20558 resultaten

1530-05-16 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 48
Jaartallenindex

is door de rekenkamer in den Hage overeengekomen met Reyer Roelofsz van Gorcom als man en voogd van Digna Aerntsdochter, van twee partijen lenen die wijlen Dirck van Zwieten, onlancx alhier in den Hage op t Hof overleden, bezeten had zonder verly ende invenstiture, desgelycx daer tevoren zijn vader Claes van Zwieten te weeten 6 morgen lands mit de timmeringe ende grindinge als daerop staet, gelegen in Poedersintsambacht, ende andere 12 morgen lants gelegen boven Giessenkerke, die men sustineerde, mitsdien alsoo Dirck van Swieten onlancx alhier in den Hage overleed, aan de Kon. Maj. vervallen te wesen. [De volgende regels zijn zeer corrupt]. Reyer stelde dat Dirck deze lenen zeer lang bezeten had. Bij certificatie bleek dat deselve Digna en wijlen Dirck van Zwieten susters- en broeders kinderen waren. Digna zal nu in handen van Crispyn Jansz van Boschuysen, ontfanger van de espargne in Holland, 250 gouden Kar gld in eens, voor het gepleegde verzuim (vgl 1530-05-18)

1530-05-18 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 49-50v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na ingewonnen advies van de stadhouder van de lenen en de rekenkamer, die met Reyer Rolofsz van Gorcum als man en voogd van Digna Arentsdochter, een overeenkomst getroffen had ter zake van twee partijen van lenen: 1) 6 morgen lands mitter timmeringe en griendinge daerop staende, gelegen in Poedersintsambacht, streckende van de Giessen tot Joris Pietersz lant toe, oost: Claes Gysbrechtsz, west: Jan Roelofsz, 2) 12 morgen lands liggende boven Giesekercke, streckende van de Giessen totten nieuwendyck toe, oost: de H. Geest, west: Cornelis Willemsz, die aan de grafelijkheid vervallen waren als leen van Arkel bij wanverzoek, "mits dat men t verlij van wijlen Dirck van Zwieten onlancx overleden, niet en vant, en vant noch daer te voeren Claes van Zwieten, zijn vader ". Waartegen Reyer Roelofsz uit naam van zijn vrouw geprotesteerd had. Karel beleent Digna Arentsdochter nu met dit leen als Alyt van Zwieten Jan Sproncx dochter en haar vorders gehouden hadde, leen van Arkel. Voor Digna doet haar man Reyer Roelofsz [er staat: Reyer Willemsz] de eed

1530-05-26 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 130, 131v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Adriaen de Milde Claesz opdroeg, in gevolge zekere uitspraak daarvan gedaan tussen meester Jeronimus van den Dorpe meester [!] van den Dorpe, meester v.d. requesten ordinaris des keizers in zijn Groote Raad te Mechelen, als man en voogd van Marie Willemsdochter, 14 morgen lands in het ambacht van Maesland, geheten het Steenhuyslant, 8 hoven lants daeraen gelegen op die westzijde, die de voors. Marie hier voormaals van haar vader vercregen had bij coop van wijlen Jan van Dorp, dewelke hij behoorde ontfangen gehad te hebben als man en voogd van zijn voors. huisvrouw, welke qualiteit in zijn brieven van verlij bij abuys geomitteert is geweest, maar sijn hem die verlyt in zyn privé name, waardoor zijn vrouw en haar erfgenamen dreigen van hun rechten vervallen te geraken. Mits deze heeft Adriaen de Milde dit leen weer opgedragen tbv zijn huisvrouw Marie Willemsdochter, met het verzoek haar hiermede te belenen. Op 1530-07-28 beleent Karel, na opdracht door Adriaen de Milde Claesz, zijn vrouw Marie Willemsdochter met dit leen tot een erfleen

Cornelis Barthouts Jansz, Jan Plumeon, Simon van der Does, leenmannen van Holland; 1530-07-28: Cornelis Barthouts, Anthone le Bucq, Simon van der Does

1530-06-02 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 85v-91v
Jaartallenindex

schepenen van Dordrecht oorkonden een boedelscheiding van de goederen die Marijtie Adriaensdochter, met haar gecoren voogd Aert jonge Adriaensz, gemeen had met (wijlen) haar man Aernt jonge Adriaensz, aan de ene zijde en Pieter Gerritsz op [?] Schaarlaecken als gemachtigde van Adriaentie jonge Adriaensdochter, syn wyfs moeder, Aert Hendricxz, onse mede schepen, als man van Antonia Jacobs Jans Weynisdochter, heer Jacob Cornelisz, priester en Canonic van OLVr kerk binnen Dordrecht, en Marytie Cornelisdochter, elk met hun gecoren voogd ende Adriaen Cornelisz, tesamen en alleen erfgenamen van heure broeder en oom Aert jonge Adriaensz, ter andere zijde. Toebedeeld is aan: 1) Marytie 12 morgen leen in Bleskensgraaf, genoemd die Gouthouff, 2) Ariaentie jonge Adriaensdochter 5½ morgen leen in Molenaersgrave en gebruickt Huybrecht Adriaensz en Adriaen Ariaen Z[!]eyersz.z, 3) Marytie 1½ morgen leen in Molenaersgraaf in een weer land van 10½ morgen, genoemd "Houvast", 4) Aert Hendricx 2 morgen 4½ hont land in Molenaersgrave in een weer land van 8 morgen 1½ hont, waarvan Ariaentie voor de andere 5½ hont bedeeld staat, 5) Marytie voor ½ en Aert Hendricxz voor de andere ½: 9 morgen land gelegen in Molenaersgrave in een weer van 10½ morgen, genoemd Houvast, waarvan Ariaentie Ariaensdr op die 1½ morgen bedeeld staat, ende bruyct Cornelis Vastertsz, 6) Marytie voor ½ en Ariaentie Adriaensdochter en Aert Hendricxz tesamen voor de andere ½: 50½ morgen met huis, berg, teelinge, boogaert, gelegen tot Sleewijk, 7) Marytie voor ½, Ariaentie Ariaensdr en Aert Heyndricxz samen voor de andere ½: 38 morgen lands, mit die griendinge, buitendyks gelegen in Sliedrecht, genoemd die Pyp, 8) Marytie voor ½, Ariaentie en Aert Hendricsz tesamen voor de ½: 7 [? er staat selve] morgen lants in Wyngaerden en bruict Adriaen Laurensz schout, 9) Marytie voor ½ en Ariaentie en Aert voor die andere ½: 3 morgen grienden, gelegen in Papendrecht aan die Mathena, 10) Marytie ½: 6 morgen 1 hont in Papendrecht aen die voorn. 3 morgen grienden ende bruyct Pouwels Pietersz, 11) Marytie voor ½ en Ariaentie en Aert de andere ½: 5 morgen 2 hont land in Blocland, genoemd de Hooge Werff, en bruyct Jacob Joostenz, 12) dezelfden ½ ½: 10 ½ morgen in Brandwyk en bruict Aert Jlet (Het ?) Willemsz, 13) dezelfden ½ ½: 7 morgen in Bleskinsgrave, genoemt dat Vleyshouderslant, bruiken Aert Tonisz en Adriaen Heyndricsz, 14) dezelfden ½ ½: 16 R gld losrente per jaar verzekerd op 19 morgen lands in Ghibelant, gecoft van Adriaen Woutersz, 15) dezelfden: een losrente van 8½ gld per jaar verzekerd op 4 morgen lands gelegen in Sliedrecht, in een weer lants van 6 morgen 1 hont

1530-06-02 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 85v-91v
Jaartallenindex

vervolg boedelscheiding: 16) heer Jacob Cornelisz, Adriaen Cornelisz en Marytie Cornelisdochter tesamen toebedeeld zulke penn. en rente Ariaentie jonge Adriaensdochter en Aert Heyndricsz hem betaelt en bewesen hebben, daer hem wel aen genoucht, 17) Marytie Aert jonge dochter voor ½, Ariaentie Adriaensdochter voor ⅓ deel in die ½, heer Jacob Cornelisz, Adriaen Cornelisz en Marytie Cornelisdochter, met hun driën tesamen voor ⅓ deel in ½: drie geheel huizen en erven staende aan die portsyde besyden malcanderen, streckende vóór van de strate tot after Stabboem toe, tussen: Walich Adriaensz huys en Claertge Willem Dircksz weduwe huys, 18) aan Marytie huys voor ½ en de voorn. erfgenamen tesamen voor de andere ½: twee geheel huizen en erven, staende onder die groote Vlyshal aen die poortsyde op die Haven, besyden malcanders, tussen: Anthonis die scrijnwerkers huys en Heyligen [!] Gerrit Koelen weduwe huis, 19) dezelfden ½ ½: twee cameren staende besyden malcander in die Vlijshouderstraet, tussen: Joost Doot Adriaensz en die 3 cameren hiernae geschreven in den sterfhuis behorende, behoudens Marytie haar lijftocht hieraan, 20) idem: 3 cameren en erven, staande besyden malcanderen in die Vleyshouderstraat, tussen die twee cameren sub 19) en mr Ariaen Koell erf, 21) idem: een camer in de Vleeschouwerstraat naast Jan Doot Adriaensz, 22) idem: alle huysraet, inboel, silverwerkck en andere tilbaar have, zoals Marytie Ariaensdochter en Aert jonge Adriaensz tesamen bezeten hebben, 23) Marytie voor ½ en de erfgenamen voors. tesamen voor de andere ½: een geheel vlyshall mit synre vrijheijt gelegen op die grote Vlyschhall ende oock mit een wantschael mit synre vryheit, gelegen op die .... [!], 24) Marytie voor ½ en de erfgenamen voor de andere ½: alle die geheel inschulden ende uit schulden, soals Marytie die met haar man Aert jonge Adriaensz bezeten hebben (vgl 1530-11-17, 1529-04-08, 1529-04-24)

1530-06-03 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 51, 51v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Govert van Zuijtoort transporteerde tbv Adriaen Claesz, poorter tot Gorcum, zegen [!] morgen lants gelegen tot Schaluynen, zuid: de Kon. Maj. en Dirrick Jansz (in de beleningsakte: Dirck Jacobsz nacomelingen) nacomelingen, noord: Heindrick Coenenz erfgenamen, streckende van de Schaluynse watering totten nieuwen wege toe ende tot den halven sloot toe over derselver weg. Leen van Arkel. Met het verzoek om Adriaen hiermede te belenen. Op 1530-06-04 beleent Karel Adriaen Claesz, onze inwonende poorter van Gorcum, met dit leen, leen van Arkel, te houden tot een recht erfleen

Pieter Roeloffsz, Jan Adriaensz, Adriaen Vastaertsz (met zijn handteyken), leenmannen van Holland; Jacob Adriaensz v.d. Wiele en Cornelis Barthout zegelen voor hen; 1530-06-04: Jacob Adriaensz v.d. Wiele alias Stalpert, Cornelis Barthout, Jan Gans, Huybrecht van Hoef Pietersz, leenmannen

1530-06-04 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 196-198v, 197v
Jaartallenindex

Josyne gravinne van Hollant [! Virnenburg], van der Marckt, van Arenberge, huisvrouw van grave Coene van Vryenburgh heer van Soombreeff, oorkondt dat zij volmacht geeft aan Adriaen van Dama, Fop Willemsz en Willem Pietersz, onze procureur en speciaal boden, om voor de stadhouder van lenen over te dragen tbv jvr Helena Taeijs, huisvrouw van Gerrit heer van Poelgeest, van Hoogmade, Couderkerk etc. de somma van 85 gld (20st voor de gulden) eeuwige erfelijke rente per jaar, totdat deze gelost zal zijn met de penning 20 of 1700 gld, onder verband van alle goederen van Naeldwyck. Ook Josynes ouders zullen deze rente te allen tyde mogen lossen, onder voorwaarde dat jvr Helena haar weer op zal dragen haer goet van Sart zoals zij van myn voors. here de abt [!] in leen houdt, gelegen in Was [?] Brabant; akte door beiden ondertekend. Op 1531-06-01 wordt jvr Helena Taeys met deze rente beleend. Haar man Gerrit van Poelgeest doet de eed. Willem Pietersz Criep was hierbij opgetreden als procureur voor jvr Josina en haar man

Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, Jacob Coppier, Cornelis Barthouts

1530-06-23 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Altena, Asperen, Heukelom fol 2
Jaartallenindex

Karel beleent Wouter van Emmichoven Zegersz na dode van zijn vader Zeger van Emmichoven met een huizinge, hofstede, boomgaerden met 15 morgen land, die tot Emmichoven ende tot Weerthuysen gelegen sijn, leen van Arkel. Te houden tot een recht erfleen

Cornelis Barthouts, Jacob Snoeck, Cornelis die Burchgrave, leenmannen

1530-06-24 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Altena, Asperen, Heukelom fol 8v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij ter eernstiger bede en begeerte van Wouter van Emmichoven geconfirmeerd heeft de lijftocht die hij aan zijn huisvrouw jvr Elisabeth Cornelis die Burchgravendochter gemaakt heeft. Hij belooft als heren en vrouwen van Arkel haar daarin te zullen handhaven

1530-06-25 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 26v-35
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland vrouwe Magdalena van Waerdenburg, weduwe heer Johan grave van Egmont, stadhouder-generaal van Holland etc, en heer George soon tot Egmond, abt en prelaat van St Amandt ter ener, en vrouwe Francoise van Lutzenburgh, gravinne douaigiere van Egmond, weduwe van heer Johan grave van Egmond, laatst overleden, en voogd van zijn onmondige zoon Karel van Egmond. Zij verklaren minnelijk overeen gekomen te zijn, inzake de differenten ontstaan ter cause van de dote van vrouwe Johanna dochter tot Egmond en de heer Joriaen vryhere van Toutenburgh, stadhouder van Vriesland en Overijssel, huer bij de voors. vrouwe Magdalena in t tracteren van de huwelijke belooft, belopende 6000£ van 40 gr en de renten van dien ghevalle die vrouwe Franchoise sustineerde heuren voirs zoon niet gehouden te zijn. Ende ook ter cause van 400£ per jaar die vrouwe Magdalena van Waerdenburg jaarlijks geheven had uit de goeden van Egmond sedert het overlijden van den grave van Egmond in vervullinge van haar duairie en noch pretendeerde te beuren haer leven lang. Als oick uit zake van een jaaerlijkse rente van 100£ van 40 gr, ter losse den penn per jaar, daermede die goeden van Egmond sedert het overlijden van de oude heer en grave van Egmond belast zijn geweest, mitsgaders van andere chargien en lasten die vrouwe Franchoise in der qualiteit als boven mainteneerde ongehouden te zijn. De vrouwe Magdalena van Waerdenburg zal voirtaen boven t jaerlix incomen en vruchten van die goeden van Bar en de thollen van Aernhem ende Yseloorden, gelegen in den lande van Gelre, ende die goeden van Hoichwoude, Eertswoude en Spanbroek, heffen en opbueren die somme van 400£ haar leven lang uit de goeden van Egmond. Zij renuncieert van alle andere aanspraken. Ook staat zij af al hetgeen zij ingevolge haar huwelijksvoorwaarden tekort komt aan de haar toegezegde 2000 gld. Al waer het ook dat zij overmits de oorloge geen vruchten ontvangt van de goederen in Gelre, sal noch die voors. vrouwe Magdalena ontlast en gevrijt worden bij de vrouwe Franchoise van de gehele dote van vrouwe Johanna van Egmont vrouwe van Toutenburg en de achterstallen van dien die Franchoise neemt ten laste van haar zoon, om daarmede te voldoen aan de huwelijksvoorwaarden tussen vrouwe Johanna en de heer van Toutenburg. Vrouwe Francoise neemt ook tot haar last de rente van 100 gld per jaar

heer Gerrit van Assendelft, ridder, heer van Yselmonde, mr Abel van Coulster, mr Franchois Coebel, mr Huge van Assendelft, mr Willem Pynsz, mr Quiljam Zegers, Raadsluiden. Get. J. de Jonge