60 resultaten
Voorne, van | 1296-03-26
v.d. Bergh II no 934, 943
Achternamenindex
Floris V heeft zich verbonden met onze nicht Katerine vrouwe van Voorne, Willem van Egmond en Philips van Wassenaer en belooft binnen het jaar uitspraak te doen over de schade die hij aan Wolfert en Rase van Bersele en Janne Mulart, broers, Gillis van den Poele, en degenen die met hen Zeeland rumeden, gedaan heeft; 1296-05-01: verbintenis van Wolfard van Borselen, de broers Rase en Jan, en Gillis van den Poele, ridders, met graaf Floris V
Cassiopijn | 1544-1545
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 446
Achternamenindex
wijlen Maria Dircsdochter, weduwe van Thomas Cassiopyn had in haar testament mr Dominicus Boot Vranckenz, Jan van Ilpendam en mr Pieter Jansz van Rotterdam aangewezen als voogden over haar drie kinderen, maar Pieter wilde dit alleen doen als naaste familielid van de wezen. Het Hof waaraan Pieter als advocaat verbonden was, weigerde hem als voogd, daarop werd Jan van Dorp Willemsz als voogd aangewezen, die mr Franck Boot en Jacob van Dorp Willemsz als borgen aanwees. Pieter ging in beroep bij de Grote Raad, die andere voogden in het gelijk stelde (1545-06)
Spiering | 1520
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 297
Achternamenindex
Aert Spierinck gehuwd met jvr Janne van Haeften was een losrente van 24 sc per jaar schuldig aan Jan van der Merwede; tbv zijn borgen Adriaen Duls en Willem van Gendt, had hij al zijn goederen in het land van Heusden verbonden; 1499: Adriaen stelt zich borg voor Aert en zijn vrouw ter zake van een losrente van 14 g gld per jaar ten bate van Lambrecht Millinck. De door Adriaen en zijn vrouw niet betaalde renten liepen zo hoog op, dat Aert tbv Lambrecht Millinck nog een rente van 7 g gld per jaar moest constitueren, waarvoor Adriaen Duls zich opnieuw borg stelde; daarop stierf jvr Janne van Haeften en de abdis van Rijnsburg trad op namens jvr Adriane van Botland, in een geschil met Aert Spierinck; 1516-10: Aert Spierinck werd veroordeeld tot restitutie van de goederen, die verkocht werden voor 2200 R gld aan Hessel van Gameren; daar deze verkoop betwist werd, stelde hij de goederen onder beheer van Willem Haemaker en zijn vrouw, die geen rente hoefden te betalen; Duls zei dat de goederen hem verbonden waren; zijn weduwe werd met het beheer ervan belast en werd voortdurend lastig gevallen door schuldeisers die haar bijv 12 morgen afnamen
Herpen, van | 1328-04-04
Hermans: Bijdrage Gesch Noordbrabant II p 555/Arch 's Hertogenbosch
Achternamenindex
hertog Jan van Brabant verklaart dat aan de stad 's Hertogenbosch de kennis toekomt van alle brieven, die voor haar schepenen gepasseerd zijn; de aanleiding hiervoor is: Rutgerus van Herpen had zich bij schepenbrieven van 's Hertogenbosch verbonden, dat hij jaarlijks aan zijn zuster Maria, gehuwd met Theodericus van Nederharen, schildknaap, of hun erven, 100 £ zwarte Tournoisen jaarlijks zou betalen uit zijn allodiaal goed van Herpen en nog 50 £ jaarlijkse rente te 's Hertogenbosch, welke rente hun was toegewezen door heer Rutgerus van Leefdael heer van Perk en Oirschot en Willem de Milne, als scheidslieden (vidimus 1444-08-08)
Brederode, van | 1663-1668
V.R.O.A. 1909 p 160 no 306, 308, 309, 310 /Arch Detmold Brederode
Achternamenindex
kwitanties voor betalingen van G. Heher, hofmeester van haar genade van Puttlitz, aan of voor Anna Trajectine gravinne van Holland-Brederode; 1645-02-13: huwelijksvoorwaarden van Albrecht Hendrik baron Slavata en Amalia van Brederode; 1658: stukken waarop de ontvanger-generaal fl 11500 op een kapitaal van fl 30500, dat voor de douairie van Amelia geboren gravin van Holand-Brederode, vrouw van Albert Hendrik graaf Slavata verbonden was, had afgelost, overgegeven aan de douairière van Brederode in 1658; 1658-09-15: huweljksvoorwaarden van Fabian graaf en burggraaf te Dohna en Louise Christina van Brederode; 1660-04-10: huwelijksvoorwaarden van Armand de Caumont en Amelia gravin van Holland Brederode; 1666-05: verklaringen over hun huwelijk en hun kind
Zevender, van | 1512
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4 sub f
Achternamenindex
Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werden; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£
1512: Jacob Jacobsz, gewezen rentmeester van Kennemerland, zijn opvolger Willem van Cromvliet was bij het eerste bevel om in gijzeling te gaan in Haarlem, om daar gelden van Jacob Jacobsz in ontvangst te nemen
Herlaer, van | 1464-12-12
Coll Aanw 103 Caput Z.H fol 29
Achternamenindex
1453-11-17 had heer Arent van Gent zijn heerlijkheden opgedragen aan zijn twee dochters Kerstyne en Machtelt; beide dochters namen daarbij de verplichting op zich hun vader te quiten van alle schulden die hij zou hebben. De weduwe en de zoon van heer Willem van Gent (...) daartegen dat "Arent van Gent verbonden stont in grooten sommen van penn. die hij hem sculdich was van geleenden penn daer borge voor waren die here van der Vere en heer Willem die bastaert van Holland". Daar niet uitbetaald werd moesten zij 4 mannen in leisting zenden in Jan Knobbouts huis te Gorichem, hetgeen 800 schilden kostte. Om de gijzelaars te bevrijden besloten Martijn van Pouderoyen en Bruiysten de Jode de heerlijkheid van Nederslingeland, Heer Slingeland genaamd, met hoog en laag gerecht, koren en smaltiende, visserij in de Giessen en het halve veer.... Thans dragen Kerstyne met haar man Martyn en Machteld weduwe van Bruystyn de Jode, met haar voogd Willem die Greijn, deze heerlijkheid van Neder Slingeland op tbv Jan Knobbout Henricsz van Os, dier er vervolgens mee beleend wordt; Jan betaalt de graaf 25 Holl schilden hiervoor
Does, van der | 1583-09-23
Hof van Holland no 561 akte 200/W.J. van Balen: Nederlands Voorhoede p 107
Achternamenindex
sententie Hof van Holland: proces van Josyna van Sydenburch in den Hage contra Franck van der Does, die een kind bij haar verwekt had en onwillig was gebleven haar te trouwen of het kind te onderhouden; 1582-03-21: had het Hof beslist dat hij haar binnen een maand moest trouwen of haar jaarlijks 60 £ uit betalen; 1582-04-03: had Vranck aangezegd haar niet te zullen huwen en waar gedaagde "een lopende jonckman" was en er dagelijks op zinspeelde dat hij buitenlands wilde gaan, waardoor voor Josyna het effect van de sententie van het Hof tot nul zou zijn gereduceerd, vroeg en verkreeg zij van het Hof het arrest van gedaagde. Aan hem was arrest aangezegd in de herberg de Swaen op de Plaets in den Haag alwaar hij door twee boden van het Hof werd bewaakt. Vranck ontkent zich wel verbonden te hebben, hij heeft aangenomen als "commissaris van de Vicres ofte Provianden voor het leger van H.H.Staten te dienen onder jr Aernt van Dorp als superintendent" en wil als zodanig zijn post gaan vervullen. Het Hof verklaart het arrest rechtmatig en Vranck zal moeten betalen volgens de uitspraak van 1582-03-21; [jongere zoon van Johan van der Does heer van Noordwijk en Anna van Nyenrode? Later op Ternate]
Soutelande, van | 1512
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4
Achternamenindex
Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werd, waardoor de vrouwe Willem van Cromvliet als hoofdelijke schuldenaar aansprak; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1526-12-01: sententie in het proces tussen mr Gillis van Soutelande contra de procureur generaal Pieter Govertsz en Dirck Heyn Thou, waarbij verweerders gelijk krijgen, dat de goederen van Willem van Crompvliet verkocht moeten worden ten bate van alle crediteuren; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£
Brederode, van | 1485-03-07
G.A. Haarlem Cartul Carmelieten Haarlem fol 43v, 44/hs Ryk no 34
Achternamenindex
Walraven heer tot Brederode, tot Vyanen, burchgrave te Utrecht en heer tot Ameiden, oorkondt dat "wijlen zijn vader het clooster O.L.Vr. broeders tot Haerlem bij zijn leven ghegont ghegheven ende minen lieven oom den domporoost van Utrecht heren Gysbrecht van Brederoede als doe leenvolger ende broeder van minen lieven here vader, belieft heeft die capelle van der Zantpoort mit hueren officie ende renten dairtoe ghesticht ende van oudts daertoe gheweest na inholt s briefs van minen lieven zeleghen heer vader hem luyden verleent op der giften voorg. vanwege de affectie die hij heeft voor het clooster en die het clooster heeft tot de hofstede van Brederode, so ist dat wij dairvoor voor ons en onze nacomelingen tot voldoeningen van allen diensten ofte achterwesen die t selve clooster van onbetaelde sculden van memorien of andersins ander hofstede van Brederode ontbreken of hebben mach die van de voors clooster verdraghen ende verticht hebben, verdragen ende vertichten mits desen van eenre missen ter weeck op die voors officium als daer dat voirs klooster in den brief mijns zeligen heer en vader verbonden waren 3 missen ter weeck te doene of te laten doen in der capelle voors, dat si van nu voortan also gheringe als te selve officum an hueren clooster ghecomen sal wesen met 2 missen ter week in de vors capelle op dit officum te doen of laten doen. Met behoud van de inkomsten zijn 25 oude Dordr gulden uit onse visschery te Sparendam, jaerlix op St Bartholomeus avond" [korte inhoud: Walraven oorkondt dat wijlen zijn vader aan de Carmelieten had gegeven de capel te Santpoort, waarvoor het klooster in deze kapel 3 missen per week moest doen. Walraven vermindert dit aantal tot 2 missen per week, met behoud van de inkomsten van 25£ uit zijn visserij te Sparendam] (vgl 1465-05-07)
Haarlem, Spaarndam, Santpoort