Bedoelde u soms?
bandick | bandijc | bandijk | banninck | brandwijck

13 resultaten

Suermond | 1424

Leenregister Culemborg fol 94v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Belije Ottendochter van Wyck vrouw van Herman van Lewen, 1 acker in Wycker maelscap, strekkende van de bandijck in de Leck, belend boven: Jan Zurmont, beneden: Herman van Lewen

1480-10-16 |

G.A. Haarlem Inv I no 1963 Lade X/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex

broeder Claes Dircsz, rectoir, suster Wive Jansdochter, priorisse van het Zylklooster te Haerlem, oorkonden verkocht te hebben aan Aernt Buijs Pietersz eenige perceelen te sGravensande: 1) 9 ½ hont lants streckende oostwaerts an den Poel, westwaarts aan de H. Geest land van s Gravesande en 't cloester der Regulieren te 's Gravesande, ende Dirc Poes kinderen, zuytwaerts an Satelpogers woning, ende noordwaerts die Regularissen t Sinte Agniet te Delft, 2) ± 14½ hont lant streckende oost en west; mr Aernts erfgenamen lant van t s Gravensande, zuid: Dirc Jan Bosch, noord: die Bandijck, Op dit lant staet jaerlics sheeren gelt 7sc 10 penn. goet gelts, 3) 3 hont lants gelegen in Jan Jacobsz van Waels huyrwaer, streckende oostwaert ant lant gehieten den dijck, westwaerts an den Banwech, zuytwaerts ant H. Geestlant t s Gravesande, ende noortwaerts an Cappelryenen lant

1493-04-09 |

Ms Opstraeten III fol 1589
Jaartallenindex

Goessen van Rossum, landcommandeur van de Duitse orde te Utrecht, oorkondt dat wijlen zijn voorvader heer Jan van Drongelen, landcommandeur, en wijlen Engbert Claesz seeker lant ende erff gelegen in den gerecht van Rijenen, ons ende onsen huse tot Ryenen toebehorende op seeckere voorwaerden in erfpacht heeft gegeven, zoo consenteert hij deze erfpacht aan Claes Engbertsz, zoon van Engbert Claesz, nl 3 morgen lants gelegen in de cleijne Grebsche weert in ons huis lant van Rijenen, ende daertoe den cleijnen Grebschen weert buijtendijcs gelegen soo hij thans gelegen is ende Gerrit Arentsz nu ter tijt bruijct, belend oost: Hendrick Valckenaer met Homensdyck, zuid: Claes selve met weylant en rijsweert van t Aerlant van den Rijn ende ons oerdens lant met landen Steven Henricsz in pacht heeft, west: Wouter van Suylen, noord: de bandijck, te weten om 11½ R gld per jaar current (vgl 1518-08-31)

1537-06-08 |

Ms Opstraeten III fol 1591
Jaartallenindex

Aelbert van Egmondt van Meresteijn, landcommandeur van de Duitse orde, oorkondt dat zijn voorganger heer Goessen van Rossum landcommandeur, in erfpacht gegeven heeft aan Claes Engbertsz zeker land en erf in het gerecht van Rheenen, onsen huyse van Rhenen toebehorende. Hij consenteert dat Willem Henricsz van Bemmel, Claes voors. dochters man, deze erfpacht ontvangen zal, te weten 3 morgen lands in den cleynen Grebschen weert in ons huys lant tot Rhenen, welk land Engbert Claesz, vader van Claes, voor schout en schepenen van Rhenen overgegeven heeft, ende daertoe den cleijnen Grebschen weert buitendijcs, ende Gerit Aerntsz nu ter tijt bruict, belend oost: Henrick Valkenaer met Homensdyck, zuid: Claes zelve met weylant ende rijsweert van t Aerlant van de Ryn en ons oerdens lant met lande Steven Henricksz in pacht heeft, west: Wouter van Suylen, noord: de bandijck (vgl 1518-08-31 en 1548-11-13)

1466-11-04 |

R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 46/Reg Et Finis fol 25
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Aerndt van Dam hem te kennen heeft gegeven dat hij in leen houdt een huys en t landt daer thuys op staet, gelegen in den ban van Utgeest, streckende van den smalen Wege uijtgaende aen die meer, welck huys soo oudt en vervallen is, datter niemant wail in woonen en mach, en dat het landt daert huys op staet soo cleyn is dat hem niemant oock daerop behouden noch bedraegen en mach, seggende dat 't huys en lant tesamen jaarlijks niet meer gelden dan 30 Rynsche gulden. Hij verzoekt dit leen ten eigen. Hij draagt hiervoor op uit zijn eigen goed een stuk lands in de heerlijkheid Bergen in Kennemerland, groot wesende 3 coeweyden, jaarlijks geldende 4 Ryns gld, belent hebbende mit eygen ende mit erve oost: Clais Symonsz, west: Dirck Allaertsz, noord: Willem Tamisz, zuytwaerts streckende aen die Bandijck. De hertog beleent hem vervolgens hiermede tot een leen binnen aftersusterkint niet te versterven

Buddinc | 1410~, 1423~

Leenregister Culemborg fol 55v, 81v, 109v, 96v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: dit zijn de mannen die huren van de heerschap van Haghensteyn: - Heinric Buddinc Gerytsz 2 ½ morgen land op Delf; - Jan Kerstansz 2 ½ morgen in de Rijnweert, strekkende van de bandijck aan de Rijndijk, belend boven: Steven van Everdingen en beneden: Henrick Buddinck van Attevelt. Dit is de tijns van Culemborg tot Mauderick: - Heinric Buddinc in den Cramp 4 d; 1423-07-28: - Geryt Doys Sprunck ontvangen een hove land die Henric Buddinc van Attevelt aan Gerijt opdroeg, gelegen in het Merland, belend boven: Ot Doijs erfgenamen en beneden: Herman Gysbertsz kinderen, strekkende van de Meergrave tot de Wetering

Leeuwen, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 63, 63v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alyt van Lewen Hermansdochter 20 hont in de maelscap van Rijswick in het Overbroeck, boven gelegen: heer Johan van Kulenborg, de heer van Abkolde van der Mere, beneden: de kinderen van Steven van Buesinchem; - Geryt Doys van Lewen (doorgehaald en vervangen door zijn zoon Herman), een hont en 10 roeden in Ryswicker maelscap, van de bandijck tot aan de boomgaard van Reyner Loef, belend boven: Rijswicker stege, beneden: Reyner Loef: - een morgen in Ryswicker weert, strekkende van de bandijk tot aan de Zydwinsdijck, waar de molen op staat, belend boven: Ryswicker stege, beneden: Arnt Scele Volquinsz

Suermond | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Herman Scakel, dat Geryt Doys van Bomel opdroeg 6 ½ hont in Wikermate in de maaschap van Mauderick, belend boven: Herman Scakel, beneden: Aernt van Helsdingen, strekkende van Ponsken Zuermonts hoff op tot aan de Bandijck, Herman Scakel draagt dit leen over aan Ponsken Zuermontsz; - Alart van den Wale het leen dat zijn broer Jan hem opdroeg, de helft van 9 morgen, waarvan het andere deel van Wouter Kovoet van Bonendael is, gelegen in de heerscap van den Goije op Gheenkensdamme, de 10e akker hiervan belend boven: Elyaes van Werconden, beneden: Zurmont Wesselsz (fol 81)

Bommel, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 39, 77v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt van Wijc 6 ½ hont land in Ryswikermaelscap, strekkende van de polder tot aan de Wyfdijc, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: mijn vrouwe van Gulick, beleend: Ponciaen Jansz, volgt de belening van Ponciaen met dit leen. - Geryt Doijs van Boemel 6 ½ hont land in Ryswiker maelscap in den Sconen camp, strekkende aan de Broecsteeg, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: mijn vrouwe van Gulick; - Lysbet Roelof Hollendochter vrouw van Gerit Doijs van Bomel 6 ½ hont en 18 roeden in Wyckermate in de maelscap van Mauderich, strekkende van den bandijck aan de hofstede van Arnt van Helsdingen, belend boven: Geryt Doijs, beneden: Arnt van Helsdingen

Woert, van der | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alaert Vreent 2 acker land strekkende van de bandijck tot in de Leck, belend boven: Jan Vreentszs kinderen, later: Ponsken van den Woerde, beneden: Heinric Loef Gysbertsz (1409 belend: Guedert Ponskensz, de kerk van Culemborg) (fol 54v); - Claes Holle van der Woert, getuige (fol 62v); - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp land gelegen in de Merschen geheten de Hoge mate, strekkende zuidwaarts tot de Ledegrave, belend boven: Gerijt (Lambert) die Brune, beneden: Evert Freijse (fol 75v); - Ponsken van Utwijck, 1 acker geheten dat Kromlant, belend boven: de kinderen van Willem van der Woerd, beneden: Ponsken en Ruever van der Woerdt, 1417: Wyer die Witte Willemsz (fol 76)