Bedoelde u soms?
aangaande | aangevende | aanziende | aengaende | angaende

4 resultaten

1486-02

folio 68 LXIX 1484-1486
Transportregister Haarlem

Andries van der Sonne maect machtich Mathys Henricsz rechte te spreken op coman Willem Pietersz van al tgeen hij op hem te zeggen heeft aangaende de gemeene ruijteren

1533-01-22 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 97, 98, 98v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Walraven Roelofs heere tot Spijk erkende vercocht te hebben aan mr Cornelis Barthout Jansz, griffier van den leenhove van Holland, een losrente van 36 gouden Kar gld per jaar, losbaar den penning 14, ter beloop van 504 Kar gld. Speciaal onderpand: de heerlijkheid van Spijk. Op 1533-05-21 beleent Karel mr Cornelis Barthout Jansz met deze rente van 36 Kar gld, verzekerd op de heerlijkheid van Spyck, hoge ende lage, aangaende van die homme [!] aen t oosteynde, streckende westwaarts op totter Lingen toe. Item op dat slot met 10 hont land, geheten den Cloot. Item die geheele tiende van alle Spyck, boven en beneden, uytgeseyt die tiende van de papelyke provende aldaar, zulks als hij die van de heer van Arkel te leen hoduende is. Te houden als leen van Arkel

Willem Gout, Raad des keizers en ontfanger van de beden en omslagen in Holland en Vriesland, Thomas Chanchio Cachapijn, procureur postulant in den Hove van Holland, Pieter Willemsz leenmannen van Holland; 1533-05-21: mr Willem Pyn Jacobsz, mr Reyner Brundt, leenmannen en Raden van Holland

1544-01-03 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 317, 319v
Jaartallenindex

Willem van Zuijlen van Nyevelt wordt na dode en makinge van zijn vader Willem van Zuylen van Nyevelt beleend met dat huys, slot en hofstede tot s Heren Aartsberghe, met boomgaarden, cingulen, graften, met 46 ½ morgen lants als in den houffslach gelegen is als 10 viertel lants tot Heren Aartsberge, aangaende van den diepte van der Lecke totter onderwateringe toe. Voort van Wouter Ghysenz tot aen den nieuwen Cadyck, als des 10 viertelen lants begrepen hebben oost: een halve hoeve lants, geheten heer Godevaerts hoeve, west: een hoeve lants, die die here van Arkel toebehoorde. Leen van Arkel, te houden tot een erfleen. Daar Willem onmondig is, doet Coen Jansz van Waalhoven de eed (vgl 1542-11-04). Op 1555-03-04 [te lezen 1556 ?] doet Willem zelf de eed in handen van heer Gerrit van Assendelft. Eodem die vertoont jvr Agnieta Feuijtedochter, weduwe van Willem van Zuylen van Nyevelt, dat wijlen haar man haar tot lijftocht gemaakt heeft de mindere helft van het voors. goed, indien zij niet hertrouwde, onder de last dat zij en haar zoon Willem gelykelijk de op deze goederen rustende renten en lasten zouden betalen. Zij verzoekt den keizer confirmatie van deze lijftocht

presentibus: Jan Oom van Wyngaerden, Pieter van Halmael, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep; 1555 leenmannen: Jan van den Haar, Adam Ram, Cornelis Barthouts, Job Jansz

1517-12-30 |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 340-348/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Jan van Barry, secretaris van denselven Hove ter eener zijde, en Jan Gheryt Boudynsz pachter ende bruiker van den huyse ende landen van Nesse ter andere zijde. Zij waren tesamen vergaderd geweest om te accorderen van de questien en geschillen die zij tegens malcanderen voer desen Hove vuytstaende hebben ter cause van de pachten en gebruik van de voors. goeden van Nesse, breeder geroert in zekere acte van eysch bij den voorn. Jan van Barry op 23 Nov 1517 tegen Jan Gheryt Boudynsz ingediend. Zij bekennen nu met alkaar geaccoord te zijn: a) aangaande de som van 300 R gld die Barry heeft geeist voor 6 jaar huur, verschenen 1495, 1496. 1497, 1498, 1499 en 1500 onderwerpen partijen de uitspraak aan heer Heynrick Willemsz, capellaen tot Montfoert en mr Mertyn Ex Alto, b) aangaande de som van 86£ 19 sc geeist voor de rest van 8 jaar huur van anno 1501 t/m 1508, met nog 40£ in het jaar 1509, wordt afgesproken dat hiervan gecort zullen 12£ die Jan Gerritsz in handen van mr Mertyn Exalto voldaan heeft en 6£ 10sc die Jan Gerytsz betaald heeft voor denselven Exalto in een gelach bij hem verdronken ten huize van Gerrit Zas te Montfoort. Jan Gerritsz zal tussen huyden en Dinsdagmiddag 12 uur binnen Schoonhoven in de herberg van de Herde bol betalen de rest, behalve de 18 gld die Jan Gerritsz zegt reeds betaelt te hebben, ende dat de voerscr Jan Gerritsz eyst voor reparatie van een steenen brug die hij geleyt zou hebben over de Linschoeten tot profyt van den huyse en landen van de Nesse 12 gld. Het geschil over deze 18+12 gld wordt aan arbiters onderworpen. Aangaande de 292£ 4sc bij den voern. Barry ⅓ geeist als huur voor de jaren 1510 t/m 1516, de somme van 41£ als pacht van het jaar 1517, zijn partyen geaccordeerd dat Jan Gerritsz aan Jan van Barry te zijnen huize in den Hage zal leveren 208£ als huur voor de jaren 1510, 1514, 1515, 1516, 1517, in twee termijnen. Hij mag daarop korten 1 Phil gld bij den voor Jan Gerytsz betaald voor een gelach verteert op ten huize van Nesse ter presentie van Mr Andries van Hargem en mr Cornelis Anthonisz. Van de jaren 1511, 1512, 1513 zegt Jan Gerritsz dat hij het goed van Nesse wegens de oorlog niet heeft kunnen gebruiken, en dat ook van de 208£ niet afgetrokken zijn de oncosten van de landen gevallen in de jaren 1510, 1514, 1516, 1517 meer dan een stuiver per morgen per jaar. Dit geschil wordt ook aan arbiters overgelaten. Item aangaende de eys bij Jan van Barry gedaan roerende t geboemt jegenwoerdelyck op t voors. huys en lande van Nesse staende, en van de schade bij hem gepretendeert uyt dien dat Jan Gerritsz enige boomen omgehouwen en t land uytgeteelt zou hebben, wordt geaccoord dat Jan van Barry eigenaar is en blijft van alle bomen. Hij trekt de eisch van vergoeding van omgehouwen bomen in. Aengaende t bouhuys, staende op t voergeburcht van de voers. huyse ende lande van Nesse, t welck Jan Gherytsz pretendeert hem toe te behoren, accorderen partijen dat deze questie in alsulcken state gestelt wordt als die huyden is tot St Jacobsdach 1526 toe. Worden zij het aldan niet eens, dan zullen zij hierover procederen voor het Hof. Voor de toekomstige huur wordt afgesproken dat Jan Gerytsz dat voorgeburcht van den huijse van Nesse met de cingelen, boomgaard en land in tijdelijke pacht zal behouden voor 10 jaar, dus tot 1528-02-22 (1527) voor 52£ gr Vls en 2 goede kaesen sjaers. Alle willige schoonen en willige boomen zal hij als brandstof mogen gebruiken. Als hij hiervan één omhakt zal hij er twee moeten bijplanten. Van één acker zal hij een boomgaard mogen maken. Indien Jan van Barry terugkrijgt de 10 hond land, die hij zegt tot desen huyse te behoren, en gebruict worden bij de pastoor en kerkmeesters van Linschoten, zullen deze niet bij de huur inbegrepen zijn. Oncosten van dijk- en molengeld moet Jan Gerytsz betalen tot een bedrag van 2 st per m. etc