22210 resultaten

1567-08-04 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 6v
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Nicolaes van Mierloo hem heeft opgedragen tbv Claes Aertsz, borger te Utrecht, ½ van 7 ½ morgen land gelegen bij Nievelt in onsen gestichte van Utrecht, op Bilevelt, streckende voor van Reijerscoopsweteringe af an die middelwateringe, belend oost en west: Jan van Lichtenberch, en dat hij Claes Aertsz daarmede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen

Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, Otto van Steensel, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1567-08-18 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 37v, 36v; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 542v/Reg Nassau fol 319v
Jaartallenindex

burgemeesters en Raad der stad Medemblik certificeren dat onse poorter Dirck Claesz als man en voogd van Reynu Arysdochter verklaarde dat dieselve Reynu toebehoort seecker perceel lants leengoed wesende, gelegen in der Bruecken bijzuijden de stad Medemblik, oost: Symon Jansz, west: Ludu Herbersdochter. Dit leen is eertijds aan Reynu in leen gegeven onder voorwaarde dat bij haar huwelijk haar man de leendeed zou doen. Hij machtigt nu Jan Hobijn, procureur voor het Hof van Holland om namens hem dit leen te verheffen, en vervolgens op te dragen tbv Jacob Woutersz, onse poorter, of zijn dochter Alijdt; 1567-12-27: koning Philips oorkondt dat Jan Hobijn opdraagt als gemachtigde van Dirck Claesz, tbv Alydt Jacobsdochter een camp land, groot 7 roeden, gelegen aan de zuidzijde van de stad Medemblik, west: Luijde Herberts weduwe, oost: Symon Jansz, en dat hij vervolgens Alyt Jacobsdochter daarmede heeft beleend tot een erfleen. Hulde doet haar vader Jacob Woutersz. Dezelfde akte ook: 1567-12-17 (fol 542v)

get. S Jansz; 1567-12-27: jhr Jan de Huyter, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevoort Jansz, leenmannen

1567-08-21 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 38, 37, oud fol 22
Jaartallenindex

Aernt van Valckesteijn machtigt Nicolaes ofte Franchoys van Valckesteyn, beide myn broeders, omme uijt mijn naem te verhefen de ene helft van het huys en land van Popkinsburch (Walcheren) hetgeen hij tot Mechelen bij decreet van de Grote Raad gekocht heeft, daarvan de andere helft aencompt jhr Pillebert [Philibert van Serooskerke] van Seroertskerke als mededeelder van deselve coop. Philibert de Serooskerke geeft volmacht aan Franchoys van Valckesteyn en Nicolaes van Valckesteyn om namens hem zijn leen Popkensburg te verheffen

1567-09-19 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 37, 38v, oud fol 22v
Jaartallenindex

koning Philips beleent Jhr Pillebert van Seroertskerke met ½ van het huijs ende hoff van Popkensburch in Sinte Lourens, met 160 gemeten lands binnen den eylande van Walcheren, zoo weye- als sayland, daer bij ende neffens gelegen. Zoals daar vroeger wijlen heer Claes van Borselen en vrouwe Maria van Arnemuijden beleend zijn geweest, en wijlen onse lieve en getrouwe neve heer Maximiliaen van Bourgondië, markgrave van der Vere, die beseten en ten gebruike heeft gehad. Waarvan de ander helft door jhr Aerent van Valckesteyn van ons in leen gehouden wordt. In welke helft jhr Pillebert bij decreet van de Grote Raad van Mechelen dd 1567-02-17 ingeerfd is. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Voor jhr Phillebert doet Franchoys van Valckesteyn, secretaris van het Hof van Holland, daartoe gemachtigd op 1567-08-21, de eed; koning Philips beleent ook jhr Aernt van Valckesteyn met ½ van het huys en hoff van Popkinsburch in St Laurens met 160 gemeten lants binnen den eylande van Walcheren, soo weije- als sayland, daerbij ende neffens gelegen

mr Gysbrecht van Hogendorp, advocaat voor het Hof van Holland, mr Cornelis Oem, Dirck Adriaensz, Jan Beuckeroort Jansz, leenmannen

1567-08-23 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 16v
Jaartallenindex

request van Heynrick Fransz, wonende te Edam, als oom en voogd of curator van Claes en Frans Mathyszonen, dat in den jare 1505 Gheryt Willemsz beleend is met 13 deymden lants te Oesthuysen na dode van zijn moeder Kerstijne Jan Moensdochter (leenbrief dd 1505-05-08), dat Gerrit Willemsz op 1514-05-04 dit leen overdroeg aan zijn twee zusters Machteld Willems en Ael Willems, elk voor ⅓. Daarna is Gerrit Willemsz overleden, waarna dit leen kwam op zijn zoon Symon Gerritsz, die in het jaar 1515 beleend werd. Machteld en Ael bleven tot hun dood in het bezit elk van ⅓ deel van dit leen, zonder hiermee belening te hebben verkregen, "uijt simpelheijt ofte onwetendheid". Ael overleed kinderloos, waardoor haar portie kwam aan Gerrit en Machteld. Symon Gerritsz, wetende van de opdracht door zijn vader gedaan, bevestigde deze en erkende dat zijn moeye Machtelt Willems in het bezit was van ½ van het voors. leen, waarmede Symon Gerritsz in mei 1515 als geheel beleend was. Symon had vervolgens de hem competerende helft gedivideerd onder zijn zusters Geert en Karstyn Gerrit Willemsdochters. Toen Symon overleed, liet hij een zoon na genaamd Claes Symonsz. Machteld Willems overleed en liet een dochter Lysbeth na, die bij haar man een zoon had, genaamd Mathys Claesz. Op 1543-07-19 werd Claes Symonsz met het gehele leen beleend. Daar hij onmondig was, hebben zijn voogden daarop ½ van het leen getransporteerd op Mathys Claesz als erfgenaam van zijn grootmoeder Machteld Willems, blijkens transport voor leenmannen 1543-11-03, zonder dat Mathys Claesz overmits zijn simpelheid brieven van verly verkreeg. Mathys overleed en liet twee zoons na, Claes en Frans, tegenwoordig bezitters van de helft van het leen. Daar zij weeskinderen zijn en nog onmondig, verzoeken hun voogden voor hen belening met deze helft. Zij verzoeken remissie van het verzuim van wanverzoek. De koning beslist dat, daar 3x verzuimd is belening te vragen, thans 3x het dubbele heergewade moet worden betaald

1567-08-24 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 21
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat hij achtervolgende zekere appoinctemente bij onsen luden van onser Rekeninge in den Hage gemaict mit Henrijck Fransz, woenende tot Edam, als oom en voogd ofte curator van Claes Mathysz, van ½ van 13 deymden lants gelegen in de ban van Oesthuysen aen twee stucken, het eene genaamd die Hoornvenne en het andere die Saddyck, daeraen belend oost: Aris Jacobsz, west: die dijck genaemt die Gouwe, Claes Mathysz aanbestorven van zijn vader, maar aan ons als heeren van Voorne gedevolveert is bij wanverzoek. Nu wordt Claes Mathysz er weer mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, tegen betaling van drievoudige gerechten (1567-08-23, 1567-10-20)

mr Reynier Moens, proc. gen. van het Hof van Holland, mr Cornelis Oem, Otto Steensel, Daniel van der Heijden, Dirck Adriaensz, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1567-08-23 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 34
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat hij volgens het accoord door de Rekenkamer in den Hage gemaakt met Jan van Duvenvoorde, rentmeester v.d. lande van Voorne en Karel Gans als voogden van Adriaen Heerman t.a.v. 3 percelen van lenen gelegen in onsen lande van Voorne, Adriaen aanbestorven van zijn vader Adriaen Heerman Willemsz, maar die aan onze heerlijkheid van Voorne gedevolveert waren bij wanversouck, daar binnen sjaars na het overlijden van Adriaen geen belening verzocht was, thans belening volgt met: 1) een hofstede gelegen te Zwarte Wale achter de kerke. Tot een erfleen, binnen afterzusterkind niet te versterven, 2) een middeldyck in Zwarte Wale, streckende van den Hoefdyck tot aen den Middeldyck bij der Welle, en drie gemeten lands geheten die Boomgaert met en gelegen in t Wout bij Swartewale. Te houden elcke helft van de 3 gemeten en middeldyck tot ee nrechte erfleen, 3) 9 gemeten vrij land gelegen in de Nieuwen Hoorne op Hallincxland, daaraf die 5 gemeten liggen in t Horstlandt, dat wij mit onsen vrijen lande belegen hebben ende hadde Bouwijn met zynder caveling aen de zuytzyde en oost: de 4 gemeten gelegen in Volgerlandt op Hallincxlandt ende opten houck van de weghen, tot een recht erfleen. Lenen van Voorne. Hij betaalt hiervoor aan mr Jacob heere van Cabau, ontvanger van de espargnes ½ van 4£. Zijn oom Karel Gans doet hulde voor Adriaen Heerman, die onmondig is (vgl 156-04-10)

Cornelis Oem Hermansz, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1567-08-23 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 33, 32
Jaartallenindex

request aan de luyden van de rekeninge in den Hage, gepresenteerd door Jan van Duvenvoorde, rentmeester van het land van Voorne, en Carel Gans, voogden over de achtergelaten kinderen van Willem Heerman en Adriaen Heerman, hoe dat hemluyder beijder vader behoorlyck verly, hulde, eed en manschap gedaan had van zekere percelen van lenen gelegen in het land van Voorne, welke lenen alsnu in successie gedevolveerd zijn op heure beyder kinderen, eerst op Adriaen Heerman, zoon van Adriaen, die percelen van lenen daeraf die heergewaden en heerlijke rechten belopen ter somme van 41£ 10sc tot 40 gr. Ende op Cornelis Heerman, zoon van Willem Heerman, zijn gecomen bij zijns vaders makingen en testament 3 andere percelen van leenen, nl ⅙ deel van Pancras gors, ¼ deel van Roxnisse en die tienden aldaar. Gelegen in den lande van Voorne. Daar Willem van zijn ouders geen ander goed geerfd heeft dan de 3 leentjes die maar van zeer cleyne incomsten zijn, terwijl zij toch voor heerlijke goederen gehouden worden en de heerlijke rechten meer betreffen dan de inkomsten, waren deze leentjes niet binnen de behoorlijke tijd verheven. Voogden verzoeken nu alsnog belening. Voogden ontvangen remissie van het gepleegde verzuim mits betalende de heerlijke rechten en heergewaden in handen van de ontvanger van de espargne, de heer van Cabau, ten bedrage van 4£ (vgl 1560-04-10). Koning Philips beleent Cornelis Heerman met: 1) ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid van Roxenisse, met aanstelling van schout, schepenen, dijkgraaf en heemraden, gift van de kerke, etc; 2) ¼ deel van alle coren- en smaltienden van Roxnisse, bedijct en onbedyct. Behouden die erfpacht van 378£ van 40 gr per jaar eeuwig durende op geheel Roxnisse ende den Ruygenhille, dat bedyct is of zal worden. Na besterfte of coop zal dit leen met een gelijk ¼ deel, voormaals verlyt Heynryck Butkin, één leen wesen, 3) 1/16e deel van de ambachtsheerlijkheid etc en de thiende van Pancraesgors, leggende en bedyct oostwaert aen t landekyn genaamd Nieuwe Natiars, gelegen in het land van Voorne. Alles onversterfelijke erflenen van Voorne. Daar Cornelis Heerman onmondig is, doet zijn oom Carel Gans de eed

get. G Wallerandt

1567-08-28 |

V.R.O.A. 1920 dl I p 398 regest 296/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 31
Jaartallenindex

de notaris ter Kuel verklaart dat Jan Adriaensz van Duvenvoirde als bezitter van een vicarie op het H. Kruisaltaar in de Oude Kerk te Delft, 3 R gld 13 ½ st uit goederen te Nootdorp afdraagt aan Johan Jansz van Amerongen, vicaris van het St Andrieslataar in de St Marienkerk te Utrecht, wederom onder protest omdat hij slechts 3 R gld 4½st per jaar schuldig is. Dit is gesciet te Utrecht ten huyze van Gevert van Amerongen, staende op de Hooch Coornmerckt

1567-09-01 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1345
Jaartallenindex

Elburch van Langerak, abdis van Rijnsburg, verleent aan Gherydt Bouwensz het schoutambacht van Boskoop