10 resultaten
Patvor | 1625-06-05
Transportregister 76/50 fol 48 Haarlem
Achternamenindex
de erfgenamen van Cornelis Jansz Patvor, te Sassenheim, belenden een huis en erf in de Schoolsteeg te Haarlem
naam op fiche niet goed leesbaar
Alyt Misschuyt | 1582-10-25
R.A.H. Transportregister 76/26 fol 201
Voornamenindex
Alyt Misschuyt, van Wormer, en Pieter van Wormer, belenden aan weerskanten huis en erf in de Voor Camp te Haarlem
Haarlem
1527-02-18 | Heemskerk
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 132
Jaartallenindex
schout en schepenen in de ban van Heemskerk oorkonden dat Gillis Aelbrechtsz en Cornelis Symonsz verkocht hebben aan Geryt heer tot Assendelft, ridder, etc: een stuck lands in den ban van Heemskerck, dat nu ter tijt gebruyckt Pieter Heynrixz ende Meynart Florisz, daer belenden off zijn oost: die Schoubeecke, zuid: Pieter Heynrixz, west: die Scilpwech, noord: Jan Aelbertsz mit zijn evenknijen
Jan Claesz, schout, Jan Claesz en Jacob Pietersz, schepenen
1529-05-11 |
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 4v
Jaartallenindex
Aernt van Duvenvoerde Gijsbrechtsz oorkondt dat Cornelis Claesz van Zijl hem heeft opgedragen een camp land gelegen in Broeckelreveen in Jan Baerntsz sate, belend boven: die heren van St Pieters te Utrecht. Vervolgens wordt Jan Jansz ermede beleend als leen van het huis ten Bosch, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een jaar renten. Daer Aernt zelf geen zegel heeft, zegelt zijn oom heer Johan van Duvenvoorde, ridder, here van Warmont [?], Raad ordinaris in Holland, voor hem. Dese brief is vermaeckt om dat die belenden niet perfect en waren ende staet in dat 42e blat. In margine een onbegrijpelijke kanttekening waarin de naam Jan Snellaertsz voorkomt (vgl 1520-07-25, 1547-07-21, 1559-09-09, 1563-03-18, 1564-10-06, 1535-09-19, 1547-07-21, 1559-09-09)
t.o.v. Merten Claesz, Claes Willemsz, myn leenmannen
1365-01-22 | Leiderdorp
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 65v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Leyden oorkonden dat Wendelmoed Coppaertsdochter erkende schuldig te wesen Louwe Dircsz 14 schell Holl sjaers den Dordrechtsen of den Vlaemsen groet voor 8 penn. payment, daer men bier en broet mede co[o]pt binnen Leyden, te versien op een huys en erve daer Wendelmoet nu ter tijt in woent, gelegen op die Wolregraft, streckende van der graft metter straten dier tussen gaet after aen Ghisebrechts erve van Zweeten, en belenden an die een zyde: Pieter Lammincx met huys en erve, an die ander zyde: Gheryt Jansz met huys en erve. Te betalen alle jaer tot Voirscoter marct. Gegeven anno 1365 sWoensdages na St Anynen [! Agnes ?] dach. "Den brief van 14sc Holl die wij vermangelt hebben jegens die Regulieren te Leiderdorp om 3 percelen binnen Leyden" (vgl 1365-06-27, 1364-07-02)
Hughe Claesz van der Borch en Gherit Philipsz, schepenen
Pauw | 1590-05-29
O.R.A. Alkmaar
Achternamenindex
de erfgenamen van Gysbrecht Pauw belenden 283 roeden land aan de Eijloordijk in de ban van Alkmaar (134 fol 96v); 1591-05-21: idem (134 fol 180v); 1582-08-17: Gysbert Pau, belend te Alkmaar (132 fol 79); 1582-05-24: verkoopt een erf of cooltwijn (?) (132 fol 130v); 1585-01-26: verkoopt huis en erf (132 fol 145v); 1586-04-19: de voogden over zijn kinderen, samen met Aerian Harmes, verkopen 2 huizen en erven te Alkmaar (132 fol 197)
1547-07-21 | Breukelerveen
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 42
Jaartallenindex
Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Cornelis Claesz van Sijl hem heeft opgedragen 4 morgen lants in Broeckelveen in Jan Baerntsz zaet, nu ter tijt Cornelis Danielsz saet met sijn medewerckers, streckende van die Zoedijck tot die wetvinck [?] toe, belend zuid: Elis Pietersz met zijn medewerkers, noord: Cornelis Danielsz. Ende noch 2 morgen lants in een becorven camp gelegen in Lubbert Gerritsz zaet alias Sas, belend noord: die heren van St Pieters tot Utrecht, zuid: Lubbert Gerritsz alias Sas voorn. Vervolgens wordt Jan Jan Snellertsz.z ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen. In kennisse der waerheyt zoe hebbe ick Aernt voorn. desen brieff daeraff t verlij sulcx als voren ende oversegelinge van dien gedaen is geweest op ten 11e dach van Meije anno 1529 vernyeuwt ende hersegelt, overmits dat de belenten ende limiten in den ouden brieff van dato als vooren quaelyken gestelt waeren van den landen vuyt cracht van dien verleent. Onder staat: desen brief is nu vermaeckt om dat die belenden ende dat lant niet perfect gescreven en was ende is verlijt int jaer XXIX ende staet wer int vierde blat (vgl 1529-05-11, 1559-09-09)
t.o.v. mijn leenmannen: Martijn Claesz, Claes Willemsz
1496-09-07 |
Fundatie Kamers Walenstraat Die Burgh op Texel/Copie G.A.
Jaartallenindex
schepenen in Texel oorkonden dat comen Jan Pietersz, machtig zyns lyfs etc gegeven en quytgeschouden heeft tot een ewich testament een huis met 3 cameren om 3 arme mensen daer in te wonen, staende an die noordzijde van Claes Jansz huysinge van Hogendorp, streckende westwaerts an Jan Meynertsz erf, noord: dat leen. Ende nogh gegeven en quitgeschouden up elcke camer 25 S. Jacobs lopens ghelt, tot ewigen dagen durende. Ende set ten onderpand: 1) voor enen kamer een koog lands gelegen voor Folque Jan Kerstgensz hofstede, groot 700, belend oost: Bouwe Smit, oost (!) ende west: Folque Jan Kerstgensz, zuid: Pieter Ysbrandsz, 2) voor die ander 25 st 300 lants [3 hont ?] gelegen bij Gerrit Claeses Joncke, west: Pieter Ysbrandsz, oost: Claes Gerritsz, zuid: Huich Goel [Gael ?] Albertsz, noord: Jan Pietersz kinderen, 3) op die 3e camer sal wesen te renten 26 st sjaars ende heeft belenden Jacob Huygensz, ende het te onderpand een ½ holtorp onverdeelt met 300 roeden lands an die noordzijde, belend oost: Willem Gael, west: Brantgen Broersz met zijn stiefkinderen, noord: Geryt Henricsz, zuid: Ywe Pietersz en Jan Jansz. De oude gasthuismeesters mogen deze renten innen op de genoemde landen. Coman Jan zal zyn leven lang de armen aanwijzen, daarna de gasthuismeesters met een van comen Jansz naaste bloed. Daar de beide schepenen op deze tijd geen zegels hebben, zegelen Heertgen Saskersz en Albert Henricsz voor hen
Symon Isbrandsz en Coppen Gerritsz, schepenen
1589-09-14
folio 141
Transportregister Haarlem
[op de Beek no 5] Jan van Napels verklaart dat hy voor zich zelf en als lasthebber van Willem Ysbrantsz en Joris Jan Broersz gekocht had en hem op 5 Mrt j.l. opgedragen was van Barthout Cornelisz alias Baertheyn een huysinge en erve, op de Beeck, genaemt "de Bellaert". Zij separeren nu hun eigendomsrecht: 1) Willem Ysbrantsz ontvangt nu van Jan van Napels het gedeelte van de huysinge te weten t voorhuys, koecken en camer mette plaetse daeraen, streckende tot aan de nieuwe camer daar Joris Jansz aen gedeelt is. Hij betaalt hiervoor 1600 R gld; 2) Joris Jansz zal hebben de voors. nyeuwe camer, en het erve gelegen achter de voors. camer, royende van de oosthouck van dezelve camere tot achterwaerts aen de spycker die gestelt is in de muyere van de vervallen kerck van de Carmelieten, by Willem Diricsz den Abt en Jan Willemsz, beyde metselaers, die de royinge gedaan hebben van t erve tussen de voors. Joris Jansz en Jan van Napels. Welcke scheydinge deselve Joris en Jan van Napels sullen stellen en onderhouden tot gelycken costen een gemeene wassende heyninge sonder dat de voors. Napels of zyn naecomers eenige wyngaerden of anders aen ofte op de westzyde van zynen erve zal mogen stellen, daer deur des voors. Joris Jansz licht enigszins beledt gedaen werdt. Jan van Napels mag op zyn erve niet meer dan vier boomen stellen. Verder is t voorwaarde naer vermelde de oude brieven die Jan van Napels van Baertheijn ontfangen heeft dat Claes Pietersz Duyst (die een belenden es aen de westzyde van Joris Jansz erve voorn) de mure aen dezelve zijde vrij eygen toecompt en daerover zyn osendrop heeft op desen erve, mits dat nochtans de voirs. Joris een loodse of ander getimmert daer tegens stellen mach, ontfangende altyts Claes Pietersz osendrop, welke Claes Pietersz ook een belenden is aen de zuydzyde van desen erve alwaer de mure tussen hem en Joris gemeen is. Koopsom 400 Kar gld. Belast met ½ van 9 Kar gld ter losse met 150 gld hoofdsom; 3) zoveel het gedeelte van Jan Napels aengaet, zal dat wesen dat hij zal de rest van den voors. erve hebben. N.B. eronder staat op het fiche: 1689-09-14 (klopt dat wel, moet dat niet 1589 zijn?) (vgl 1589-03-05
Haen, de | 1410~
Leenregister Culemborg fol 18v, 69, 44, 76
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Symon de Haen 3 morgen voor op Zogewijck, belend boven: Henric van der Eme Johansz met leen van Culemborg, beneden: Arnt Coppier Arntsz en Dierck Broecman; - Henrick Coppier Diercksz 3 morgen land op Zogewijck, belend boven: Hase Hugenz met kinderen en Peter Henricksz met broeders, belend beneden: Symon de Haen met leen van Culemborg (bij kinderloos overlijden te komen op zijn broer Arnt Coppier); - Gosen van der Weteringe 1 viertel in het Vreedstro, van de Bisschopsgrave aan Henricx Hanen land, dat hij van de heer van Kulenborg houdt, belend boven: de kerk in die old stat tot Kulenborg, beneden: Reyner die Heelt, opnieuwe beleend 1423 op St Jacobsavond; - Otte Ottenz 1 viertel land in het Vreedstro, van de Bisschopsgrave aan de Vreedstrose Steeg, belend boven: Gosen van der Weteringe en Henrick die Haen, belenden: de heer van Kulenborg (1420: Gysbert die Kemp Ottenz met dit leen beleend)