22210 resultaten
1568-02-16 |
Inv Arch Kapittel Den Hage regest 737
Jaartallenindex
deken en kapittel in den Hage oorkonden dat zij heer Frans Adriaaansz voor 8 jaar tot vicecureit in de kerk te Burch op Texel hebben aangesteld
1568-02-28 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1348
Jaartallenindex
de abdis van Rijnsburg beleent Jan Heijmansz, ambachtsheer van de Ketel en s Gravenambacht, na dode van zijn broeder Sebastiaen Heymansz met een tiende en haar smaltiende in Monsterambacht, genaamd Alengeest of Raephorsttiende
1568-03-01 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 48 p 286 regest 241/Arch Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
Joris Cornelisz in de Ketel huurt van St Barbara te Delft 17 hont land en 2 morgen bij Spierincxhoeck in het Nieuwelant, voor 9 jaar (vgl 1548 en 1573)
1568-03-02 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1349
Jaartallenindex
Elburch van Langerak, abdis van Rijnsburg, oorkondt dat ten overstaan van Jan Kemp, schout van Rijnsburg, als stadhouder van haar lenen, Heyndrick Engbrechtsz haar heeft opgedragen tbv Jan Jacobsz, 8 hont land i.h.a.v. Rynsburg, en dat zij laatstgenoemde vervolgens hiermede ten erfleen heeft beleend. Met een aantekening dat op 1580-08-29 Cornelis Nanningsz van der Leus met dit leen beleend is
1568-03-03 |
Arch Marquette 1076 fol 24/17e eeuws afschrift/Handv. van Assendelft p 136
Jaartallenindex
Jacob du Quesnoy, Raad v.h. Hof v. Holland, als commissaris, en Willem van Berendrecht, secretaris v.h. Hof als adjunct gecommitteerde, ingevolge een besloten missive van de Kon. Maj. geheime raad van 23 januari 1568 (1567) door het Hof van Holland gecommitteerd, maken een ordonnantie "waer nae de ingelanden van Assendelft hen gehouden sullen wesen te regulieren in het maken van de Achterkaede daer toe syluyden uyt cracht van sekere sententie van de voors. secrete rade dd 1567-09-09, oock lestleden gesommeert syn: in den eersten, dat men de voirsz kaede beginnen sal te leggen aen de westersche horn of hoeck van Dirck Albrechts'hoyhuys, staende op Nauwerna ofte Langenvelt binnen den ban van Assendelft, en aldaer deselve kaede met den Hoogendijck verheelen. En sal de voors. kaede voorts strecken over den dijcksloot tot aen 't land van Clas Jansz Roon c.s, aen de andere sijde van de dycksloot gelegen, en soo voorts langs de Twisch, dwars over alle de weeren en slooten beneffens de voors. Twisch in de ban van Assendelft gelegen, noortwaerts op tot de banscheydinge van Assendelft en Crommenie en van daer voorts langs de voors. banscheydinge van Crommenie uit den Oosten westwaerts op, tot den lagen-dyck toe" etc
1568-03-04 (1567) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 70
Jaartallenindex
koning Philips beleent Jacob Heynricksz na dode van zijn vader Heynrick Hermansz met 2 gemeten en ½ lyne land gelegen in Bornisse in t Oude lant van Heenvliet aen de Meeldyck, zuid: de Meeldijck, west: Jan van Duvenvoorde, noord: Jan Jacobsz leen, west [!]: Jan van Duvenvoorde, Jan Cornelisz en de erfgenamen van mr Michiel van Almonde, tesamen gemeen. Leen van Voorne, zoals zijn vader Henrick Heermansz dat gehouden had
mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan van Doesburch Jansz, leenmannen
1568-03-05 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 79v-85v
Jaartallenindex
Anthonis van Doornyck, ingezetene der stad Campen, zwak van lichaam, maakt zijn testament (octrooi dd 1558-12-09): zijn kinderen bij zijn vrouw Geertruyt van Brouchuysen zijn zijn erfgenamen, zijn enige zoon Anthoenys van Doernijck zal erven zijn part in de heerlijkheid Vosmeer, waarvan de bedijking 1400 gld gekost heeft, en de Doornickschen tienden gelegen op tie Veluwe te Bemichem [Bennekom ?], Stichts leen, het halve huys binnen Campen dat testateur en zijn vrouw bewonen, behalve de lijftocht aan deze goederen voor zijn moeder jvr Geertruid. Als zoon Anthonis hiertegen zou protesteren komen de tienden en het halve huis aan zijn zuster Helena. Sterft zoon Anthonis kinderloos dan zal de heerlijkheid Vosmeer komen op zijn zuster Johanna (die huw. voorwaarden gemaakt heeft op 1564-03-16). Johanna zal noch hebben dat erve und guet te Rechtern met zijn kotersteden, dat van haar moeder gecomen is en in leen gehouden worden van Adolph van Rutenborch; de Doornicsche tienden zullen in dat geval komen op haar zuster Helena. Executeurs testamentair en voogd over zijn kinderen: vrouwe Wilhelm van Wijnsen, Adolph Rutenborch, mr Nicolaus van Haersolte en Gerryt van Haerlem (sterk verkort)
in presentie van: Georgien van Haersolte, Claes Rinse, leenmannen van Zyne Kon. Maj, Claes Witte, schult van Campen en Camperveen, Lodowick van Vorne, burgemeester van Campen; tot meerder zekerheid ook getekend door de leenmannen: Johan te Bocop en Bertolt Lulofs, met als getuigen: Claes Igerman en Gerbrand ten Bursch, burgemeesters van Campen
1568-03-22 |
V.R.O.A. 1920 dl I p 399 regest 298/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 405
Jaartallenindex
Anthonis van Amstel, heer van Mynden, Cronenburch en Loenen etc beleent heer Adriaen, heer van Duvenvoorde, deken van de Grote Kerk te Dordrecht, met een jaarlijkse rente van 43 gld 15st, gaande uit ½ hoeve, groot 16 morgen land, in Vridenban [de Vryenban], tussen de Schiede en de kade van Cantoef, welke rente dezen is aangekomen bij de dood van zijn broeder heer Aerndt van Duvenvoerde, ridder
1568-03-27 (1567) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 42, 41
Jaartallenindex
koning Philips beleent Hillegondt Jan Pietersz Berchoutsdochter na dode en makinge van haar moeder Cornelia Jan Teedincszdochter met ⅓ deel van een huys en hofstede met een weer daer die hofstede in leecht, groot 4 ½ gaerden, ende den werf die gelegen is aan de westzijde van de hofstede, streckende tusschen der Wysende ende den Zwaechdyck [te Westwoud], dat op de Woude belegen plagen te hebben oost: Frederik Folkertsz en zijn zoon Folkert, west: Vrederyck Teedincxz, buyten Goude, streckende aen den Zwaechdyck ende belegen plagen te hebben, oost: Jacob die Hooge ende zijn zwager Osolkert [andere akte: Ofolkert], west: Frederyck Tetez, alle gelegen in den banne van Westwoude. Ende noch 2 stucken lants geheten die Hoffennen, ende gelegen zijn achter Monickendamme ende belegen plagen te hebben, noord: Agniese Jacob Melisz weduwe mit heure kinderen, west: Thyman Lutgersz, zuid: Yde Willem Melisz weduwe met haar kinderen. Ende op dat ander eynde, streckende an die graft van der stede. Ende is groot 4 deymten lants. Ende haer broeder Jan Jansz Teedincxs ende haer zuster Niese elcx een gelyc ⅓ deel van de voors. goeden onverscheyden ende onverdeelt van ons te leen houdende zijn. Haar vader Jan Pietersz Berchoudt doet de eed voor haar. Eodem die wordt Niese Jan Pietersz Berchoutsdochter met het derde ⅓ deel beleend, en haar vader Jan Pietersz Berchoudt doet ook de eed voor haar (vgl 1564-08-19). Eodem die wordt hun broer Jan Jansz Teedincxz met het ⅓ deel beleend, te houden tot een leen binnen aftersusterkind niet te versterven. Daar Jan onmondig is, doet zijn vader ook de eed voor hem. Op 1580-01-28 doet Jan Jansz Teedincxz alias Berckhoudt zelf de eed
mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan van Doesborch, leenmannen; 1580-01-28: in presentie van Pieter v.d. Goes, Laurens v.d. Goes, Joseph van Meerhout, Christiaen v. Alkemade, Philips van Nierop [= Myerop], Vranck van der Does
1568-03-30 (1567) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel etc fol 43v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Pieter van Grootveld hem heeft opgedragen tbv Willem Thoenisz, wonende te Dordrecht, 7 morgen land in Schelluynen, zuid: wij zelf met Dirk Jansz erfgenamen, noord; Heynrick Cornelisz erfgenamen, streckende van der Schelluynsche watering totter nieuwe wage toe en dat hij Willem daarmede beleend heeft, tot Arkels leen, recht erfleen (1567-04-28)
jhr Jacob van der Does, Raad in onsen leenhove, mr Cornelis Oem, Cornelis Weylandt Loysz, Pieter Herweijer, Jan van Doesburch, Jacob Heynricsz, leenmannen