22210 resultaten

1567-02-23 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1342
Jaartallenindex

Pieter Cornelisz en Heyndrick Dirksz erkennen ontvangen te hebben van vrouwe [Maria] van Poelgeest 7 ½ gld voor "het hoge outaer op te setten met het kruijs en al de beelden" en voor het witten en ragen van de kerk, gedaan in november j.l.

1567-02-28 (1566) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel, Putten fol 24v
Jaartallenindex

koning Philips beleent Nicolaes van Westerbeeck Adamsz na dode van zijn vader Adam Claysz van Westerbeeck met een paer oude swanen die cippen sullen naest der huysinge ende hofstede die wijlen Dirrick van Almonde staende gehad heeft op ten Geervlietschen Droegendijck, zuid: de dyck Stakamp, noord: Carixhoeck. Leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Nicolaes onmondig is, doet mr Pieter van der Meer, advocaat voor het Hof van Holland als door het Hof geordonneerde curator over de voors. Nicolaes, akte dd 1565-06-03, de eed. Gegeven den laetsten februario 1566 naer schrijven s Hoofs van Holland

heer Splinter van Hargen heer van Oisterwijk, ridder, Raad van onsen leenhove van Holland, Cornelis Oem Hermansz, leenmannen

1567-03-01 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1343
Jaartallenindex

Cornelis Willemsz, schout in het ambacht van Oostgeest en buurlieden aldaar oorkonden dat Gysbrecht Dircsz, kruidenier te Leiden, erkent verkocht te hebben aan Symon Willemsz, priester, kapellaan van de abdis van Rijnsburg, als bezitter van het OLVr altaarbeneficie in de kerk te Oostgeest, een losrente van 3 Kar gld per jaar. Met zijn zegel. Nog 2 dergelijke losrentebrieven dd 1567-03-08 ad 2 resp. 3 Kar gld 14st aan Symon Willemsz, door Anthonis Meess en Geertgen Pietersdochter, weduwe Heynric Gerritsz, en nog een brief van maart 1567 over de verkoop van een losrente van 2 Kar gld 2st door Aernt Maertsz aan Symon Willemsz

Jan Liclaesz en Willem Cornelisz, buurlieden

1567-03-11 |

Arch Oude Hof Alkmaar no 73
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Castricum oorkonden dat voor ons quamen drie buerluyden en inwoners van Castricum, Jan Heynricksz op Cleybroock, Pancras Symonsz en Claes Jansz Cronenburch, die verklaarden gezamenlijk schuldig te wesen aan pater en mater van het Oude Hof te Alkmaar een jaarlijkse losrente van 12 Kar gld, losbaar met 200 Kar gld; onderpand: 1) Jan Heyndricsz: een stuk land groot 3 morgen min een honderd, genaamd Gheryt Nannen Ven, dat hij zelf gecoft heeft voor 800 Kar gld, gelegen in de ban van Castricum, west: Jacob Gerritsz, noord: die gemene wateringe, oost: Jacob Jansz, zuid: die gemene wech, 2) Pancras Symonsz een acker saedlants gelegen op Gheryt Verhoockx werf, groot één geers, belend oost: Sloskert, west: die H. Geest te Castricum, zuid: Pancras Symonsz, noord: die gemene wech, 3) Claes Jansz twee ackeren zaedlant, groot 1 geers, genaemt Gheryt van Hoockx werf, ook gelegen in de ban van Castricum, belend zuid: die nauwe wech, noord: Claes Jansz voors, west: Maerten Huygen, oost: Jasper Gerytsz

Otto Jansz, schout (met zijn zegel), Jasper Gerritsz en Willem Jacobsz, schepenen

1567-03-14 | Bussem

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 14v
Jaartallenindex

vrouwe Geertruijt van Liere oorkondt dat Anthonis Cornelisz haar heeft opgedragen 2 ½ scepel boulants gelegen in Bussem, belend noord: Herman Claesz, zuid: Ghysbrecht Lambrechtsz, tbv Willem Rutgerts, die er vervolgens door haar als bezitter van het huis ten Bosch, mede beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een kintgen roede boters (vgl 1560-04-26, 1568-10-23)

Claes Willemsz, Willem Franckenz, leenmannen

1567-03-14 | Ouderkerk

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 15
Jaartallenindex

vrouwe Geertruijt van Liere oorkondt dat Jan Aelbrechtsz haar heeft opgedragen 3 morgen land in de ban van Oudekerck op die Aemstel aen de Waver in Neel Evert Ottenz bruijckwaer duergaens lants, belend zuid: die bryckweer van outs geheten toebehorende Pieter Claesz [!], noord: de erfgenamen van Jacob Taticks c.s, tbv Simon Dircksz, die er vervolgens mede wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een goede snoeck (vgl 1562-11-04)

Claes Willemsz, Willem Franckenz, leenmannen

1567-03-17 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 4v
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat hij op grond van een kwijtschelding op 1564-04-24 gedaan door Adriaen Colff van een rente van 9 Kar gld per jaar losrente, verzekerd op een huys genaemt den Gulden Pot, gelegen binnen de stad Brielle, zuid: de Cruysstraet, noord: de Vissche marct en [?] Danckert de Backers huijs, oost: Andries van Bronckhorst, voor: de Heerstrate, Servaes Adriaensz met deze rente heeft beleend

Cornelis Oem Hermansz, Willem van Berendrecht, secretaris van het Hof, Pieter Herweijer, Gerrit Andriesz, leenmannen

1567-03-18 (1566) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 1
Jaartallenindex

koning Philips beleent Daem Jan Duvesz na dode van zijn vader Jan Duvesz met: 1) 2 geersen land in de ban van Hemskercken in Bindingermade ende 1 mat lands in denselven ambachte in t Breede Weer, tot een onversterfelijk erfleen; 2) 5 stucken lands in den ambacht van Wyck, streckende van Kuijckensweg aen de Daelbeeck, belend noord: Arm Cornelisz weduwe [!], oost: de Reguliers van Beverwijk, zuid: Claes Gerritsz, te houden tot een onversterfelijk erfleen

Cornelis Oem Hermansz, Pieter Herweijer, Gerrit Andriesz, leenmannen

1567-03-19 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1344
Jaartallenindex

notaris Pieter Adriaensz Storm instrumenteert dat Dirck Rutgersz, secretaris te Rijnsburg, uit naam van de abdis van Rijnsburg, van Oth Jansz, cipier te Leiden, uitlevering verzocht heeft van Yeuwout Jansz, gevangen liggende te Leiden (zie regest)

1567-03-20 |

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 16v
Jaartallenindex

vrouwe Gheertruijd van Liere als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoorde, oorkondt dat Heeltgen Wouter Bogaertsdochter, weduwe van Job van Nijevelt met Cornelis Stalpaert van der Wiele als haar gecoren voogd, haar heeft opgedragen 4 morgen lands gelegen tot Maersen, belend boven: sy selver gemeen met het clooster van de Brigitten, beneden: Claes van Oestrum c.s. Zij beleent Heeltgen hiermede tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Heeltgen dit leen op tbv haer nichte Dirck Frans Bogaertsdochter, huisvrouw van Ysbrant Lam Jacobsz, wonende tot Utrecht, behoudelick haer lieftochte aen dieselve 4 morgen landts die haer bij cavelinge angecomen zijn van haren zuster Jannetgen Wouter Bogaertsdochter. Vrouwe Gheertruydt beleent Ysbrant Lam Jacobsz als man en voogd van Dirck Frans Bogaertsdochter vervolgens met dit leen (vgl 1558-06-14)

Floers van Woorden heer tot Vliet, Ghijsbrecht van Duvenvoerde heer van Obdam ende Hensbroek, leenmannen van de grafelijkheid