62 resultaten
Heukelom, van | 1474-03-08
R.A.H. Coll Aanw 105 Heukelom fol 20v/Reg Karolus A II fol 6v
Achternamenindex
hertog Karel oorkondt dat Dirc van Hukelem Dircxz hem heeft opgedragen de eigendom van een weerd geheten de Coudenhovense weert of de Corenweert met de Kettersweerd met toebehoren, behoudelick ons onser heerlijkheid, tienden ende optogen an den Weerden van den visscherijen in den Einge tusschen den Hoofdijk ende de linge, met ackeren, weyden, griende, riet, steenplaatsen, gelegen tegen Vrieswyck in de heerlijkheid van Huekelem, "alsoe sijnen vader die in rechten bruederscheydinge ende in vaders erfnisse bewijst zijn van onser heerlijkheid van Hoeckelem, volgens den doorstoken brief, die hem aanbestorven zijn, en in welker rustiger possessie hij thans is". De hertog beleent hem er vervolgens mee tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 10 schell Holl daarvoor (vgl 1424 des Donresdages na St Martynsdag in den Winter)
Beets, van der | 1419-05-27
Rechtspraak Graaf van Holland III p 287
Achternamenindex
lofnisse Bartout Pietersz van der Beetz: " item des saterdages upten 27 dach in Mey is gecomen voir den tresorier here Florens van Borssel, Bartout Pietersz ende Pieter Gaefszoen ende heeft gelooft an dez tresoriershant tot mijns heren behoef up sijn lijf ende op sijn goet te beteren bi den tresorier, bi Willem van Brederode ende bij andere mins heren rade, die de tresorier dairbij neme sal, sulke brueken als dair him die scout van Yedam up en Manendage naistcomende van mijns heren wegen of toegesproken soude hebben. Ende heeft him vorder verwilkoert, dat hi dair geen weer tegen doen en sal met genen rechte geestlic noch waerlic sonder argelist. Mit vorwairden worde Bartout niet toegesproken tusschen dit en St Lambrechtsdage naistcomende, so souden zij van den borgtochte vrij ende gecwyt wesen"
borgen: Wouter Willemsz, Gherijt Willemsz, Jan Willemsz., Gheryt van der Beetse, Andries Claesz en Jan Claes
Asperen, van | 1503-03-18
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 20
Achternamenindex
Rutger van den Boetselaer heer van Asperen beleent Herman Rutgersz met 2 morgen land in de heerlijkheid asperen in Willem Ottenzhoeff tusschen erve die papelicke provende onser Vrouwen altaer erve aen d'een zyde ende Symon Jansz aen die ander zyde. Hulde doet voor hem sijn vader Rutger die bastert, met voorwairden dat mr Dirc Folpertsz pastoer van Ackoy ende Guelt Folpertsdochter mr Dirc voirs suster hoir lijftocht aen dese twee morgen land behouden sullen. Voirt noch synt voirwairden wairt sake dat Herman voirs. storve so soude dit voirs. leen sterven opten naesten Herman die Rutger die bastert bij Margriet sijn echte huysfrou nu in der tyt crigen mocht. Ende waert sake dat sij ghenen soen en crege die men Herman noemde so sou dit voors. leen erven op Ott Rutghersz, sinen broeder
Mynden, van | 1466-02-27 (1465)
R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Vriesland fol 7/Reg Et Finis fol 4/Van Mieris Vervolg p 127
Achternamenindex
hertog Philips oorkondt dat onse geminde Melys van Mynden in leen houdt de helft van al de heerlijkheden en goederen van Minden, van der Loosdrecht, van Mynevelt ende van Loenrevenne by der Vechte, met tienden, renten etc, daeraf zijn broeder Jan van Minden die ander helfte bij zijn leven, en bij zijn dood aan Melis verstorven is. De hertog beleent Melis van Mynden met de andere helft van deze heerlijkheden, benevens het slot te Minden, met der helfte van 6 morgen land liggende in t gerecht van der Loosdrecht, opstreckende van der Vecht tusschen der Drecht ende die Blocklane. Tot een erfleen; 1466-02-28: de hertog vergunt hem, daar hij veel zoons en dochters heeft, en zijn goederen meest leengoed zijn, en hij weinig eigen goed heeft, om zijn leengoederen onder zijn kinderen te verdelen, mits zijn oudste zoon het slot ontvangt
Dongen, van | 1455-10-29
Arch Marquette 1106 no 98/Cartul Assumburg
Achternamenindex
Johan graaf van Nassau consenteert erin dat Geryt van Assendelft tot douarie gemaakt heeft voor zijn vrouw Beatrix Jansdochter van Dongen twee van hem gehouden lenen gelegen te Heemskerk, hem aangekomen bij doode van zijn vader Dirk van Assendelft, nl: een huysinge ende hoffstede mitten heymwerve binnen den utersten graften ende voort die laene ende laenacker ende die noortacker tusschen der lanen ende Bauckensacker vuytgeaende gelycke aen den wech ende voort vier geersen ende marsch van Smeetscamp in te meeten zuytwaert. Voert aen in den anderen leene oick gelegen te Heemskerck dat belent heeft zuid: Huygen van Dyemens erfgenamen, noord: Geryts landt van Assendelft voorsz, geheeten Duvevenne, aen de oostzyde: Mairtijn Willemszoen landt ende an dat westeynde des voors.Geryts cleyne boemgaert [NB waarschijnlijk is iets weggevallen en wordt als 2e leen bedoeld de Vrederixvenne, waarvan de belendingen wel genoemd worden]
Heemskerk
Culemborg, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 53, 65, 92v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: leen te Quaelborch en Oerdingen, - Herman Kuuken 1 ½ (of ½ ?) hofstat daer Fije Heijdens op woont te Quaelborch, strekkende met het ene eind aan het Borgervelt op de straat en de boomgaard "tusschen des conincs peerboom enden den Hazel"; - 7 kleine morgen gelegen in het Hollant bij Quaelborch teijnden der coppelen tot Gheselaerwaert tussen de Gheijnschen grave ende Dobbeldeijs kempken en van Danijel Pasyeman en zijn zoon Beernt was; - Henric Preute de hoff ten Broeck in het gerecht van Oerdingen en in het gesticht van Colne (hij heeft dit goed opgedragen en Herman van Loete ontvangen, behalve de lijftocht voor Henrick); - Wynaldus Heymeric van Cleve een hofstede tot Qualborch ind schudt op t Brucke, met het ene einde dat Langervelt heet, en het andere einde dat die hoff kiert int sondt dwers op die strate; - 7 morgen int Hollant bij Quaelborch
Arkel, van | 1591-01-25
R.A. Arnhem Recht Arch hoge Heerl. Ammerzoden Inv 2
Achternamenindex
"die drie huieghen tusschen de heer [Otto van Arkel] en Ottho b. van Arkel; 1591-02-08 den derden huieghen tussen de heer [Otto] en heer Otto b. van Arkel; 1591-02-22; als hiervoor; 1591-03-22 de vierde huieghen tussen de heer, Johan de Ghier en heer Otto b. van Arckel; 1591-03-22: na aanspraak Johan de Ghier op en jegens heer Otto b. van Arckel. Johan de Ghier presenteert den here te verplegen van alzulks hij den here in vervallen mach syn van 3 hele po(a)nden, die Johan de Ghier den here gebracht heeft van onrechte pandinghe jegens heer Otto b. van Arckel en de here daervan genoch te doen;1585-08-03: Gerrit van Swivelt, scholtus van Ammerzoden en Robbert b. van Malsen als man en momber van Engelken van Swivelt verkopen de erfenis van zaliger Cornelia Loeijs, hun grootmoeder aan heer Otto b. van Arkel"
Mathenesse, van | 1424-12-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend
Groesbeek, van | 1445-03-10
Mem Rosa VII-X p 208 no 269, 270, 270a (Brill Uni pers Leiden 1985)
Achternamenindex
belofte van Jacob van Groesbeek om "tusschen dit en den heiligen Pinxterdag" [16 mei] op aanmaning van de Raad verweer te voeren tegen de beschuldiging van medeplichtigheid aan de poging van zijn dienstbode Heylkijn om zijn vrouw met rattekruid om het leven te brengen. Zijn vader Henrick van Groesbeek heeft zich voor deze belofte borg gesteld. Op 9 maart had Heylkin hem in tegenwoordigheid van mr Lodewijc van der Eecke, Jan van der Mye, Gerrit Potter van der Loo, Pieter Engelsz, baljuw van den Haag en Dirck Boudynsz van Zwieten, nadat men haar had "doen besoecken an haer lyff mitter pleije en koirde" in een uitvoerige verklaring over het gebeurde, beschuldigd van medeplichtigheid. Op 10 maart heeft zij voor de Raad deze beschuldiging ingetrokken met het argument dat zij dat "wat sij geseijt hadde tot zijnre belastinge dat zij dat gedaen hadde uit ontsich van pijne ende was sij daarin gedaen hadde dat sij dat uut haerselven gedaen hadde sonder gemants wete ende consent" ; 1445-05: uitgesteld tot 24 juni; 1445-06-22: uitgesteld tot 3 oktober
Nyenrode, van | 1496-09-29
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Amstelland etc fol 13 (fol 8)/Berigten Hist Gen IV p 114/Arch Nyenrode Origineel
Achternamenindex
aartshertog Philips van Oostenrijk beleent Jooste van Nyenrode, na dode van haar vader Jan van Nyenrode, met: 1) het huis Nyenrode ende een vierdeel lants die gelegen is van den Brootdyck uytstreckende in die Vecht. Recht erfleen, 2) de helft van de ambachten van de Lier en Souteveen met toebehoren. Erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven, 3) de hoge heerlijkheid van der Lucht, gelegen bij Noortigerhout, behouden ons ons recht ende ressoort van der souvereymte, klockslach, zeedrift, bede, dat grove wilt, onthoudinge van den gebannen ende anders, zooals Ghysbert van Nyenrode en zijn voorzaten die gehouden hebben, 4) de ambachtsheerlijkheid van een dorp ende heye streckende van Langevelt op die Zee noortwaert tusschen den duyndam endeden ouden schelpwech 500 roeden lang, zooals Gysbert van Nyenrode en zijn voorzaten die hielden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer, 5) het huis te Velsen met korenlande, weylande, boomgaerde en toebehoren, met zulk recht als haar vader het gehouden had; hulde doet Dirk bastaard van Nyenrode, oom en voogd van Jooste (vgl 1482-07-25, 1539-08-27)
getuigen: Dirc van Almonde, schout van Haarlem, Ingelram de Jonge, Dirc van Boneem