22981 resultaten

1584-08-15 (16) |

Ms Opstraeten III fol 1176
Jaartallenindex

Johan die Ridder van Groenesteyn, commanduer tot Montfoort, en heer Pieter van den Berch, broeder in de voors. orde ter eenre-, en Eernst Daemsz van Schaijck en Peter Baers ter andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Dirck de Ridder van Groenesteijn, geassisteerd met zijn vader Anthonis, en Cornelia, dochter van Gelis Daemsz van Schaeijck en van Gijsbertgen [in margine: dochter van Endoven ? ende Baers]. Daar Eernst op deze tijd zelf geen zegel heeft, zegelt Willem Splinter, borger te Utrecht voor hem

1585-01-15 |

Ms Opstraeten III fol 1593
Jaartallenindex

Jacob Taets van Amerongen, landcommandeur van de Duitse Orde Balije, geeft na de dood van Jan die Keijser in een eeuwige erfpacht aan syn dochter Machtelt Keijser, 3 morgen lant gelegen in de Cleijne Grebsche weert in t huijslant van Rhenen, zuid: de voors. Machtelt als recht hebbende van de erfgenamen van Engbert Claesz van de Aerlande in den Rijn, noord: de bandyck, ende daertoe die Cleyne Grebsche weert, daer dit voors. lant in gelegen is in de Noede buitendycs ende Joachim Stevensz lest gebruict heeft met Willem Vastrick, oost: de erfgenamen van wijlen Henric Valckenaer met Heumensdyc, noord: de bandyck, zuid: joffr. Mechtelt in de qualiteit als voren, west: die weduwe van Wouter van Suylen, jaarlijks om 11½ st (vgl 1559-06-23)

1586-08-31 |

Ms Opstraeten III fol 1178
Jaartallenindex

Lambert Verheut en Evert van Domselaer, ter eenre en Jan die Ridder van Groenesteyn, commandeur tot Montfoort en Anthonis de Ridder van Groenesteijn, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Joachem Verheut en joffr. Anthonia Jans die Ridders dochter van Gruenesteyn. Joachem Verheut ontvangt ten huwelijk: 1) ½ tient in het ambt van Barnevelt, daervan die wederhelft of toebehoort sijn oom de voors. Lambert Verheut, 2) ¼ van een tient gelegen tot Eep, gemeen met Gerrit van Domselaer, 3) de goederen hem aangecomen bij dode van zijn vader, nog onverdeeld liggende met diens weduwe. Verclaerende Joachem Verheut van zijn voorkonderen op Sonnendach l.l. gerechtelijc gescheiden te zijn

1587-01-12 |

Ms Opstraeten III fol 1583
Jaartallenindex

Nicolaes van Suijlen van Draeckenborch, heer van Sevender van de Haar, Cockengen en Spengen, beleent Eelgis Jansz met den tweeden boomgaert naest de boomgaert die Claes Stelden te leene houdt, liggende tussen de Rijn en de Ryndyck op t Oulant buiten Woerden

present: Claes Stellen voirs.

1588-11-27 |

Ms Opstraeten III fol 1577
Jaartallenindex

Niclaes van Suijlen van Draeckenborch, heer van de Sevender, oorkondt dat Sebastiaen de Wijs als gemachtigde van joffr. Odilia Valckenaer, na dode van haer oudemoeder joffr. Hase van der Mije, belening verzocht en verkreeg met een hoeve lants in de Leghe Haer op Haervelt, belend boven: Johansdochter van Emmerick, Harmen Kroken wijf, beneden: Evert Taets (vgl 1532-10-04, 1603-07-30, 1616-08-02). In de volmacht die volgt wordt gezegd dat dit goed aan Odilia is aanbestorven door het overlijden van haar petemoeder Hase van der Mije en het overlijden van haar broer jonge Henric Valckenaer, zowel van den huyse van Montfoert als van der Haer te leen gehouden. Odilia wordt ook beleend met 14 morgen land ende die huysinge, hofstede en getimmerte gelegen aen die Haer, belend weleer boven: Peter van der Haer Reijnertsz en Joost van der Mije, beneden: Jacob Speijert en Henrick Wynter Ysbrandsz, nu hun nacomelingen

getuigen: Jacob Willemsz van Bronckhorst, Cornelis Valentynsz van Vianen

1590-04-07 |

Ms Opstraeten III fol 1224
Jaartallenindex

gesien byn den Hove van Utrecht die deductie ofte specificatie van verscoten penn, vacatien ende andere oncosten die joncheer Willem de Ridder van Groenesteijn, maerscalck van het overquartier slants van Utrecht, gedaen heeft int vervorderen van den processe jegens Henrick Cornelisz Clinck int Goeij, mitsgaders t gescrifte daerbij blyckt dat de Procureur Generael hem gerefereert heeft tot taxatie van den Hove, heeft t voors. Hoff deselve deductie of specificatie die bedragende was tot meerder somme getaxeert etc.

1591-03-16 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1114
Jaartallenindex

Johannes Ridderius, certium et utriusque juris doctor et professor, alme universitatis studii generalis opidi Duacensis Attrebatensis diocesi, rector, verklaart dat op heden "generosum ac nobilem adolescentem Guillelmum Taets ab Amerongen, clericum diocesis Ultrajectensi canonicum prebendatum in ecclesia collegiata S Salvatoris dicti oppidi Ultraject, die dat presentum, esse albo et matricule dicte Universitatis inscriptum et incorporatum ubi in studiis" etc

1592-03-07 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 905
Jaartallenindex

schout en schepenen te Utrecht oorkonden dat Eerst Pietersz Knijff voor zich zelve, Henrick Beerntsz van Deventer x Magdalena Peter Knijffsdochter, erkennen overeengekomen te zijn met Beernt van Coesfelt als gemachtigde van het sterfhuis van wijlen Johan Taets van Amerongen, eertijts borgermeester deser stad, met betrekking tot de afkoop van lijfrenten door het sterfhuis verschuldigd aan comparanten krachtens het testament van wijlen Sibilla Taets van Amerongen, weduwe heer Gerrit van Vlijet Coesfelt zal hun uitbetalen 300 gld en nog tbv scomparanten jongste zuster Anna Pietersdochter, 25 Kar gld in eens. In dorso: memorie dat Johan van Amerongen in 1586 beleijt heeft op de stad Utrecht de somma van 252 gld op vier lijven te weten Antonia, Ernst, Magdalena, Geerloff, alle kinderen van Peter Willemsz Knijf geprocreert bij Sibille Geerlofs van Amerongen natuerlycke dochter, van welcke kinderen één gestorven is vóór de aflossing, zodat de stad in 1592 200 gld , daar de kinderen eens deels mede afgelost zijn van de rente die zij hadden krachtens het testament van joffr. van Vlyet en voorts voldaen door joffr. van Amerongen die 125 gld int welc van dese brief verhaelt etc. Op 1593-10-15: Anna Pietersdochter met haar broer Ernst Knijf en haar zuster Magdalena erkennende haar toekomende 25 gld ontvangen te hebben. Pro memorie: de 200 gld zijn betaald uit de afgeloste lijfrenten en die resterende 125 gld zijn opgebracht en betaelt bij Cornelia van Valladolyt weduwe jhr Willem Taets van Amerongen

Niclaes van Suijlen van Draeckenborch, heer van de Sevender, schout, Roetart van Lanscroen en Cornelis van Malssen, schepenen

1593-10-21 |

Ms Opstraeten III fol 1224-1226
Jaartallenindex

Johan die Ridder van Groenesteijn, commenduer tot Montfoort, en mr Johan van den Berch, domheer te Utrecht, ter eenre, en Cornelis Eerstensz van Schayck, ter andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Cornelis de Ridder van Groenesteijn, geassisteerd met zijn vader Anthonis, en Gysbertgen van Endoven, weduwe van Gelis Daemsz van Schaijck met haar dochter Catharina, geprocreert bij de voors. Gelis van Schaijck. Cornelis ontvangt ten huwelijk van zijn vader: 1) ½ van sijn huysinge en hofstede genaamd Gruenesteyn, waarvan de andere helft toekomt aan Dirck, zyn oudste zoon. Deze ½ bezwaart met 200 gld, 2) ½ hoeve lants eveneens te Neerlangbroec, streckende van der Langbroecker- tot die Hoeftwetering, belend west: Jan Botter, oost: Dirck Bor van Amerongen, leen van de Domproosdij te Utrecht. Catharina ontvangt ten huwelijk van haar moeder: 1) 3 morgen land in grote Vuylcoop onder het gerecht van Schonauwen, noord: Willem op Goijermaet, zuid: die van Oudwijc, 2) 2 rentebrieven van 250 gld hoofdsom, sprekende op juffr. van Halmale te Montfoort, 3) een rentebrief van 150 gld hoofdsom op Johan Claesz, borger tot Montfoort, 4) een rentebrief van 100 gld hoofdsom sprekende op het dorp van Brouck en Papencop, 5) een rentebrief van 300 gld hoofdsom op Aelbert Goeijert Gerritsz of sijn voorsaten, wonende in Westbroeck, 6) een rentbrief van 500 gld sprekende op Floris Matheusz, borger te Utrecht, 7) 500 gld in eens, binnen het jaar te betalen

1597-05-10 |

Ms Opstraeten III fol 1586
Jaartallenindex

Floris van den Bongaert, heer tot Nyenrode en ter Lucht, oorkondt dat Sebastiaen de Wijs als gemachtigde van Jan van Duvenvoorde en Woude, heer tot Warmond, als man en voogd van joffr. Odilia Valckenaer, door hem beleend is met 2 morgen lands in Nycoep in Fredericx gerecht uten Ham, in eenre sate lants van 10 morgen, daer Herman Hughenz op woonde, belend beneden: wijlen Alphert van der Mye. Soo dieselve heer van Warmont in den name synre huysvrou aengecomen sijn doort overlyden van joffr. Hadewich van der Mye, synre huysvrouw grootmoeder (vgl 1531-01-10 en 1621-09-19)

leenmannen van Nyenrode: Henrick Corsse van Pallaes, Johan van den Bongaert