2 resultaten
1447-03-10 (1446) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 229/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat Aechte Willem Doevensoens weduwe met haar momber Garbrant van der Couster geliede dat zij verkocht heeft aan de kerkmeesters van de parochiekerk, de H. Geestmeesters en de gasthuusmeesters van St Elisabethsgasthuis, een stuk lands groot 11 geersen, gelegen in den ban van Utgeest, geheten Aecht Ysbrantsvenne, en hebben belent zuid: Arnt Pieter Dirc Weentssoen ende Claes Jansz, noord: Garbrant Luijtdgensz, streckende op die Schepmeer. Onder voorwaarde dat zij na Aechtes dood zullen uitreiken aan de zusters van de 11000 maagden te Haarlem op die after Croft binnen Haerlem uit het voorn. stuk lands, alle jaar 1 gouden Eng nobels. Deze zusters beloven vervolgens met hun voogd Pieter Willemsz, dat zij terstond na Aechtes dood, een wekelijkse mis voor haar, haar ouders etc zullen laten doen (vgl 1449 op O.Vr dag Nativitas (1449-09-08) Inv no 38/1 no 229)
Gheryt van Ruven en Jan van Ruven, schepenen; bezegeld door schepenen en door Garbrant van der Couster
1384-02-23 |
Ms Opstraeten van der Molen dl III fol 954
Haarlem Algemeen
Wouter van Bekensteijn oorkondt dat hij bij consent mijns lieves heren Jan die Weent, elect des cloosters van Egmond, gemaeckt hebbe ende maeck toe lyftochte Geertruyt Aechtes Swaelwaertsdochter dochter, mijnen wijve, die minder helft van 13 ½ maden lants of daeromtrent leggende in de Groote Waert bij Haerlem, die ick van den Godshuijse van Egmond in leen houdt. Ende omdat ick wil dat dit vaste ende gestade blijve soo heb ick gebeden mynen lieven heren heren Jan die Weent dat hij in kennisse der waerheyt ende sijns convents desen brieff met mij besegelen wil. En wij Jan die Weent, elect voirs, om bede Wouters van Bekensteyn, ons neven voirs, hebbe desen brieff besegelt met hem etc (vgl 1355-11-08, 1394-07-01, 1380-03-26) (transsumpt in een notarieel instrument dd 1394-07-01)