10 resultaten
Belijen, van | 1435-1457
Bruinvis: Alkmaar p 16, 23
Achternamenindex
schepen of burgemeester van Alkmaar: Claes Jans Geijen; 1517: Jan Claesz van Belijen, burgemeester
1486-02-23 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 813/Arch Oude Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen en kerkmeesters in Graft kennen en belijen dat al dat land en rietland dat het oude Nonnenconvent te Amsterdam gewonnen heeft, met roeijen en recht, liggende binnen Graft, welk land met dit daaraan gewassen is en nog mocht wassen, der kerk van Graft aangaat, naar oude costumen, tot behoef van het convent stadelic zal blijven en niet door de kerk van Graft zal worden betwist
bezegeld met onse buerenzegel [rond]: een grazende koe
1438-11-15 | Velsen
Cartul St Jan Haarlem no 406/Orig G.A. Haarlem
Jaartallenindex
Florens heer van Haemsteden, van Montegines en van Hantes, oorkondt dat hij Machtelt Dirc Hoechstraetsdochter met Dirc Hoechstraet als haar voogd beleend heeft met ⅙ deel van een tiende gelegen in den ban van Velsen ende is gheheten die tiende tot Adrichem, haar aanbestorven bij dode van Belijen Hochstraets hoirre moeder die deze in leen hield. Tot een onversterfelijk erfleen, man vóór vrouw als zij even na zijn
Florens van Haemstede, minen neve, Poppe Beyersz, leenmannen
1486-11-14 | Valkoog
G.A. Amsterdam Weeskamer Lade 53
Jaartallenindex
schepenen in St Marten in Eneghenburch ende Valkencoech oorkonden dat voer ons gecomen zijn Doede Florijsz, voecht van Garbrant Eijnijs ende Wybrant Eijnijs sijn eijgen voecht [voor zich zelf], kenden ende belijen dat sij mit haren voersz. voecht hand ende bij consent van haren ghemene vryenden vercoft hebben mit desen brief Cornelys Maertsz, poorter van Alcmaer, ¼ deel van een stucke lants geheten jonge Geriits weyde ghelegen in den ban van Valkencoech voers. Transfix bij 1484-10-18
Jacop Claesz, Heynric Gerijtsz, Pieter Claesz, Ysbrant Gerijtsz, Oetgaer Jansz, Claes Pietersz en Dirc Pietersz, schepenen; Jan Engelsz zegelt voor Jacob Claesz en Hendrik Gerytsz
1486-07-05 |
Coll Aanw 518 E fol 12, 21/Egmond E
Jaartallenindex
Johan etc beleent Haes Heynendochter met 1½ deymt lands gelegen in Monickerbroec, onderdeelt in een stuk land van 4 deymden geheten Symon Koppenszhoorn, daer Maerten Melisz een deijmte of toebehoort ende Belijen Symon Coppenszdochter die ander halve deymt, belend oost: Dirc van der Veen, zuid: Aernt Dirc Ballingsz. Haar neef en voogd Outger Jacobsz doet hulde voor haar. Op 1400-05-21 [! 1500 ?, fol 21] is Haes Claesdochter met de voors. 1½ deymt lants beleend, gelegen als boven, gelijk die van haar moeder Hase Heynricsdochter aanbestorven zijn. Haar man en voogd Jan Henricsz doet hulde
mannen: Dirck Jansz, Jacob Pietersz (als voogd van zijn vrouw); Jacob Pietersz en Dirc Jansz
1493-01-14 |
Oude Hof Alkmaar no 12
Jaartallenindex
wij Claes Frericsz en Jan Frericsz, gebroeders, en Joest Garbrantsz kennen ende belijen mit desen brief voor ons selven ende voor Gheryt Garbrantsz en Jan Garbrantsz, Joest voors. gebroeders gemachtigt gesamenderhand ende een voor al, dat wi ons hebben laten afcopen van die oude Susteren te St Catryne te Alcmaer van alsulc lant, inboel of enig andere goeden die dat oude susterhuys voors. van onse moeij Marytgen Bouwens gecoft macht hebbe off van hoir in dat zusterhuys voirs. gecomen sij, roer ende onroer op ende neer, van alle scheel, twist ende twiedracht die wi gehadt mogen hebben, tot desen dage toe roerende van Maritgen, ons moeyes erfenis. Zij verklaren zich deswege voldaan en betaald. Zij aanvaarden deze overeenkomst op een boetebepaling van 25 gouden leeuwen, de ½ voor de heer, de andere ½ voor de parochiekerk te Alcmaer. Hier hebben over geweest als sceydsluden ende getuygen: Michiel Gerytsz, Ysbrant Garbransz, corfmaker, poorters. Zij verzoeken Adriaen Dircsz deze brief voor hen te bezegelen
1558
A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal
Willem Dircksz Belijen buiten Haerlem huurt 7 maden van de Kathuizers buiten Amsterdam sjaars om 40 K.g
folio nummer: fol 14
vervolg nummer: de huyrwaeren in t schependom van Overveen
1579-04-27
folio 267v
Transportregister Haarlem
de gemene crediteuren van wijlen Adriaen Cornelisz, rintmolenaer en zijn weduwe, verkopen bij overdoen van Willem Diricx Deyman, schepen deser stad, aan Gerrit Willem Belijen een verlaten molenwerf metten erve van de vervallen huijse, schuijre ende werve mette materialen daarop leggende, gelegen op Aeckendam binnen de vryheid deser stede, an die oostzijde: het Spaerne, noord: die erfgenamen van Jan Raet, west en zuid: jhr Anthonis van Woerden van Vliet, die laest by Jan Claesz Kaerl bezeten is geweest. Belast met 2 Kar gld 16 st erfpacht die de voors. jhr Anthonis daerop heeft. Koopsom 30 Kar gld. Borg voor de 2 eerste termijnen Willem Diricsz Deyman, schepen deser stad. Actum in de herberg van de Roode Leeuw
1562
A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal
Guerte Willemsdochter, weduwe Willem Belijen buiten Haerlem, gebruikt 7 mad daeran, hoert t convent v.d. Kathuijsers buiten Amsterdam, om 42 gld
folio nummer: fol 12
vervolg nummer: Aelbrechtsberg
1569
A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1576/100e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal
Guert Willemsdochter, weduwe Willem Diricxz [Belijen] op de St Jansweg buiten Haerlem, bruict van de Cathusers buiten Amsterdam een stuk land groot 4 morgen 4 hont om 53 £
folio nummer: fol 11v
vervolg nummer: Aelbrechtsberge