54 resultaten

Beer, de | 1463-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171v, 449v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over: 1) een camp land in de Slage, geheten "dat Cleyne Broeck", belend landwaarts: dat goed dat van Evert van Crachwijc was, en het goed dat roert in Rodekynscamp, zeewaarts: erfgenamen van Dirc Willemsz van den goede van Hamelenberch, en een camp geheten dat Grote Broec, 2) 1½ morgen veen after Zoes enge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezer Veen then Herden waert, belend oost: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen; vervolgens worden de broers Jan en Gysbert zoons van Jacob de Beer Rutgersz elk voor de helft met dit leen beleend; "Jan heeft die een helft versocht post mortem Gysberti fratris ejus"; 1468-10-29: Gheertruijt, vrouw van wijlen Jacob de Beren, scheldt haar zoon Jan de Beer Jacobsz de lijftocht aan de helft van deze lenen kwijt; vervolgens maakt Jan de Beer de helft van de Cleyne Broeck tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willems.dochter

mannen: Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersel; 1468: Hubert van Pallaes, Geryt van Rijn

Poeijt | 1421-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 112v, 113, 126v, 127v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden Poeijt Evertsz draagt over dat ½ slach lants, onderdeylt, gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije, vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrix erfnamen van Endoven; vervolgens wordt Reyner Poeijt Evertsz hiermee beleend; onder staat (doorgehaald): "Int jaer dat men screef XXV op den 8e dach van OLVr conceptio, droech Reyner Eversz, op alle alsulke goede als hi van onser abdien hielt, ende die ontfenc Jan van Amerongen"; daaronder staat (Doorgehaald): "Int jaer ons Heren als men screef XXVI des Donredages na St Pauwelsdach conversio droech Jan van Amerongen op ½ van desen goede voors. ende dat ontfenc Joffer Foijse Gysberts wijf van der Maet was dair voir gehult Proest van Stoutenborch"; 1425-12-16~: Reyner Poijt Evertsz draagt dit op tbv Jan van Amerongen, die beleend wordt; 1426-07-04: Jan van Amerongen draagt "die alinge helft van den slage" op tbv jvr Foijse, die vrouw van Ghijsbert van der Maet was, zij wordt beleend; 1426-04-03: Jan van Amerongen draagt over: een ¼ tbv Godert van der Maet, en ¼ tbv Geertruud Rolofsdochter van der Maet, en zij worden beleend

mannen: Tyman de Langhe, Evert van Doem; Jacob die Voecht, Roelof van Wisschel; 1426: Vrederic van den Voerde, Gysbert Godscalc; Tyman de Lange, Roloff van Wisschel

Splinter | 1475-03-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 217, 217v, 300v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz draagt over: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezer Veen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoestsche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, 2) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Reijer Snijer in leen hield, en Jacob Splinter geerfd heeft, 3) ⅓ deel van ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn Gysbertsz, dat hem aangekomen is bij dode van zijn neef Reyer Snijer, 4) tijnsgoed: ⅓ deel van ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen, in het kerspel van Zoes, waarvan Nelle, vrouw van Reijer Snijers, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutgher Jacobsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren, Jacob aanbestorven van zijn neef Reyer Snijer; "habet Albert Petersz ende Ruesselt zyn wijf in fol 302 sequenti"; vervolgens wordt Symon Gerytsz van Rietwijck ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, behalve het recht van de erfgenamen van Nelle Reyer Snijers hieraan

mannen: Geryt van Rijn, Willam vann der Meer, Johan van Helmond; tijnsgenoten: Willem van der Meer, Jan van Helmont

Stoop | 1483-10-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 234v, 473, 239
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Jan Evertszdochter, weduwe van Jan Stoop, draagt op die rechte halfsceidinge van een hofstede met de helft van een stuk land in Zoeskerspel gelegen, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, van de brinck strekkende aan de Torfwech; na haar dood voor de helft te komen op haar kinderen Claes Jan Stopenz en de andere helft op Lysbet Jan Stoependochter, als één van hen sterft, dan erft de ander ook die helft; zij zullen aan elk van de andere 4 kinderen, Egbert Jansz, Cornelia, Agnes en Jacopgen Jansdochters, uitreiken 12 gouden Rijnse gld binnen een jaar na de dood van hun moeder; sterven zij beide dan komt het goed op Egbert en Cornelia, die aan Agnes en Jacopgen elk 12 R gld moeten uitreiken; 1485-10-29: beleend Lysbeth Jan Stoependochter, na dode van haar moeder, en Meyns Roetersz doet hulde en eed voor haar; "modo Neelgen hoir zuster, Volckens huisvrouw van Isselt, in libro abbatis Wilhelmi de novo ecclesia fol 190"; 1485-10-29: beleend Ghysbert Jan Stuepenz, de andere helft; eronder staat: "dit heeft ontfangen Jan Gerytsz per resignationem" en "modo anno 1524 Lucie Willem Beerent Schagendochter, ut in libro abbatis Wilhelmi fol 164"

mannen: Floris van Jutfaes, Wouter van Ynghen; 1485: Vrederic van Sevender, Wouter van der Donc; Ghysbert Jacopsz, Jan Zael