Bedoelde u soms?
bedijcte | bedyct

18 resultaten

1583-12-24 | Koedijk

G.A. Haarlem Inv Recht Arch 82/I fol 110v
Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Coedyck oorkonden dat Cornelis Garbrantsz Ruych als gemachtigde van mr Antonius van den Berge here van Bossuyt, een losrente van 31 gld 7st sjaars, losbaar den penning 16, constitueert op 18 morgen lants, wesende ⅓ part den voors. van den Berge competerende in de gehele bedycte Cleymeeren in de ban van Coedyck [ten behoeve van wie ?] (vgl 1611-03-14)

1583-08-20 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 20
Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Mathys Aeriaensz, poorter tot Alkmaar, als man en voogd van Lysbeth Henricsdochter, transporteert aan Claertgen Croockendochter, poorteres van Amsterdam, bij haar hebbende ofte bij consent van Augustyn van Teylingen, haar voocht, een stucke lants gelegen in de bedycte Vroondermeer, binnen den ban van Coedyk, groot 3 geersen min 3 roeden, genaemd "die Stael Van den Bijl", met de belasting van 9 gld per jaar zonder meer, belend oost: Costverloren, noord: die Bijl

Jan Gerritsz, schout, Cornelis Cornelisz en Pieter Riddertsz, schepenen

1494-07-18 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 28
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Adriaen Ruychrock van den Werve na dode van zijn broeder Franchois Ruychrock van den Werve, als leen van Putten, zoals Franchois en hun beider vader Jacob Ruychrock van den Werve dat gehouden hebben: 1) ⅙ deel van ¼ deel van 1/16e deel van de gehele heerlijkheid van Middelharnisse, in hoge, middel- en lage gerechte, met alle rechten, prerogatieven, tienden, erfchynsen, maelryen, visseryen, vogelryen, veren. Tot een goed onversterfelijk erfleen. Heergewade: 1 nobel van 48 gr Vls; 2) ½ van alsulcke bedycte Vronen als die voors. Franchois hadde, mitsgaders die wederhelft van denselven Vronen, die Adriaen voors. selve heeft, al gelegen in die voors. Middelhernisse, en Jan Ruychrock van den Werve, hun oudevader, in zijn leven aldaar zelve bedycte, groot wesende in t geheel 123 gemeten boven. Ende noch met Franchois aendeel Vronen naer advenant van den ⅙ deel van ¼ deel en 1/16e deel voors. ende naderhand daar van bedyckt zijn. Mede tot een goed onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een nobel van 48 gr Vls. Daar Adriaen nog onmondig is, doet Willem Gillisz, des voors. Adriaen's zuster man, de eed voor hem

present: Tielman Oom, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz

1583-11-30 |

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 99/Mathenesse
Jaartallenindex

Willem bij de gratien Goedts prince van Oraingien enz als dezelve gedefereert zijn de Hoge Overicheijt binnen de landen van Hollant, mitsgaders de Ridderschap, Edelen en Gedeputeerden der steden van Hollant, representerende de Staten dier landen, verklaren dat verkocht is uit de domeinen van Holland 2/48 deel van de bedycte en onbedijcte landen, gorsen, slyken en opcomingen van Bonaventura, gelegen in den lande van Strijen, binnen de grenzen volgens het accoord tussen de grafelijkheid en de ingezetenen van 1527, in het geheel groot 2400 morgen, voor 3000 ponden, aan Johan van Mathenes heer van der Rivire

1542-04-28 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 131
Jaartallenindex

Elisabeth Jacob Willemszdochter wordt na dode van haar vader Jacob Willemsz beleend met t gorsschen van der gors scheydinge, zulcx alst bedyckt leijt mitter ambochte, heerlycheit, tienden, visserijen, vogelrien, jaar grooten en anders zijn toebehoren, gelegen binnensdyks van Sinte Lysbettenpolder, uijtgenomen t onbedycte, mitten droogen ende natten dycken van tselve gorsseken. Ende is hetzelve bedycte landiken gelegen binnen dezen lantmercken, oost: den dijk an St Pieterspolre genoemd het Perdegat, zuid: de dijk van Herkingen mitte halve huele van hetzelve, west: de Zeedyk, die Vastaart Willemsz beyde [!] in den jare 1532, noord: de dijk van Dirksland. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Haar man Willem de Bye Pietersz doet voor haar de eed

leenmannen: Jacob van Duyvenvoorde, Cornelis Barthouts, Claes van Aemstel Heijmansz, Willem van Criep, Anthonne Lebucq

1533-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 88
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor de stadhouder van lenen Dirck Heyn Thou opdroeg tbv Lysbeth Willemsdochter, huisvrouw van Jan Aertsz, ¼ deel van ½ van den bedycten lande genaamd den Streuijt, nu genaemd den ouwen- ende nieuwen Streuijt, met tienden en anders alle toebehoren, uytgenomen ¼ deel van het gehele bedycte landeken met al zijn toebehoren. Droeg nog op ¼ deel van de uytgorsen en aenwassen van de Streuijt, buyten an den voors. dyck gelegen. Leen van Voorne. Vervolgens wordt Elisabeth Willemsdochter hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen, met de last van erfpacht. Haar man Jan Aertsz doet de eed. Op 1534-11-25 soe es Lysbeth Willemsdochter gelycke signature gedaen als hier boven gedaen is mr Jan van Vuytrecht

heer Jan van Duvenvoorde, heer Willem van Alckemade, ridders, Gerrit van Poelgeest, heer van Hoochmade, schiltknape, mr Joost Sasbout, mr Reynier Brundt, Raden v.d. Camer v.d. Rade, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1538-03-20 (1537) |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 37v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen jvr Cornelia van Cleyenburch Adriaensdochter met haar zoon Willem Vastaertsz als gecoren voogd in deze zake, opdroeg tbv Jacob Willemsz, t gorscheken van gorsscheydinge, zulcx alst bedyct leijt, mits ambachtsheerlijkheid, tienden, visserijen, vogelrien, jaar grooten, gelegen binnendijks. Alleenlyk reserverende aan haar selve het onbedycte mette droge en natte dyken van tselve gorseken. Ende is t selve bedycte land gelegen binnen deze merken, oost: de dyk van St Pieterspolre, genaemt t Perdegat, zuid: de dyck van Herkingen mitte ½ heule van t selve land, west: de zeedyck, die Vastaert Willemsz leijde [er staat: beijde] in den jare 1532, noord: de dyk van Dircxlant. En dat hij Jacob Willemsz hiermede beleend heeft. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen

Cornelis Barthouts, Willem Criep, Jan Gans, leenmannen

1611-03-14 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 110v
Haarlem Algemeen

de erentfeste Aernoult van der Hooch als gemachtigde van den heere Christophre Godijn, Raad en ontfanger generaal van de finantien van Hoochheyden, ende Jan van den Eynde, rentmeester van de domeinen van stad en land van Mechelen, als man en voogd van Joffr. Margrieta Godyn (procuratie 1610-12-08~ voor Symon de Grimaldi secretaris van de secrete Raad van de aartshertog) transporteert aan Joffrouwe Petronella van Dorp een losrentebrief van 31 gld 7st sjaars, losbaar den penning 16, die eertyts op 1583-12-24 geconstitueerd is bij Cornelis Garbrantsz Ruych als gemachtigde van mr Anthonius van den Berge here van Bossuyt etc op 18 mergen lants, wesende ⅓ part den voors. van den Berge competerende in de geheele bedycte cleymeren, gelegen in de ban van Koedyck. Volgens de originele brief van constitutie dd 1583-12-24, gepasseerd voor schout en schepenen van Coedijck (vgl 1583-12-24)

1593 (V) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 69
Jaartallenindex

(zonder datum) Eijl Willemsz, van St Pancras, transporteert aan Pieter Jan Claesz van Alcmaer, wonende in St Pietersscheepen, een stuck lands genaamd "de Molenven", gelegen in de bedycte Vroondermeer binnen onsen banne, groot 8 geersen, belend noord: de Noorder Cruyssloot, zuid: het molenhuys, oost: de Tochtsloot, west: de Wester Rynsloot. Stelt tot een onderpand een stuk land gelegen in denselven meer in de ban van St Pancras, groot 4½ gars, belend noord: Ravensberch, zuid: Hendrick, molenaer van de voorn. Daelmeer, zuid: de Rynsloot, oost: Vart [= de Vaart ?]. Jan Reijersz als voocht van Neel Jan Nomis Bave bekent dat wijlen Can (?) Pieters, in zijn leven voocht van de voors. weduwe in den jare 1590 [?] vercoft heeft van wege Neel Jan Noomis weduwe an Thonis Dircsz, swager van de voorn. weduwe, een acker saetland, groot 14 sneesen 8 roeden, gelegen in de ban van Outcarspel, oost: jonge Jans Heynnis weduwe, noord: Suijderssloot, west: de erfgenamen van Jacob Gerritsz Hopman. Jan Reijersz q.q. verklaart zich voldaan

1474 | Workum

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 135/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

eadem scripsit in suo registro anni 1474 per omna. Steven op 5 morgen 2 hont 8 jaar, sjaars 12 scuta. Henric Diericsz op 4 morgen 1 nobel. Idem op 3 morgen 3 R gld. Ista spectad ad Dussen et ibi signata sunt. Et in suo registro anni 1475: De terris quas habuit Ghysbert Quekel sic scripsit: onse lant in den ouden polre bij Worcum dat Ghysbert Quekel bedycte, heeft verpacht Jacob Woutersz 10 jaar, sjaers om 40 schild vrijs gelts van al. Item in suo registro anno 1481: Nota 2 scuta detracta sunt propt.. partem terre quam vendidimus Roberto, secretario in Worcum. In registro anno 1479 heb vercocht te Worcum 4½ hont lants om 25 schild preter ¼, manent g⁰ 38 scuta pro 40. Et ita continuatus ista per omnia registra. In registro anno 1495 et reliquis locatio harum tectarum sunt 32 R gld. Adhuc scripsit prior Steenken in suo registro 1464: 2½ morgen in Worcum vercoft