22210 resultaten
1561 | Oud Haarlem, Assumburg, Cronenburg
G.A. Heemskerk no 74 fol 1-5v/Goederen van Assendelft
Jaartallenindex
verklaring van de bruijckers en de pachters van de landen gelegen onder Heemskerk, toebehorende Nicolaes here van Assendelft, Heemskerk etc, die welcke noch schuldich zijn te betalen den 10e penn. van de pacht van haer landen in het jaer 1561: Katherina Claes Pietersz weduwe bruijct in huyre van mijn heere van Assendelf dat hooge hoff mitte cingelen ende graften, groot 2½ morgen 160 roeden 9 voet, jaerlicx om 25£; Jan Symonsz heeft in huyre 2 partijen van landen gnaempt die lage hoff ende die oude venne, groot 6½ morgen 365 roeden 7 voet op elcke morgen sjaers om 72£; Jannetgen Aris Jansz weduwe bruijct ⅓ deel van een stucke lands geheten dat groote hofweer, groot 2 morgen 362 roeden, per jaar om 26£ (fol 1, 1v); (fol 2) dye boemgaerden, graften, singelen, laen ende doelen an dije huijse van Assumburch syn tesamen groet 3057 roeden, daer of getogen 400 roeden voer dye graften ende huijs, blijft 2657 roeden. Castricum (fol 3v): Pancras Pietersz bruijct in huyere die hofstede van Croenenborch ende is groot 10 morgen behlaven den boomgaert, graften ende cingelen, des jaers om 100£. Onder Wyk op Zee (fol 5): Griete Pouwelsdochter, weduwe Jan Maertsz, bruijct een stucke lands geheten Vrou Maelen (?) Geers, groot 2½ morgen 6 roeden; Bouwen Willemsz van Poelenburch bruijct in pachte een acker lants des jaers om 25st; (fol 5v) Heynrick Jansz Bochter een stuck lants in Eemskerck, groot 1 morgen 675 roeden, sjaars om 11£
1561 | Dordrecht
Inv Arch H. Geesthuis te Dordrecht no 693
Jaartallenindex
schepenen van Papendrecht oorkonden dat Gherit Cleisz c.s. transporteert aan het weeskint van Dirck Cleisz, van een losrente op een huis en een stuk land in de Veerstoep
1561-1564 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 568
Jaartallenindex
Jan Jansz van Twisk c.s, kinderen en erfgenamen van Jan Claesz Boender uit Twisk, en Claes Jacopsz van Lammerschagen c.s, kinderen en erfgenamen van Jacob Claesz Boender uit Twisk contra Gerrit Willemsz van Syerdick [Spierdyk ?] c.s, kinderen en erfgenamen van Willem Gerritsz van die Meer en Dieuwer Claesdochter. Omstreeks 1530 verkocht Willem Gerritsz van die Meer aan Jan en Jacob, zoons van zijn zwager Claes Jansz Boender, 3½ morgen land in die Purwayde inde ban van Twisk. Na de dood van beide ouders maakten de kinderen van Willem aanspraak op ⅓ deel van het toen verkochte land. Een accoord voor schepenen van Abbekerk dd 1562-03-05 liep op niets uit en het Hof vonniste op 1562-07-31 ten nadele van eisers, die in appèl gingen bij de Grote Raad (vgl 1557-01-20, 1561-06-20, 1561-12-04, 1562-10-15, 1563-05-14, 1563-08-30)
1561-1570 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 569
Jaartallenindex
Annetgen Pietersdochter, weduwe van Adriaen Willem Dircksz van Meerkerck, mede namens haar kinderen, wonende aan de Botersloot in het land van Arkel, contra Jan Woutersz die Cat, wonende aan de Baselbrug in het land van Arkel. Op 1556-01-03 verkochten Jan Woutersz die Cat en diens eerste vrouw Geertruid Harmansdochter, die als zijn curatrice optrand, aan Adriaen Willem Dircksz van Meerkerk 2 morgen land met een drieste [vogelkooi], gelegen in Kort-Nieuwland in het land van Arkel. De koopsom, 800 schilden, zou in 4 termijnen betaald worden. De eerste verviel 1556-05-01. Maar op 30 juni 1556 betaalde koper reeds 400 schilden, waavoor Jan een kwitantie gaf. Op 1557-05-24 verklaarden verkopers met de betaling tevreden te zijn. Later stelden zij echter dat de voor de 400 schilden in betaling gegeven goederen veel minder waard waren dan 400 schilden. Accoorden gesloten 1558-11-27 en 1559-10-13 en 1561-03-07. Tenslotte werd Adriaen echter toch voor het gerecht van Gorinchem gedaagd. Daar zijn vrouw inmiddels was overleden, trad hij nu mede namens zijn drie kinderen op. Op 1561-04-29 en 1561-06-23 gaf het gerecht aan Jan Woutersz de Cat 3 pandbrieven, nl resp voor 10 sch, ½ van 2 jaar rente van 12 schilden, verschenen op 1558-05-01 en 1559-05-01, beide tbv de kinderen, en voor één termijn van de rente van 12 schilden verschenen op 1560-05-01. Jan Woutersz ging over tot panding op het huis van Adriaen, die daartegen pandkering deed. Het gerecht verklaarde op 1561-11-05 dat deze pandkering terecht gedaan was. Veel geharrewar. Van een te zynen nadele gewezen vonnis ging Adriaan in appel bij de Grote Raad. Na zijn dood werd het proces door zijn weduwe voortgezet. Op 1562-05-21 werd Adriaen voor de Grote Raad gedaagd
1561-1565 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 586
Jaartallenindex
kerkmeesters en schepenen van Harenkarspel en Warmenhuizen contra Loeff van Herlaer, baljuw van Egmond en Lamoraal graaf van Egmond gevoegd. In Harenkarpsel behoorde het recht om de koster te benoemen aan de graven van Egmond. Dit bleek in 1517 toen Johan graaf van Egmond Jan Bruneel tot koster benoemde. Deze droeg in 1533 de kosterij over aan Wolfert Othensz voor 50 Kar gld. In 1546 kreeg Wolfert deze som van de kerkmeesters terug. Hij zou een jaargeld ontvangen van 20 Kar gld en van alle emolumenten afstand doen. De kerkmeesters beheerden nu de goederen die bij de kosterij behoorden, en moesten rekening doen bij de installatie van de nieuwe kerkmeesters, jaarlijks in de Goede week. In 1549 legde Wolfert Othenz het kostersambt neer en zijn door de kerkmeesters benoemde opvolger Laurens Claesz nam voor 50 Kar gld per jaar het ambt op zich. De kerkmeesters van het jaar 1560 traden eigenmachtig op. Zij zouden het land [!] niet aan de meestbiedende na de voorgeschreven kerkgeboden verpacht hebben, maar zich door de hogere wynkoop hebben laten verleiden. Loef beval op 1561-11-02 rekening en verantwoording af te leggen door kerkmeesters en schepenen van Harenkarspel en Warmenhuizen, dus zowel van kerk- als van gemeentegoederen. De tegenpartij meende dat dit bevelschrift tegen de oude rechten indruiste en dat de baljuw alles via een gerechtelijke procedure het beveschrift kracht kon geven. De baljuw ging hierover procederen voor baljuw en leenmannen van Egmond. Doch vóór er vonnis gewzen werd, kwam men tot een accoord en werden de rekeningen over 1560 getoond. De baljuw hield zich echter niet aan het accoord, zodat eisers zich tot het Hof wendden. In het mandement van appel was eisers de clausule van inhibitie toegestaan. Verweerders protesteerden hiertegen
1562-01-03 |
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138 bis afd 2 losinliggend tussen fol 15v en 16
Jaartallenindex
[Wyeland] vrou Gheertruijdt van Liere als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoorde, oorkondt dat Gielis Jansz Versluijs haar heeft opgedragen ½ morgen lands in binnen Goech ende Nueterdijck, streckende ut het Wielant, belend noord: Dibburch Jans weduwe, zuid: Lambert Gebbersz, tbv Jan Jansz, die er vervolgens mede wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1559-08-16)
Huybrecht Gerritsz, Evert Hermansz, leenmannen
1562-01-07 | Huisduinen
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 82 regest 111
Jaartallenindex
schout en schepenen in Huysduynen certificeren dat Ysbrant Ysbrantsz, onze mede buerman, erkent verkocht te hebben aan Griet Jansdochter, poorteres van Haerlem, met Pieter Wyertsz, poorter Tot Alckmaer, als voogd, een stucke lants leggende in Huijsduynen, genaemt dat Slodt [niet: Flodt !!] leggende bij Groete Wiel, groot 142 roeden en 1 foet, de roede voor 18 st, an die nooroostzijde: Papeburch, zuidwest: Jan Cornelisz. Ysbrant verbindt voor de vrijwaring speciaal zijn huis en erf in de ban van Huijsduynen, west: Jan Teep, oost: jonge Jan Gerijtsz, zuid: Jan Hillebrantsz
Gysbrecht Paeu (met zijn zegel: een pauw met uitgespreide staart, of een zwaan ?), schout, Jan Cornelisz en Thonis Cornelisz, schepenen
1562-01-08 |
R.A.H. Coll Aanw 467 fol 7/Leenregister Brederode
Jaartallenindex
Heynrick heer tot Brederode, vrijheer tot Vianen, burggraaf te Utrecht, heer tot Haveringscourt, te Ameide etc, oorkondt dat hij bij opdracht van mr Jan Jacobsz D.M. wonende ter Goude, met halm, hande en monde in handen ons stadshouders substituut Thomas van den Berge, beleend heeft Dirck Florisse, wonende in Krimpen, 4 morgen en 4½ hont gelegen in Krimpen op die Merwede in een weer lands dat geheten is die Grave, met alsulcke timmerage als daarop staat. Te houden tot een onversterfelijk erleen
Cornelis van Santwyk, Helmich Dobbe, Willem Pelgrims, mannen
1562-01-15 |
Inv Arch Kapittel Den Hage regest 693, 699, 700
Jaartallenindex
het Hof van Holland beveelt op een request van deken en kapittel in den Hage Aechte, weduwe van Jacob Willemsz v. d. Mijda, waardin in de Burch in den Haghe, haar achterstallige schuld wegens de huur van het pastoorshuis aan deken en kapittel te voldoen en dagvaardt haar in geval van oppositie; 1562-02-27: deken en kapittel vergunnen aan Aechgen Pietersdochter, weduwe Jacob Willemsz van der Mijde, burgemeester in den Hage, en waardin "in den Burch"aldaar, een deur te maken in de muur tussen haar huis en het pastoorshuis op het Nederhoff, waarvan zij echter alleen in geval van brand gebruik mag maken
1562-01-17 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 106 regest 361/Klooster Coningsvelt bij Delft
Jaartallenindex
schepenen in Delft oorkonden dat Frans Pietersz, backer, verkoopt aan here Abraham van Vanevelt, proost van Coningsvelt, een rente van 10 Kar gld 10st per jaar, losbaar den penning 18. In dorso staat dat 8 £ hiervan is ontvangen op 1565-08-28 en 4 £ op 1567-02-07