22981 resultaten

1628 |

Ms Opstraeten III fol 46
Jaartallenindex

request aan het Hof van Utrecht van Aertgen Pauwels Aerts Tuckersdochter, weduwe Henrick Huybertsz, in sijn leven woonachtig tot Hagesteyn etc. Ende want sij suppliante synde een vrouwspersoon out omtrent 80 jaren

1631 |

Ms Opstraeten III fol 37
Jaartallenindex

jonker Dirck van Wanroy utten Ham, lieutenant van een compagnie infanterie ten dienste van dese Geunieerde provincien, als vader en voogd van sijn onmondige kinderen, geprocreert bij joffr. Maria van Hellemijs van Welle, sijn overleden huisvrouw, mitsgaders de mombers en voogden over de onmondige nagelaten kinderen van wijlen jonker Dirck Doeijs, in leven burgemeester van Deventer en jonker Johan an Suijlen van Nyevelt resp. In margine: Laurens Schot moet dit betalen volgens de koopcedulle tusschen em den Raedsheer Hellemijs van Welle opgerecht

1633-08-03 |

Ms Opstraeten III fol 73
Jaartallenindex

conditien waernae Willem Soest als man en voogd van Maria van Brouckhuijsen, tevoren weduwe van jonker Johan van Suijlen voor de ene helfte, ende Jan van Steenre, notaris, als curator bij den Hove van Utrecht gecommitteert van wege de nagelaten kinderen an denselven Johan van Suijlen voor de andere helft, op approbatie van de voors. Hove zullen verkopen: 1) 9 morgen weyland in Cockengen, belend noord: jhr Anthonis van Buegum, belast met een rentebrief van 1000 gld voor de advocaet Portengen, 2) 8 morgen weijlant in Gervers cop, dewelke metten here uten Ham in 16 morgen gemeen zijn leggende; 1) werd voor 2400 gld gekocht door Aelbert van Alen, 2) voor 2100 gld ingezet door Geryt Soest, doch niet aan hem verkocht ? Actum in de herberge van de Engelsman. Albert van Alen was korencoper te Utrecht, zie voor stukken betreffende hem en zijn familie fol 66-75

1652-11-23 |

Ms Opstraeten III fol 1227-1231
Jaartallenindex

schepenen van Utrecht oorkonden dat mr Joost van Ewijck, advocaet voor den Hove van Utrecht, als gemachtigde van jonker Diederick Ferdinand de Ridder van Groenesteyn, mitsgaders van jonker Cornelis de Ridder van Groenesteyn, als oom en momber van zijn neef Johan Anthonis de Ridder van Groensteyn (procuratie voor notaris Joost van Houtum te Utrecht dd 1652-11-19). Diederic geeft als gift onder levenden aan zijn minderjarige zoon Johan Anthonis al zijn zo heerlijke als allodiale onroerende goederen, alle evt erfenissen, actien, crediten en schulden. Hij zal zijn onderhoud hieruit ontvangen. Sterft zijn zoon vóórdat hij 20 jaar is, dan zal alles komen op Cornelis de Ridder van Groenesteyn, zijns comparants broeder of diens kinderen, en bij gebreke daarvan op zijn verwanten van vaders zijde. Cornelis als oom en momber van Johan Anthonis accepteert deze gift, en geeft volmacht aan Henrick de Ridder van Groenesteyn haren neve en mr Joost van Ewijck om deze overdracht te effectueren. Gedaen binnen Utrecht ten huize van Christina de Milde, weduwe van de heer drossaert Losecaet omtrent de Brigittenbrug. Comparant recognosceert deze gift voor zover het goeden betreft onder de stad Utrecht gelegen

1606-02-02 (1) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152
Jaartallenindex

gesien bij den Hove van Holland de acten etc. overgegeven bij ofte van wegen jhr Joriaen van Lennep als man van jvr Maria van Duvenvoorde impetrant van willig decreet op en tegen Herman Bouma, secretaris van Warmont, curator van Agatha van Ruyven en haar goederen, Jan Lansz Laeckenier, brouwer in het Houffyser tot Delft, heer Johan van Duvenvoorde ende Woude, ridder, heer tot Warmond voor hem zelve en vervangende jhr Cornelis van der Gendt heer tot Loenen en Meynerswyck, burggraaf en rechter tot Nimwegen, zijn schoonbroeder, mitsgaders jvr Philippa van Duvenvoorde weduwe van jhr Pieter van der Does, in zijn leven baljuw en dijkgraaf van Rijnland, ende Jaspar van der Linden, Duytscher ordre commanderijr tot Leyden ende Catwijck, mitsgaders Cornelis van Mierop heer van Hoochtwoude ende Aertswoude, die meesters van St Anthonisgilde in de Beverwyck. Heuijer Heuijersz wonende tot Vuytrecht als erfgenaam van jvr Anna van Muyssenburch en Claes Heermans, coopman tot Amsterdam, gedaagden ende opposanten, mitsgaders alle anderen die eenich recht of toeseggen souden zullen pretenderen op t huys tot Oisterwyck, staende in de ban van Wyck aen Duyn met 30 morgen land daertoe behorende. Proponerende de impetrant bij de middelen van zijn voors. intendit dat hij onlancx door zijn gemachtigde mr Cornelis Voegen tot Leyden aen Nicolaes Seijs, coopman tot Amsterdam, verkocht heeft ofte doen vercopen hadde "t huys te Oisterwyck", in de ban van Wyck aen Duyn met 30 morgen lants, Hontsbosse mate, voor de som van 14000 gld (tot 20st den gulden), te betalen binnen 3 jaar nadat willig decreet op de verkop zal zijn vercregen. Welverstaande dat de huismanswoninge daarop door de huurder gebouwd was met steen van de impetrant. De cooper zal nog 3 jaar huur van de huurder ontvangen, over 1605, 1606 en 1607, bederder blykende bi jde koopcedulle dd 1605-06-27

1606-02-02 (2) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152
Jaartallenindex

vervolg: de opposanten voerden aan: eerst Heyman Jansz Bouman zeggendat wylen jvr Magdalena van Foreest, weduwe jhr Johan van Duvenvoorde bij codicil dd 1582-05-15 Agatha van Ruyven gemaect hadde de somma van 400 gld, welck codicille door de dood geconfirmeerd werd, zodat Agatha te lichteren was de jaren renten van 1583-05-15 t/m 1605. Ende alsoo de impetrant alhier was erfgenaam van de voorn. jvr Magdalena van Foreest ende Cornelia, ende nu de goederen van jvr Cornelia aan Nicolaes Zeijs hadde verkocht, terwijl ze aan Agatha van Ruijven verbonden waren. Hij eischt deponering van de koopsom om deze schuld te betalen. Verder opponeert Jan Jansz Valckenier en dede seggen dat de impetrant en zijn vrouw Maria van Duvenvoorde op 1603-10-06 comparerende voor Pieter Pietersz van Groenewegen, openbaar notaris en erkenden aan hem opposant 1028 Kar gld schuldig te wesen, spruytende uyt saecke van gehaelde bieren, die zij beloofden binnen 2 jaren te betalen en daarvoor te geven een interest den penning 16, wesen 64 gld en 5st per jaar, beginnende 1605, ofte indien dat jvr Cornelia van Foreest, moeije van de impetrant alhier ende zijn huisvrouw voor de expiratie van de voors. 2 jaren kwamen te overlijden, zo beloofden zij, ten overlijden van deselve haee moeije de voors penningen met de rente naer beloop van tijt aan hem opposant in eens te betalen. De opposant wasa zelf aan de impetrant noch 124 gld ten achteren, waarop dat bi jden selven impetrant betaelt 32 gld 18st, resterende 91 gld 2st. Ende nadien hij opposant tot betalinge van zijn voors. achterwesen met genoemde nyet en wist te geraken, zo wordt hij ook genoodzaakt te opposeren.

1606-02-02 (3) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152
Jaartallenindex

vervolg: jhr Johan van Duvenvoorde c.s. voeren als redenen van oppositie aan, dat zij zich hadden borg gesteld voor 5000 gld bij de impetrant alhier van jhr Johan van Steelandt opgelicht, en dat de impetrant voor hen als borgen speciaal verbonden had de goederen van jvr Cornelia van Foreest, die op hem impetrant zouden comen te erven, gelegen in Wyck aen Duyn, en beloofde deze niet te verkopen of te bezwaren voordat hij de 5000 gld afgelost had, blijkende uit de brieven dd 1603-07-31. Jvr Cornelia overleed 2 jaar gleden, en zonder af te doen de borgtochte, had de impetrant de landen en goeden gecomen van haar vercoft. Nicolaes Zeijs verklaart tevreden te zijn met de verkoopt bij willig decreet mits zij van hun borgtocht ontslagen werden. De meesters van St Anthonisgilde hadden als opposanten doen seggen dat zij recht hadden op 1 nobel per jaar uit het verkochte goet, die zij ontvangen hadden tot 1603, en dus 3 jaren achter waren. Zij waren tevreden met het decreet mits belast met deze nobel. Heuyer Heuijersz zegt als opposant dat hij op het verkochte goed een losrente heeft van 19 Kar gld per jaar, en Claes Heermansz verklaart in de verkoop te consenteren mits de koop gebracht wordt in de griffie. Impetrant zegt dat het ongebruikelijk is om de koopsom te deponeren ter griffie en dat hij bovendien voldoende bezit om zijn schulden te betalen, 1) het legaat van fl 400 wil hij wel onder de koper Nicolaes Zeys laten, 2) de andere vorderingen idem, doch niet in de griffe, 3) de borgtocht van fl 5000, hij belooft het bedrag na verkoop te voldoen, 4) inpetrant stelt dat hij tevreden was wat de oppositie van Heuijer Heuyersz aangaat, behouden zijn quarandt ofte indemnite tegens Hendrick Claesz, wonende op t Hofland, dat de koper Niclaes Zeijs de geeiste som onder zich zou houden, 5) ta.v. Claes Heermans, wil hij dit in mindering laten komen van de hoofdsom. De eerste opposant blijft zich verzetten, maar het Hof oordeelt dat de coop plaats vindt en de koopsom gebracht ter griffie, en verleent willig decreet

1624-06-23 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1153
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat Jacop Pietersz die Vlieger, poorter stede van Beverwyck, transporteert aan de eersame Jacop Louwerisz, wonende tot Amsterdam, al zijn rechten die hij had op de deurgestoken transportbief van een huys, erf en boomgaard, land en notwech vermeld. in dorso een uitvoerig akkoord van grondscheiding (vgl 1638-04-14)

Elias Jacobsz, schout, Cornelis Cornelisz, leenman, en Cornelis Gerritsz, schepenen

1625-11-30 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1154 en 1155
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat Gerrit Jaspersz, buerman in den dorpe van Wyck op Zee, transporteert aan zijn zoon Cornelis Gerritsz: 1) een huys, erf en boomgaard met het land voor de deur oostwaert gelegen, tesamen groot volgens t Hontsbosscher morgenboek 317½ roeden, in de ban van Wyck aan Duin, daer Cornelis Gerritsz in placht te wonen, oost: Bartholomeus Jansz, poorter der stede Beverwyck, zuid: Teunis Jansz Ruijter tot Castricum, west: de wildernis, noord: de gemeene laen of wagenwech, 2) een croftgen geestland mede gelegen in de ban van Wyck aen Duyn, genaempt croftgen achter die Berch, groot 131 roeden, oost: de erfgenamen van Maerten Claesz, in zijn leven poorter van Beverwyck, zuid: de regenten der stad Haerlem, west: de wildernis, noord: Cytgen Jansdochter. Transfix bij 1626-02-01

Elias Jacobsz, schout (met zijn zegel), Jan Pietersz en Dirck Arusz, schepenen

1626-02-01 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1159 en 1155
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat Cornelis Gerritsz binnen der stede Beverwyck transporteert het huis, erf en boomgaerd en land. Zoals vermeld in de doorgestoken brief tbv Dirck Gerritsz, nu wonende te Wyk aan Duyn (vgl 1625-11-30)

Elias Jacobsz, schout, Jan Pietersz en Dirck Arusz, schepenen, Cornelis Theunissen, secretaris