504 resultaten
Brouwer, de | 1440-10-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 70
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem die Brouwer Gysbertsz maakt aan Ott Jacobsz en zijn vrouw Alijt een rente van 4 oude Vrancr scilden per jaar uit 12 morgen land gelegen op Zeysteroever in het gerichte van Zoes, strekkende uit de Rijn tot aan de Oulantsche wetering, belend boven: Aelbert Willemsz, beneden: Jansdochter van der Zevender, behalve de 4 Vrancr scilden per jaar die Steven Boen uit 8 morgen behorende tot dit leen bezit
mannen: Gysbert de Wolf, Evert Jacobsz
Bemmel, van | 1441-04-26
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 287v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meijs Geryt Willem Goutsdochter met haar gecoren voogd Claes Goessen, draagt over 3 acker land gelegen op die Beeke, met de timmeringe die erop staat, "ende gelegen is [!] Johan Jan Goutsz mit Gherit Haessenacker, ende westwaart: Ricout Ricoutsz"; vervolgens ontvangt Gherijt van Bemmel dit goed tot een erftijns voor 1 penn jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmijnclaer
tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Mercelys die Viscoper
Bemmael, van | 1445-03-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 289v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Bemmael en zijn vrouw Alyt dragen over: - 3 acker land in Zoeskerspel, tijnsgoed, dat op die beeck leyt, met alle tymmer als daer op staet, strekkende van de brenck tot aan de Torffwech toe, belend oost: Johan Jan Goutsz met Geryt Haessen acker, west: Ricout Ricoutsz, - 6 veen acker als van ouds daartoe gehoord heeft, belend oost: Nanne Tymensz, west: die veengraft, noord: Jacob Ghysbertsz, zuid: Geryt van Bemmael met vergraven veen; vervolgens ontvangt Goedert Henricsz dit goed tegen een tijns van 1 penn, ieder jaar te betalen in onsen hof tot Emiclaer
tijnsgenoten: Willem Henricsz, Jacob van der Weteringe
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: der nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachtwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; behalve de lijftocht van zijn moeder Geertruijt Rutgers aan het Cleijnebroeck; "nu: Henric, zyn zoen, apud abb. Wilh. de nova ecclesia fol 76"
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goese van Scadick
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamelenberge, 2) een kamp land geheten dat Grote Broeck, 3) 2 morgen veen in de cleyne slage in ⅓ deel van het veen an 7 hoeveslagen, belend landwaarts: Vranckenhoeve met de grote slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, strekkende van Zoesenge in Hezerveen toe; vervolgens worden de broers van Rutger, Jhan en Gysbert, beleend elk voor de helft, behalve de lijftocht van hun moeder Geertruijt aan de Cleijne Broeck; hun oom Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en manschap tot zij mondig zijn
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick
brouwer, de | 1448-05-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 78
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem die brouwer Gysbertsz maakt Dirc van der Beeck en zijn vrouw Hase Henricsdochter van Flanderen een rente van 4 oude Vrancr scilden per jaar tot lijftocht, uit 12 morgen land op Seysteroever in den gerecht van Zoes, strekkende uit de Rijn tot aan de Oulantse weteringe, belend boven: Johan van der Anxter Albertsz, beneden: Johans dochter van der Zevender, te betalen zolang een van beiden leeft; Heilwig, vrouw van Willem die brouwer consenteert in deze making
mannen: Ot Jacopsz, Hermen Pansier
Baarn, van | 1452-09-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 81
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volquin van Baern Aelbrechtsz wordt met de ledige hand beleend met het leen dat hij van de abdij houdt
mannen: Zou van Rijn, Govert die Coninck
Baarn, van | 1453-03-10
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern wordt beleend met zijn venen te tijns en te lene in het gerecht van Zoess, achter Zoesenge in de grote en cleyne Slage, en in Hezer Veen, met alle overganc ter Vuersen wert; vervolgens draagt Roelof op 3½ hoeve veen in Heserveen, belend oost: Reynaer Lambertsz en Goedvaert Heinric Bottersz, west: Peter Hamertvelt en de erfgenamen van Aernt van Amerongen; Reynaer Lambertsz draagt op al zijn recht op ½ vierdel veen, die van Lysbeth van Wede waren in de 3½ hoeve; Roelof draagt op: - ½ hoeve veen in Hezerveen, oost: Peter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Peter Hamertvelt, - 8 vierdeel veen in Zoesserveen, in de cleijne slage, belend zuid: Steven van Zuylen van Nyevelt, noord: die gemeen grafte, - 3½ morgen in de cleyne slage, belend zuid: nakomelingen van Heinric van Rijn, noord: Heinric Ghysbertsz, - de helft van ½ hoeve veen in de Grote slag, waarvan Henric Godevaert Bottersz het andere deel heeft, zuid: Jacob Nenninc Petersz, noord: Jacob Scadenz; vervolgens wordt Roelof van Baern met dit alles beleend; "versocht bij Roelof zyn zoon infra fol 191 eodem libro"
Goyert de Coninck, Volken van Baern, onse mannen; Zouwe van Rijn, Jan Mouwer, onse tynsgenoten
Beeck, van der | 1452-09-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 81
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Dirc van der Beeck en zijn vrouw Hazekijn, met de ledige hand belening verzochten met hun lijftocht, volgens leenbrief dd 1448 woensdag na St Servaesdach, die Willem de Brouwer hun gemaakt heeft; idem verzochten: Willem de brouwer, Otte Heynricsz
mannen: Heynric van Vlaenderen, Pieter Tymansz [van Heze]
Botter | 1453-06-25 (1453-07-25?)
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald) Margriete Henric Bottersdochter wordt na dode van haar zuster Anthonis beleend met ⅓ deel van drie vierendeel veen, onderdeylt met Roelof van Baern en Wouter Scaijn, achter Zoesterenge in de Grote slage, belend beide zijden: Jacop Peter Lambertsz, strekkende van de Eijnge an Hezer Veen; sterft zij vóórdat zij getrouwd is, dan komt het op haar zuster Heynric, behalve de lijftocht voor haar broer Heynric Botter, zolang hij leeft
mannen: Huge Bul, Peter Willemsz