jan Jansz van Ghestel anderzijds, doen zullen in de geschillen die bij de uitspraak door de hertog van Brabant nog onbeslist gebleven zijn

zie de uitspraak bij Van Goor IVe Boek no 90

Aleman | 1422-03-08 (1421)

R.A.H. Coll Aanw 76 fol 291v/ Memoriale in Beyeren anno 1421 N fol 93

Achternamenindex

hertog Jan oorkondt dat Dirc Willem heer Aelmansz.z. met anderen gevangen heeft gezeten te Gorinchem, en dat dit ong 300 scilden gekost heeft. Dat hij nu "nae syn have oic verloeren heeft in Oist Vriesland bij onsen geminden heeren Floris van van Alcmaede die dair doet gebleven is. soe hebben wij aengesien sijn verlies ende armoede en hem gegeven 8 Engelsche nobels s jaers, als Willem heren Aelmansz syn vader in onsen lande van Wourden te hebben plagh, durende zijn leven lang". Met bevel aan de rentmeester van Woerden om dit bedrag jaarlijks op 11 November aan Dirck Willemsz uit te reiken

Lippe, van der | 1700, 1707, 1711

V.R.O.A. 1909 p 177 no 419-423/Arch Detmold Brederode

Achternamenindex

staten van de inkomsten en lasten in Nederland van de regerende graaf van der Lippe (no 418); 1689, 1690: rekening van de domeinen van Vianen, Ameide, Meerkerk en Noordeloos (no 419); (no 420, 421) opbrengst in 1695 en aanmerkingen op de rekening van de domeinen; (no 422) lijst van de in 1669 onverpacht gebleven goederen te Vianen, Ameide en Meerkerk; 1717, 1723: staten van de inkomsten en lasten van die domeinen; (no 423) opgaven van de ontvangsten en uitgaven van de domeinen van Haaften, Herwijne, Hellouw, Tuil, Weerdenburg, Est en Rumpt, en afschriften van afrekeningen van de rentmeesterde meeste met Maanmeesters [!] 1660-1689

Huessen, van | 1422-09-09

Rechtspraak Graaf van Holland III p 164; R.A.H. Coll Aanw 77 fol 60/Memoriale Ducis Johannis fol 38

Achternamenindex

hertog Johan oorkondt "also over lange tijden gescille ende twijdrachte gestaen heeft tusschen onser stede van Naerden op die een syde en Jans magen van Huessen als van desselven Jans dode op d'ander sijde, welker sake in voirleden tyden van beijden sijden an ons gebleven is": 1) Herman Wege die van des voirs. Jans van Huessen doot slage beruft is zal cloesterwynninge ende zielmissen en voetval doen en over eede nemen in de kerke tot Amstelredamme; 2) de stad Naerden moet aan Jans magen van Huessen 450 gouden Vrankr cronen betalen, waarvan Herman Weghe 100 moet betalen, waarvoor Reyner Zwan, Ghysken Claesz en Symon Haec borg zijn. Van dit geld zal heffer zijn Bertout van Huessen Jansz, behoudelic dat hij t an goeden erve beleggen sal bij raad en goeddunken van zijn oom Clais van Huessen en zijn neef Ruysch Jacob Coppenz.z. Dit zeggen te voldoen op een boete van 1000 Vr cronen. Op dezelfde blz staat nog: Soe een soene geseecht is als dat gebleven was an minen gen. here ende synen rade van Jans dode van Huessen, so syn dit diegene die dieselve soene houden ende volbueren willen: Yerst Ghysken Claesz, Herman Wege, Evert Volkensz, Hein Wildinck, Symon Haec, Willem Coppertsz, Tyman Meijnsen, Hein Jan Wittenz, Abel, Matheys Meynaertz, Aelbrecht Mathysz, Korstiaen Arntsz, PeterRolofsz. Item sal een vrede wesen van den lesten dage 6 weken dairna

Brederode, van | 1638-02-09

V.R.O.A. 1909 p 156 no 283, 284, 285, 286 /Arch Detmold Brederode

Achternamenindex

approbatie van Johan Wolfert heer van Brederode van een contract van zijnentwege gemaakt over de koop van diamanten en een negotiatie; 1647-03-12: vrijgeleide van don Manuel van Castel Rodrigo, luitenant generaal van de Nederlanden voor de gravin van Brederode, om van den Bosch naar Spa en Aken te gaan; 1647-1657: brieven van Otto Gelder, graaf van Limburg Stirum en anderen aan de gravin douagière van Brederode, en over een schuld van graaf Hans Adolf van Stirum waarvoor van Brederode borg gebleven was; 1658, 1660: memorie van obligatie door de douairière van Brederode en haar kinderen, dienende tot haar nazicht, met latere aantekeningen

Uitwijk, van | 1481-11-13

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 118/Geëxtendeerde Sententiën p 197, 422, 417

Achternamenindex

Dirk van Uytwyk, man van de weduwe van Willem Ghysen in leven schout van Geertruidenberg contra deken en kapittel van St Geerdenberg; beroep tegen vonnis van het Hof van Holland: de schout-dijkgraaf Willem Ghijsen zou zich door schepenen en heemraden een stuk grond van het kapittel hebben laten toewijzen omdat verweerders in gebreke gebleven waren een door dijkgraaf en heemraden vastgestelde bijdrage in de kosten van een nieuwe weg te betalen; het Hof herstelt verweerders in het bezit, maar laat eiser de genoten vruchten; de Grote Raad bevestigt het vonnis maar bepaalt bovendien dat verweerders nog een bedrag aan eiser dienen te betalen

Droom | 1414-01-31

Rechtspraak Graaf van Holland II p 249

Achternamenindex

de zoen van Pieter Droom's dood: hertog Willem oorkondt dat Dirc Willemsz van den Woude met magen en helpers ter ener zijde, de uitspraak over de doodslag op Pieter Droem is gebleven aan heer Daniel Boon, priester, Lottyn Gherytsz als maecslude Dirc Willemsz en zijn vriende aan de ene zijde; Jan Willem Dirc Claes Burgerszsz met zijn magen aan de andere zijde, de uitspraak is gebleven aan Gheryt uten Hage en Huge van Diemen als maecslude. Dat genoemde 4 maecslude het niet eens konden worden en de hertog nu zelf uitspraak doet, waarbij hij bepaalt dat: "Dirc Willems van de Woude voor de zoen zal betalen 750 £ , waarvan de hertog 225 £ toekomen, en de vrouw van Jacob Jansz in wier huis de doodslag plaats had ook 25 £ , zodat Pieter Drooms magen 500 £ zullen ontvangen. De 200 £ die Jan Willem nog schuldig is en niet betaald heeft wegens de doodslag op Willem van de Woude, die zullen Dirc van de Woude Willemsz een korting op zijn betaling zijn; de 25 £ die Claes Symon Symons bastaardzoon van Zaenden noch schuldig is van 1/8 van zijn magen, daar hij Jan Willem voirs of aengaet, van de dood van Willem van den Woude, dat zal Dirc van den Woude ook in korting gebracht worden. En dat zal gaan van der maechzoen, daar Clais Symons bastaardszoon Jan Willem of aengaet. En deze 225 £ die Jan Willem ende Claes de bastaard schuldig zijn, die waarderen wij voor 200 zulken ponde als deze zoen op gezet is". Voorts zullen er 500 zielemissen gelezen moeten worden

heffers: Dirc Brunincsz, Dirc van Tetrode, Floris van Spaernwoude en Jacob Jansz (in wiens huis de doodslag had plaatsgevonden)

Woude, van den | 1414-01-31

Rechtspraak Graaf van Holland II p 249

Achternamenindex

de zoen van Pieter Droom's dood: hertog Willem oorkondt dat Dirc Willemsz van den Woude met magen en helpers ter ener zijde, de uitspraak over de doodslag op Pieter Droem is gebleven aan heer Daniel Boon, priester, Lottyn Gherytsz als maecslude Dirc Willemsz en zijn vriende aan de ene zijde; Jan Willem Dirc Claes Burgerszsz met zijn magen aan de andere zijde, de uitspraak is gebleven aan Gheryt uten Hage en Huge van Diemen als maecslude. Dat genoemde 4 maecslude het niet eens konden worden en de hertog nu zelf uitspraak doet, waarbij hij bepaalt dat: "Dirc Willems van de Woude voor de zoen zal betalen 750 £ , waarvan de hertog 225 £ toekomen, en de vrouw van Jacob Jansz in wier huis de doodslag plaats had ook 25 £ , zodat Pieter Drooms magen 500 £ zullen ontvangen. De 200 £ die Jan Willem nog schuldig is en niet betaald heeft wegens de doodslag op Willem van de Woude, die zullen Dirc van de Woude Willemsz een korting op zijn betaling zijn; de 25 £ die Claes Symon Symons bastaardzoon van Zaenden noch schuldig is van ⅛ van zijn magen, daar hij Jan Willem voirs of aengaet, van de dood van Willem van den Woude, dat zal Dirc van den Woude ook in korting gebracht worden. En dat zal gaan van der maechzoen, daar Clais Symons bastaardszoon Jan Willem of aengaet. En deze 225 £ die Jan Willem ende Claes de bastaard schuldig zijn, die waarderen wij voor 200 zulken ponde als deze zoen op gezet is". Voorts zullen er 500 zielemissen gelezen moeten worden

heffers: Dirc Brunincsz, Dirc van Tetrode, Floris van Spaernwoude en Jacob Jansz (in wiens huis de doodslag had plaatsgevonden)

Polanen, van | 1476-10-01 - 1477-09-30

Rek Rentmeester Arkel, Lede no 2212 fol 37, 41, 61

Achternamenindex

ontvangst van nakoop: "als van den goeden gebleven achter wilen Jan van Polanen bastaert gestorven in den land van der Lede omtrent Bamis anno LXXVI, daerom hier niet"; van der successie nede besterfenisse an mijnen herge gecomen bij den overlijden van wijlen Jan de bastaert van Pelanen, die welke aflivich wort tot Scoenrewoerde op ten 10e dach in octobri LXXV"en achterliet 227 £ 12sc 8d; hij had geen ander goed dan 20 morgen land in Ackoy en 7 morgen in Huekelem, die zijn vader hem gegeven had, onder conditie dat dit land bij kinderloos overlijden op hem zou terugkomen, hetgeen nu gebeurd was; van zijn huisraad ging de helft naar de erfgenamen van moederszijde: Claeis van Cronenburch, Jan de Burchgrave, Jan en Dirc van CLoetwijc, heer Pouwels Moeijs en meer anderen

Smit | 1543-01-12

Schepenrol Hoorn 4147

Achternamenindex

"Achtervolgend d'eijsch ende conclusie genomen bij den schout op ende jegens een Jacob Pietersz de smit, dat diezelve tot diversche stonden ende tijden bedreven soude hebben sekere insolentien van zijn wijf bloedich ende blaeu te smiten ende alsoe vuyten huijse te jagen, dat hij ter cause van dien behoert gecorrigeert te wesen nae gelegentheyt van de saicken tot arbitrage van mijn heren van den gerechte. Ende alsoe deselve Jacob op geenen dagen hem beteijken voor recht gecomen is, maer altijt vellich gebleven. Alsoe nae goede informatie die myn Heren van den gerecht hiervan gebleken is, condemneren deselve gedaechde dat hij sculdich sal wesen de schout te bethalen die somme van 11 Karol gld tuschen dit ende die naeste rechtdach, of bij gebreecke van dien dat hij die houten huijck sal dragen"