22210 resultaten
1567-11-10 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1347
Jaartallenindex
Cornelis Willemsz, schout in het ambacht van Oostgeest, oorkondt dat Symon Willemsz, kapelaan van de abdis van Rynsburg en bezitter v.h. beneficie op het altaar van OLVr in de kerk van Oostgeest, in erfpacht gegeven heeft aan Jan Kemp, schout te Rijnsburg, een stuk hooiland van 10 hont bij de Poel en de Broeckdyck, en nog een van 6 hond bij de Oude Dam, samen voor 18£ Vls
1567-11-11 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 285 regest 233, 234/Arch Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
St Barbara te Delft geeft aan Cornelis Pietersz Slim 1 morgen land in de Ketel lin erfpacht. Geinsereerd in de brief dd 1567-11-25: schout en schepenen in de Ketel oorkonden dat Cornelis Pietersz Slim van het St Barbaraklooster te Delft in erfpacht heeft genomen 1 morgen land in de Ketel, volgens de geinsereerde brief
1567-11-22 |
G.A. Haarlem Inv I no 1935 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex
Jan Simonsz, schout in den ambacht van Eemskerck, oorkondt dat Louris Dircsz, buyrman aldaar wonende aen dije duynen, erkende verkocht te hebben en schuldig te zijn aan heer Henrick van Zwoll, commandeur van St Jan te Haerlem, een jaarlijkse losrente van 6 Kar gld 5st. Tot onderpand stelt hij 1½ morgen lands binnen den voorn. ban, hem toebehorende, belend noord en west: zijn zwager Huibert Pietersz, oost: dye groet Zije, zuid: Bavenlaen. Met noch een acker lants gelegen in denselven ban, belend noord: het convent voors, zuid: Belije Pietersdochter, oost: Jan Willemsz, west: die groote Houtwech. Borg voor hem is Pieter Jacopsz, wonende aen de duynen. In dorso: de aantekening dat heer Cornelis v.d. Goude, commandeur, deze rente aan Cornelis Claesz alias oude Cornelis te Heemskerk om zijn armoede heeft kwijtgescholden
schepenen: Louris Arisz en Louris Splintersz
1567-12-05 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 75
Jaartallenindex
schout en schepenen van Uitgeest oorkonden dat Maerten Willemsz Baert [?] Dirrickxz en Aemger Jansz, buurlieden, erkennen verkocht te hebben aan de H. Geest te Haerlem, een calff gars in Zierics Ven, welcke voors. Ziericsven den voors. H. Geest toebehoorende is, an welcke Ziericsven naest gelant zijn noord: de Wide laen, oost: ouegeuen, zuid: Dirck Yven Ven, west: die Geestmeer
1567-12-10 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 34
Jaartallenindex
koning Philips beleent in gevolge het octrooi tot testeren aan Claes Claesz, poorter tot Edam, verleend, en diens testament dd 1565-11-30, zijn oudste zoon Claes Claesz met 4 deymden lands, liggende omtrent ende vast bij der stede van Edam. Te weten een stuck gelegen op ten Brouck aan de zuidoostzijde van Edam, groot wesende 2½ deymt, belend west: Jan Nannicxz, oost: Jan Claesz c.s. En noch een stuck van 1½ deymt, liggende aan de noordkant van de Groote Kerck van Edam, belend noord: Geerte Cornelisdochter, zuid: Jan Goittkes. Leen van Voorne, binnen aftersusterkind niet te versterven. Daar Claes Claesz onmondig is, doet Derck Jansz, poorter van Edam en opperweesmeester aldaar, de eed voor hem (vgl 1564-12-12, 1564-11-21)
mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen
1567-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 130, 28
Jaartallenindex
testament van Jacob van Nienrode, volgens octrooi op 1558-10-21 van de koning, en nog 1563-05-04 van heer Gerrit van der Nykercke, abt van St Pauwels te Utrecht, verkregen. Tot zijn universele erfgename benoemt hij zijn moeder jvr Cornelia van Waveren, ten aanzien van zijn eigen goederen, na haar dood te komen op zijn rechte leenvolger. Zijn heerlijkheden, erfpachtgoederen zullen na zijn moeders dood succederen op zijn broeder Cornelis van Nienorde. Zijn moeder en haar navolgers zullen moeten geven en betalen aan de twee achtergelaten natuerlycke twijlinghen ende kinderen van wijlen zijn broeder Heynrick van Nienrode, elk jaar 100 Kar gld (20 Brab t stuk), losbaar den penn. 20. Hij doet dit omdat zijn broeder al zijn lenen en erfpachten op hem had laten succederen, zonder zijn twee kinderkens iets daeruijt voorseijt te hebben, dat hij wel had mogen doen. Hij bepaalt verder dat den groten bongaert met 6 morgen lands daerachter aen gelegen tot Breukelen aen de noordzijde van den huyze Guntersteijn, sal blijven succederen en erven ten eeuwigen dage aen den huyse voors, gelycxs off t zelve leengoet ware alst niet is, willende en ordinerende voorts dat mijn moeder voirs, ende oick dieghene daer die voirs heerlicke goederen, boomgaert ende 6 morgen lants op zullen comen ende succederen aen Joostgen, mijn natuerlycke zuster, ende nae haer overlyden haer dochter zal gheven ende laten volgen uijt de voirs. boomgaert en 6 morgen lants een jaarlijkse rente van 40 Kar gld, losbaar den penn 20 (vgl 1568-04-21, 1568-04-27)
1567-12-20 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 68, 69v, oud fol 39
Jaartallenindex
request aan de stadhouder en Raden van den leenhove van Holland gepresenteerd door Jacob van Uytrecht Jansz, als oudste zoon van wijlen Marie Jans de Roendochter. Hij stelt: hoe dat hij suppliant ten overlijden van wijlen zijn vader mr Johan van Uytrecht, verscheyden leenen zowel van de Grafelijkheid van Holland als van andere vasallen dier grafelijkheid ontvangen heeft. Hij heeft nu ontdekt dat wijlen zijn moeder in het jaar 1533 door den keizer als heer van Voorne beleend was met ¼ deel van ½ van den bedijcten landeken genaemt den Struijt, ende alsdoen genaempt "den ouden ende den nieuwen Struijt", mitten tienden en ander toebehoren o.a. van de uytgorsen en aanwassen waarmee zijn moeder Marie Johan van Roendochter beleend was tot een onversterfelijk erfleen. Een half jaar later waren deze landen, bedyct en onbeduct, vrij verklaard tbv Aernt Vranckez, schout van Delft, door keizer Maximiliaen, tijdens de onmondigheid van keizer Karel, behalve ½ van de tienden, die als leen van Voorne, leengoed zouden blijven. Daar suppliant niet wist of het voors. perceel nu leengoed of eigen is, daar zijn vader Johan van Uytregt die selve lange jaren na de dood van zijn voors. moeder ontvangen en bezeten heeft als vrij goed, nu nochtans ontdekt hebbende dat dit goed ten dele leen was, verzoekt hij alsnog dit deel te mogen ontvangen in leen tegen betaling van de hofrechten en heergewade. Dit wordt toegestaan. Op 1567-12-21 wordt mr Jacob van Uytregt Jansz door koning Philips ermee beleend, te houden tot een onversterfelijk erfleen
mr Jacob de Jonge, secretaris van het Hof van Holland, mr Cornelis Oem, Pieter Herwijer, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen
1567-12-22 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 35/R.A.H. Coll Aanw 141 fol 506/Reg Nassau fol 298v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Sebastiaen van Craanhals, baluw van Bergen in Kennemerland, gecommitteerde dijkgrave van den Hondsborg [= Hontsbos] en opperdykgrave van de Uitwaterende sluisen in den lande van Kennemerland en West Friesland, hem heeft opgedragen een stuk land genaamd Berger Haag, groot 4 morgen, daar hem de eigendom van toebehoort, gelegen in de ban van Bergen, west: de weduwe Gerrit Vrederiks, zuid: die gemene weg, noord: het Westerdorpskerkenpad. Sebastiaen wordt hiermede beleend tot een erfleen. De koning geeft vervolgens ten vrijen eigen aan Sebastiaen twee parceelkens van kleine lenen, hierna volgende: 1) een stuk land in de heerlijkheid Bergen, groot 3 koeweiden, oost: Claes Symonsz erfgenamen met eigen erve, west: Dirk Allertsz, noord: Willem Jansz, zuid: die bandyck, 2) een kroft land gelegen tot Bergen bij de kerk, groot 500 roeden, oost: Andries Dirksz, west: Maryken Jansdochter, zuid: Symon Gerritsz (Aernt die Wilden kinderen ?), noord: Willem Eeskens, Dirk Pieters en Arend de Wilden kinderen. Die Sebastiaen tot een onversterfelijk erfleen placht te houden; 1567-12-22: request van Sebastiaen Craenhals om deze 2 lenen in eigendom te ontvangen, en hiervoor draagt hij op een stuk land genaamd Bergherhaech, groot 4 morgen, geldende jaarlijks in pacht 24£; vervolgens wordt hij beleend met de Bergerhaech en krijgt hij de 2 percelen(3 coeweyden en een croft bij de kerk) in eigendom (vgl 1579-06-01)
mr Cornelis Oem, Pieter van der Houve Cornelisz en Jan Beukevoort Jansz, leenmannen
1567 |
Kroniek Hist Gen jg 1849 p 463/Coll Alkemade en v.d. Schelling Seminarie Warmond
Jaartallenindex
pelgrimsbrief voor Symon Jacobsz van Overschie, gaande naar Rome
1567 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 46 Copie
Jaartallenindex
Louris Pietersz, lantmeter, kenne mits desen ontfangen te hebben van Evert Jansz, burgemeester, die somme van 14 st van wege dat ick gemeten hebbe die erve op t Nyeuweland by die muer langs streckende [te Alkmaar], met dat afgedolven lant van die Baghynenweyde bezuiden der stede, ende is groot 226 Hontbosse roeden of 235½ Alcmaerse roeden. Accordeert van woerde te woerde bij mij, Wouter Cornelisz