Bouchorst, van der | 1382-04-14

Arch Duivenvoorde Inv no 3 regest 26

Achternamenindex

Aernd van Duvenvoorde, ridder, maakt zijn testament

met zegels van: Jan van der Boechorst, knape, behouden, Jan van Loenen, verloren, Bartholomeus van Raphust, ridder, verloren

Swieten, van | 1442-1443

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Jan van Swieten en Jan van der Bouchorst: de visserij geheten het clochuijs te Hensbroec en de watertocht buiten Spanbroec, daarom hier niet (873 fol 10); (fol 11) zij hebben ook de Wogmeer; 1443-1444 (874 fol 8v, 9v), 1444-1445 (875 fol 9v, 10v), 1445-1446 (876 fol 8v), 1446-1447 (877 fol 8), 1449-1450 (878 fol 8v), 1450-1451 (881 fol 8v): dezelfde posten; 1450-1451 (fol 9): samen met Daniel van den Bouchorst de Wogmeer; 1451-1452: (882 fol 9) Daniel van Noirtich Jansz van der Boechorst en Jan van Swieten Boudynsz samen de visserij het clochuys van Hensbroec met de tienden van Spanbroec en Opmeer; 1452-1453 (883 fol 8v) tot en met 1458-1459 (889 fol 14v): dezelfde post tot en met 1461-1462 (892 fol 13); 1462-1463: (893 fol 8v) Jan van Zwieten Boudynsz en Daniel van Noirtich Jansz van der Bouchorst idem tot en met 1468-1469 (899 fol 27v en 41v)

Does, van der | 1408-02-08 (1407)

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 58

Achternamenindex

hertog Willem beslist het geschil tussen Johanna vrouwe van Voorst en Keppel met Otto van Asperen, heer van Wisrt als haar voogd, en heer Dirc van Zwieten, ridder, over leengoederen

ten overstaan van: Philips van Wassenaer, Gyskyn van Diepenburch, Helmich van Doornick, Dirc Potter, Willem van Boechorst, Willem van der Goude, Enghebrecht van Cranenburch, Dirc van Zanthorst, Gerit van Zijl, Mouwerijn van der Does, Spronc van den Werve, Philips Nachtegale

hoofdtak

Bouchorst, van der | 1425-12-15

Inv Arch Kerkvoogdij St Bavo Haarlem no 186 fol 57 regest 80/Cartul Zeven Getijden Haarlem

Achternamenindex

Vranck van der Boechorst oorkondt: want ick mij bekenne ende belije wel voldaen ende vernuecht van zulker medegaven ende gelooften als my Dirc van Bakenesse mijn zweder mit Katrynen zijnre dochter, mijn wittachtig wijf in huwelixen voerwaerden toegeseit, bezegelt ende geloeft heeft mit sulken goede als hierna gescreven staen die ic daervoer eygentlick hebben ende gebruycken zal: 1) bij der stede van t s Gravenzand ⅓ deel van 10 morgen lands leggende gemeen met Bertelmeeus Geryt Florysz.z die deselve ⅔ deel v.d. lande voers. toebehorende is, 2) ½ van 8 morgen lands in den Poeldyck ende op deze tijt in huerware hebben Mouwerijn Philipsz erfgenamen, 2) te Catwijc 1½ morgen lants leggende achter Heynric Hermansz woninge, mijns zwagers, op die Bilt, 2) noch aldaer bij den duufhuse twee ackeren lants geheten Jouffer Beatrijsen lant, 3) noch daarbij omtrent ½ morgen lants geheten Aechte Heymans acker, 4) omtrent 1 morgen lants in die Noordt nesse, 5) achter Lisse aldaer in die Noordtveen van Amelgairs veen, daer sijn boede op staet tot Hillegommerbeeck waert mit dubben ende laechten daer in gemeten ende gerekent omtrent 6 morgen veens 2½ hont ende 4 gaerden, dat op elke morgen van den voors. veen staat sjaars 12 penn. heren gelts ende is hofpacht. Vranck erkent hiermede door Dirc van Bakenesse, zijn zweder, voldaan te zijn

niet gecoll. Zie fiche; St Bavo Haarlem

Does, van der | 1462-09-09

Cartul St Jan Haarlem no 375

Achternamenindex

Dirck van der Does Costynsz, baljuw van Hazerswoude, oorkondt dat heer Dirc, priester, broeder van St Jansorde en pastoor te Hazaertswoude, eener-, en Gerijt Bent anderzijds "daer ic sat in die heerlicheit ende banne van Hazaertswoude mit ghespannen vierschaer mit 100 welgheboren mannen ende meer, waarbij beide partijen tegen elkaar dingeden om 5sc en 2 groot sjaers op ½ acker die Geryt Bent heren Geryt voorn. vrij vercoft heeft aldaar in een campe lants dat nu ter tijt Geryt voirs. zyn is binnen die Dwersweteringhe tot den Voerwech toe, ende buten die dweersweteringhe behoert die camp heere Dirck tot an den Rijndijck toe, legghen after den boemgaert by der molenwerf, ende dit weer lants is 5 ackeren breet. Ende de voirn. ½ acker die Geryt Bent heren Dirck voors. vrij vercoft heeft, is gheleghen in den voirs. 5 ackeren, 3 ackeren van den oestcant af ende 1½ acker van de wescant of, daer is den halven acker tusschen gelegen". Daer zij om an een hoffairt gegaen zijn ende kenres toeghenomen (?) hebben bij hoirre beijder consent sonder wrakinghe, te weten Dirc Wouter ende Jan Bouwijnsz. De baljuw en de meeste welgeboren mannen hebben heren Dirck die hoffairt toeghewijst ende ghewonnen ghegeven, ende Geryt Bent voirs. verloren etc. Bezegeld door Dirc van der Does. Ende om meerre kennisse wille so hebben wij Willem van der Boechorst ende Florys van Wingairden als mannen die mede ter vierschaer saten onse zegelen hier mede anghehanghen int jaer ons Heren 1462 opten neghenden dach in Septembri

2e zijtak