19 resultaten
1421-10-28 | Heemskerk
Arch Marquette 1106 no 120/ Cartul Assumburg
Jaartallenindex
wij Enghebrecht Greve tot Nassau, heere ther Leck ende tot Breda, begeren te weeten allen Bailluwen, schouteten, schepenen, dienaren, rechteren ende leenmannen in den landen van Hollandt, hoe dat Dirick van Assendelft en zijn voorvaders van onsen geminde gesellinnen ende van hueren voorvaders te leen gehouden hebben alsulcke heerlicheyt, huysinge, hoffstede ende landt als Dirick voors. staende ende leggende heeft inden ambocht van Heemserck ende nu ter tijt van ons te leene houdt, waeromme wij bidden ende begeren an allen bailluwen, schouteten, schepenen, dienaren, rechteren ende leenmannen dat zij gheen recht en doen noch en wijsen van dien heerlicheit, huysingen, hoffsteden ende landt voirs verre dat recht es, want wij die goeden voorn. houden voor onse vrij eijgen ende wien oick gheen leengoede winnen en mach mit recht tenzij voor den leenhove ende voor zijn leenmannen, begerende oick ende biddende allen goeden manen in den scravenlande dat zij ons nyet vercorten en willen in den onsen aen den goede voorsz opdattet ons gheenen noot en doe ons verre daer aff te beclaegen
1486-04-07 |
G.A. Haarlem Cartul Carmelieten H.S. Rijk 34 fol IV/Carmelieten en Vrouwen Broerissen Haarlem
Haarlem Algemeen
Aeff Willemsdochter, mater, Geertruid Gerritsdochter, oud mater, Meyn[?]burch Reyersdochter en Lysbeth Gerbrantsdochter Raet susteren [naam of functie ?], Tiet Pietersdochter, Machteld Claesdochter, Geertruid Arentsdochter, Elstgen Jansdochter, Baert Jansdochter, Yde Martynsdochter, Maritgen Claesdochter en alle andere gemene zuster van het convent van OLVr susteren binnen Haarlem, oorkonden dat zij begeren een biechtvader te hebben
zegel van het convent en van mr Martyn van Monyouen (?), provinciael, en mr Albrecht, prior van Haerlem
1342-11-30 |
R.A.H. no 36 fol 347v/Reg EL 32 fol 58
Haarlem Algemeen
graaf Willem geeft aan Heer Dirck van Brederode, onsen trouwen ridder, tot sinen live, die warande van der Coninen van des heeren warande van Brederode westwairt streckende toten Wachtelberge toe, tusschen den duijnen ende Haerlem. Echter zal de graaf en de gravin hieruit konijnen verkrijgen wanneer zij binnenslants zijn en zij het begeren. Gegeven tot Hairlem
Arkel, van | 1566-07-09
R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 242
Achternamenindex
schepenen verklaren dat de broers Otto en Kaerl van Arkell, "gelovende voor haar broeders en susters, maken machtich Jan b. van Arkell. Dirck van Meerten, drost belooft an handen des richters in te halden altijt tot begeren des heren van Huecelum ende Werdenborch, recht vonnisse te verwachten. Dirck Vermeerten lijst en begeert ende protesteert te blijven in synder possessie offte commissie als hij van mijn vrouw van Hueculum mombaersse horen soens Joris geseten was"
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 315/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Willem Hey, appellant, contra Jan van den Bosch als gemachticht van Aernt Pietersz, gedaichde in cas dappel. Contenderende de voirs appellant, hoewel hij bij den gerechte van der Haghe niet gecondempneert en is in eenige somme van penn. tegens de voirs. gedaichde, met 't welck deselve gedaichde niet en behoerde noch en mochte procederen ofte te begeren executie bij den schout ende gerechte van den Hage op ten voirs. appellant gedaen te worden, desen niet tegenstaende t hadde nochtans belieft den voirs. gedaechde te doen besetten ende arresteren des appellants goederen in den Hage liggende, en begeerde executie van genoemd gerecht van deze goederen, zonder dat appellant gecondemneerd is. Eischer komt nu van het vonnis tot executie in verzet. Het Hof vernietigt het vonnis van het gerecht van den Hage
1447-04-12 |
Genealogie van der Does fol 62/Fam Arch Bredius /Leenregister Wassenaar B fol 66
Jaartallenindex
Jacob heer tot Wassenaer oorondt "dat voor ons gecomen sijn in properen personen Bartholomeeus van der Does, juffr. Aernt van Rosendael, onse neve ende nichte, met Jan van Culenburch haer geechte man en wittelic voogd, an die een-, ende Jan van Muylwijc van juffr iden van Muylwyck, zijnre dochter wegen, an die ander zyde", ons tonende den hilix voirwairde gemaect tusschen onse neve Bartholomeus van der Does ende juffr Ide voors, bezegelt mit scepenen zegelen van Dordrecht, begeren ende versoucken vrientlicke dat te willen believen consenteren ende confirmeren over onse neve Barthelmeus voirs ende over syne leengoede di hi van ons houdende is. Jacob voldoet op 1447-04-12 aan dit verzoek [in 1441 komen deze schepenen van Dordrecht tesamen voor de huwelijksvoorwaarden, dus die moeten van 1441 zijn]
Floris van Diemen, Alaert Suys Matheusz, Jacob van Overstege Pietersz, Lab Splinter Vrancksz, schepenen van Dordrecht
1488-03-21 (1487) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 129 regest 302/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen
leenmannen van Holland oorkonden dat Claes Jansz en zijn vrouw Fye Huygendochter om sonderlinge zaecken ende redenen him beyde daertoe porrende gemaict, gegeven en besproken hebben, maken, geven en bespreken mit desen brieve in enen rechte testament ende uyterste begeren, de parochiekerk van Sint Baef binnen deser stede, totter timmeringe behoef, een madt lants in een stuk land geheten "die Scarpven" gelegen in de ban van der Nuwerkerk, belend oost: Willem Pouwelsz kinderen, zuid: Willem Pouwelsz kinderen, west: die Groenedijk, noord: die Lange wech, omme hetselve na haer beyder doot te aenvaerden
Jan van Schoten (zegel: herald. rechts een klimmende leeuw, links een kruis) en Willem van Adrichem (een kllimmende leeuw met een dwarsbalk eroverheen), leenmannen
1482-05-08 | Tuyl
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 130/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
ick Johan van Haeften doe kond. Soe in voirledenjaren Aernt Pyeck Bartholomeusz als een dyckgrave in Tyelreweert mitten dyck recht gecomen is geweest in al zulke erfnisse en gueden als die gheestelyken heren van de Carthuizers buiten St Gheerdenberg hebben liggen in Tielrewert ende onder der bancken van Tuyl, ende dieselve goeden opgewonnen had na vonnisse der heemraders, ende zoe Aert Pyeck voirs. mij alzulke rechtfordinge en coop overgegeven had voir denselven heemraden die op die zelve tijt zyn gheweest, ende want daar gheen brieff aff ghemaect en zyn. Nochtans doer frundelyke begeren des dekens ende capittels van Haeften, mynen lieven heeren ende frunden dat an mij versocht hebben, ende oick ter eeren Goids ende om gusnte die ik heb tot den geestelyken Godshuis ende Carthuseren voirs. soe schelde ick die zelve heren en Carthuseren voirs. van alsulcke recht furderinge voirs daer af alinghe ende all quyt, ende denselven godshuis om deser zaken en rechtforderingen will aen hoeren gueden tot gheenre tijt hijnderlyck wesen zal. Ende ick of myn erven nu of naemaels tot gheenre tijt huer gueden hyrmede beclagen of belasten zullen. Bezegeld met mijn zegel anno 1482, des Woensdages na den Sonnendags Cantate
1498-10-29 (2) |
Kronyk der Stad Alkmaar anno 1725 blz 337
Jaartallenindex
(vervolg) Na overleg met de Kamer van de reeckeninge en van onse rentmeester-generaal van Holalnd Thomas Beuckelaer ende by heuren advyse, daer of overkomen zyn metten voirs. Claes Korf in der manieren hier na verclaert: te weten dat de voors Claes Corf syn erven ende nakomelingen ofte saken van hem hebben, de voors. erfelijke renten van 6 gr Vls sjaers, die wij jaerlicx hebben ende nemen op elcke huijs, staende in onsen voorscr stadt van Alckmaer daer 484 geldende huysen zyn, afghecort de voors. arme ende geestelyke huysen die niet en geven, belopende 117£ 12 sc sjaers, ende noch gelycke renten van 4 gr munte voirs. 's jaers op elke huys staende in onsen lande van West-Vrieslandt, Schagercogge, Nieuwdorper cogge en t Nieuwelandt, ende de dorpen daerinne gelegen, soo hierboven verklaert staen, van nu voortaen hebben en gebruycken sullen tot eeuwigen dagen, op heuren argeren ende verbeteren als van heuren vryen ende eygen goeden op conditie dat Claes Korf voors, syn erven en nacomelingen of actie van hem hebben, die voors, huysrenten sullen voort mogen verkopen, overgeven en transporteren in al of in deel, diegenen die t hun of syn erven believen sal, dewelcke koop wij belooft hebben te doen geven tot haer meeste versekertheyt onse opene brieven daerop diendende indien sij des begeren, ende den voirs. Claes Korf etc tot allen tyden als hy of sij des begeren sullen te doen hebben sulcke executie, omme jaarlyks tot inninge van de voors. rente te mogen komen, als wij selve hebben en behouden op onse andere domeynen in onsen landen van Hollandt en Vriesland. Ende al dit mits de somme van 4095 ponden ten prijse voors eens, die Claes Korf daervoren gehouden werd terstond te betalen tot onsen behoef in handen van den voirs. Thomas Beuckelaer, die hiervoor kwitanties zal geven en aan de rekenkamer behoorlyke rekening zal doen. De hertog erkent daarna met rype deliberatie en advies van allerlei instanties de bovengenoemde renten verkocht te hebben aan Claes Korf en die te bezitten ten eeuwigen dagen, en te gebruiken en bezitten om daarmede te doen als zijn vrij eigen bezit, tegen betaling van 4095£ gereed geld. Een en ander geschiedt ook uitdrukkelijk in afwijking van ordonnantie in Mei 1495 op de augmentatie en reintegratie van de domeinen. Claes zal nimmer deswege aangeklaagd kunnen worden volgens inbreuk op deze ordonnantie. Gegeven te Brussel, getekent bij de aartshertog. Op 1498-12-03 erkent Thomas Beuckelaer de som van 4095£ van Claes Korf ontvangen te hebben
de grave van Nassau, de Elect van Besancon, die heer van Bergen, die heer van Molenbais, die heer van Chierne, die heer van Melem, die heer van Cruninge, heer Cornelis van Bergen, heer Thybault Barradot, hofmeester, de proost van Leuven, Heus de Mondt, Roelant le Fevre
Herlaer, van | 1604-03-26
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 8
Achternamenindex
Frederick Conrelisz Heller ingeboden; 1604-04-11: vonnis tussen Willem Jansz Rossem als aanklager jegens Fredrick van Heller, zij moeten 2 gld inleggen; idem in de zaak met de mulder; Dierck Woutersz als volmacht van Fredrick van Heller gekost Lendert Jansz Duijtsz van wege de molder van Oers, 18 gld; 1604-11-19 ingeboden van sheren wegen Fredrick van Heller; 1604-12-03: Arien Manusz derde klacht op Fredrick van Heerlaer, inhoudende singenaat; 1604-12-15: ingeboden Fredrick Cornelisz van Herler, getuigt tussen Adriaen Manusz en Joest Heijmensz, dat hij bij de Stelte gehoord heeft dat Joest zei: "Heb dat ick hebbe. Ick bender met tevreden ons volck die begeren dat soe te hebben dat ick die sij kiesen soude"
Ammerzoden