1332-08-09 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 78/L.R. 11 fol 27v (LeenRegister)

Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: dat wij sculdich sijn Bertoude van Assendelft 112 £ 10sc Holl van zyns wijfs medegave, dan ons hair Jan van der Wateringhe te borghe gheset heeft, die ons hair Jan betaelt heeft, voor welk gelt wij hebben gegeven Barthoude van Assendelft, Katherine synen wyve ende horen erfnamen 10£ Holl per jaar, te nemen jaerlycx ute onsen lande van Outorp in Vryeselandt, toit der tyt toe dat wij hem die 112£ 10sc betaelt hebben, ende die sal men Bertoude synen wijve ende horen erfnamen gheven tot sulcker tijt dat sier renten mede coepen moghen, wair bij hoir renten dairmede binnen sjaers niet verlooren en blijven, ende die 10£ sjaars sal Henrick heren Dircksz, onse rentmeester van Kennemerlant en Vriesland, of zyn opvolger van onsen wege geven Barthoude en zyn wijve, joff haeren erfnamen altoes te midsomer

1563-05-01 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 745

Jaartallenindex

Barthoude van der Hooch, weduwe van mr Anthonis Herwijer, ten overstaan van haar broer Arent van der Hooch als haar gecoren voogd in deze, belyde mits desen getransporteert te hebben aan Cornelis van Berckenrode, alsulcke rente van 50 Kar gld per jaar als Claes van Lijndenburch als principale schuld naer mynen overleden man ofte synen erven schuldig is (vgl 1550-05-23 en 1564-03-03)

1564-03-03 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 746

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Cornelis van Berckenrode, onse beminde medebroeder, als gemachtigde van Barthoude van der Hooch, weduwe mr Anthonis Herweijer, doctor in de medicijnen, residerende in den Hage, transporteert aan Henrick van Berckenrode een losrente van 50 Kar gld sjaars, als hem op 1563-05-01 door Barthoude voorn. getransporteerd is, sprekende op Claes van Lindenburch Jacobsz, poorter van Leiden. Voorts compareren mr Gerrit van Berckenroede, priester, Zijbrant en Adriaen van Berckenroede, alle gebroeders ende oemen van de voors. Henrick van Berckenroede, ende verclaerden henluiden wel kennelijck te wesen dat wylen Dirc van Berkenrode haerl. broeder ende vader van dezelfde Henric op 1557-01-27 stilo communi deze rente van 50 Kar gld van de voorn. Claes van Lindenburch, syner huijsvrouwen oom, tot synen laste overgenomen heeft naer utwysen der brieven van accoorde of contracte daervan wesende. Ende dat naer t overlyden van Dirck in de delinge van goederen die er geschiedt is tussen Gooltie Claesdochter, zijn nagelaten wedue, en haar 3 kinderen by de voorn. Dirck gewonnen, de last van deze rentebrief aan de genoemde kinderen aanbedeeld is op 1558-10-07, zodat de kinderen tot heden toe de rente op deze schuld betaald hebben (vgl 1563-05-01)

Dirck die Vriese Jacobsz (zegel: 3 eijckelen) en Philips van der Maedt (een dwarsbalk), schepenen