22210 resultaten

1567-10-11 |

V.R.O.A. 1920 dl I p 398 regest 297/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 30
Jaartallenindex

Cornelis de Myrop, proost en aartsdiaken ten Dom te Utrecht, staat aan heer Adrianus de Duvenvoirdt, deken van Dordrecht, toe, om bij testament over zijn goederen te beschikken

1567-10-17 |

G.A. Haarlem Inv I no 1803 Lade W/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex

heer Adam van Schuualbach, grootmeester van de StJansorde keurt goede de door heer Henricus de Zwollis, commandeur van St Jan te Haarlem en de broeders van dit convent gedane keuze van frater Philippus ab Hogenstein tot coadjuctor van de commandeur

de broeders: Cornelius de Schoten, pastor in Beverwico, Gerardus de Alcmaria, Philippus Heinrici van Hogenstein, pastor in Hazerswoude, Joannes Ossanus, pastor in Soeterwoude, Tymannus Campensis, vicepastor in Beverwijc, Franco Dubbius, pastor in Emskireken, Jodocus Nicolai Vinck, Cornelius Jacobi, Theoderico Beest et Theodericus Gerhardi de Via

1567-10-20 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 22
Jaartallenindex

request van Willem Dircsz, enig achtergelaten zoon en erfgenaam van zijn moeder Cristina Gerritsdochter, wonende te Edam. In het jaar 1505 werd Gerrit Willemsz, poorter van Edam, beleend met 13 deymden land te Oosthuysen, na dode van zijn moeder Kristina Jan Moensdochter (belening 1505-05-08). Op 1514-05-04 droeg Gerrit Willemsz aan elk van zijn twee zusters, Machteld en Ael, ⅓ van dit leen over. Na Gerrits dood kwam het leen op zijn zoon Symon Gerritsz, die in 1515 beleend werd, terwijl Machteld en Ael zonder leenbrief in het rustig bezit van hun ⅓ deel bleven. Toen Ael Willems kinderloos overleed, kwam haar ⅓ deel op Gerrit en Machteld. Symon Gerritsz erkende ook dat aan Machteld, zijn moeije, ½ van het leen toebehoorde, nochtans werd hij in mei 1515 met het gehele leen beleend. Hij liet zijn tante Machteld in het bezit van haar helft en verdeelde zijn helft onder de beide zusters van zijn vader, Christine en Geerte, die dus elk ⅓ van ½ verkregen, echter zonder leenbrief. Symon Gerritsz behield ⅓ part dat op zijn vier kinderen kwam, o.a. Claes Symonsz en de voors. Cristina hun ⅓ part van ½ op de suppliant en Gerrit Dircsz zyn broeder. Daar deze Gerrit kinderloos stierf, werd ⅓ van ½ gedeeld tussen Symon en hem suppliant en zijn broeder Gerrit in 6 delen, waarna dus hem suppliant via de dood van Gerrit nog ⅙ deel aankwam, makende tesamen 3 deymten min een half vierendeel van een deymt uit de 13 deymden. Van welke dertien deymde Claes Symonsz, zoon van Simon Gerritsz, op 1543-07-20 belening verkeeg. Machteld overleed, nalatende een dochter Lysbeth, die bij haar man een zoon Mathys Claesz naliet. Mathijs liet twee zoons na, Claes en Frans die ½ van 13 deymde bezitten. Suppliant verzoekt belening met zijn portie en remissie van wanverzoek. Deze wordt hem verleend tegen betaling van 3x de dubbele rechten (vgl 1567-08-23)

1567-10-20 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 24
Jaartallenindex

koning Philips beleent Willem Dircsz, poorter van Edam, ingevolge het accoord door hem met de rekenkamer gemaakt, met 3 deymden land gelegen in Oosthuysen, waarvan het eene stuck geheten is die Hoirne Venne ende het ander stuck t Saddijck, oost: Aris Jacobsz, west: de dijk genaamd die Gouwe, hem aangekomen bij dode van zijn moeder Cristina Gerritsdochter, en wegens wanverzoek aan de heerlijkheid Voorne gedevolveerd. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. De rechten zullen drievoudig dubbel moeten worden voldaan

mr Cornelis Oem, Otto van Steensel, secretaris v.h. Hof v. Holland, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1567-10-21 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters no 106 p 285 regest 232/Arch Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex

Christiaen Adriaensz, pater, en Martina Yemantsdochter, mater van St Barbara te Delft, verkopen aan Apollonia Maertynsdochter een lijfrente van 3 gld per jaar

1567-10-26 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 107 regest 365, p 108 regest 366/Arch Klooster Coningsveld bij Delft
Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raad van Harderwijk oorkonden dat de weesmeesters aan Henrick Vranckenz van Diemen, rentmeester van de memorie van Coninxvelt, hebben opgedragen een rente van 18 Kar gld, vermeld in de brief dd 1552-09-28 [er staat 1557-07-28, regest 358, dit moet fout zijn], hun aangekomen door overlijden van Abraham van Vanevelt (vgl 1564-04-07); 1567-10-31: Herbert Pietersz, weesmeester te Harderwijck, verklaart ontvangen te hebben van Henrick Vranckenz van Diemen, rentmeester der memorie van Coeninxvelt, 48£ Vls als hoofdsom van een rente van 3£ jaarlijks, en de rente over 3 maanden en 1 week. [N.B. deze brief is vastgenaaid aan die van 1557-07-28, onder no 358 staat een brief van 1552-09-28, en een brief van 1557-07-28 komt in de regestenlijst niet voor]

1567-10-29 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 27
Jaartallenindex

op huyden compareerde in de registercamer en griffie van den leenhove van Holland: heer Dirck van Zuylen, here van der Zevender, ridder, en geeft volmacht aan Adriaen Willemsz van der Criep, porcureur postulant voor den Hove van Holland, om over te dragen zijn leen van 8 morgen land in den lande van Woirden in den schoutambacht van Geersdorp ende van den Oudenlande, daer die heren van Oudemunster te Utrecht boven naest geland zijn, streckende uytten Ryn aen den Brydyckschen dyck, met het verzoek om zijn dochter jvr Elisabeth, jegenwoordige huisvrouw van de heer van Noortich, daarmede te belenen (vgl 1568-04-23)

ondert. C. Oem

1567-11-02 |

R.A.H. Coll Aanw 137 Caput N.H. fol 41
Jaartallenindex

Laureijs van Bronckhorst machtigt zijn neef mr Dirck van Bronckhorst om voor de stadhouder van leenen de heerlijkheid van Bleyswijk te verheffen in allen manieren zoals zijn vader heer Joest van Bronckhorst ende jhr Gysbrecht van Bronckhorst ende tot destyds zijn broeder heer Nicolaes van Bronckhorst bezeten hebben, ende dat uyt cracht van den voirs heer Nicolaes van Bronckhorst lettren van cessie ende transport op hem gedaen onder zijn zegel op 1566-08-09, en door leenmannen geapprobeerd 1566-10-01

1567-11-07 |

Bissch Oud Arch Haarlem 9 kl A no 39/Klooster Purmerend
Jaartallenindex

up huyden den 7e Nov. hebben de burgemeysteren in der tyt anno XV zeven ende zestich, Jan Dircksz, Heynrick Pietersz Bardis ende Hilbrant Dircksz, den gemeen rijckdoem aengegeven als dat die pater des convents binnen onser stede hoir te kennen gegeven heeft dat het convent belast ende gehouden is den pastorij jaerlicx te betalen 7½ st oudeijgens ende begeerde dieselfde te lossen ende t convent daerof te vryen. Ende die voirs. burgemeyseren mit den gemeen ryckdoem hebben geordineert dat die pater uijt den naem van t convent die lossinge sal doen den getijdevoichden ende die getydt voechden in der tyt wesende den pastoir jaerlix sallen betalen. Ende wij Symon Pietersz Brantgis ende Jan Claisz in der tijt getydevoechden erkennen van het St Ursulaconvent ontvangen te hebben 7½ gld uit de handen van de pater mr Gheryt en zij beloven t convent te ontlasten en vrij te weren voor dit oudeigen. Op verzoek van getijdevoogden door burgemeesters bezegeld met het stadszegel van Purmerend (een schip met 4 roeiers, op de vlag op de achtersteven zijn zichtbaar 2 weerhaken. Boven het schip een schild waarop 3 kepers)

1567-11-08 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters no 7 p 391 regest 156/Arch Klooster St Agnes Delft
Jaartallenindex

schout en schepenen van Pynacker oorkonden dat Adriaen Harmansz, wonende in den Hof van Delft, aan St Agniet te Delft verkoopteen rente van 36 Kar gld per jaar, losbaar den penning 16, verzekerd op 12 morgen land in Pynacker