Rietwijk, van | 1417-07-11

Van Mieris IV p 400

Achternamenindex

deze poorters van Haarlem beloofden wegens het oproer te Haarlem en het trekken met een nagemaakte banier naar Den Haag, in Noordwijk in gijzeling te komen: o.a. Dove van Rietwijk

1479-02-28 |

H. Bordewijk: Arch Langerak p 171 regest 75

Jaartallenindex

rechter en schepenen in Goudriaen verklaren dat Peter Heyndricsz, Gerit Pietersz en Cornelis Geritsz aan de gezworenen van Langerak het opgaande houtgewas op het einde van de Liesvelsche kade bij de watermolens van Langerak verkocht hebben, en beloofden nooit meer deze 40 roeden te beplanten

Jan Dircksz, rechter, Jan Claesz en Boeijen Heijndricsz, schepenen

Roeper | 1417-07-11

Van Mieris IV p 400

Achternamenindex

deze poorters van Haarlem beloofden wegens het oproer te Haarlem en het trekken met een nagemaakte banier naar Den Haag, in Noordwijk in gijzeling te komen: o.a. Pieter Roeper en zijn broer Andries, te Woudrichem; Hugo Roeper te Noordwijk

1499-11-05 | Eethen

Carth Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 29/Carth Sint Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen in Huesden oorkonden dat Evert die Best Claesz beloofden Claes van den Velde, convers brueder der Carthuizers bij St Geertruidenberghe, 1 R gld van 40 gr Vls sjaars erffchyns op 1 morgen land in de ban van Eethen opten langhen Broeckaert, oost: here Bartholomeus Zeghersz, priester, erve, west: Evert die Best Claesz met zijn kinderen, streckende van den lande van Hoesden tot Jacob die Voochts erfgenamen toe, losbaar met 14 R gld

Zegher Jacobsz van Kuyck en Willem Pijlijser Henricsz, schepenen

1420-04-09 |

R.A.H. Coll Aanw 73 fol 148v/Memoriale B.B. fol 32v

Jaartallenindex

beloofden Dirc van der Goude aen die een syde ende Albert Beylinc an die ander syde, op hoir lyff en goet te houden ende wel te voldoen sulck seggen als Heer Jan die bastert ende Heynric Harmansz van Dircs syde van der Goude, ende Tielman Oem en Geerlof Jansz alse van Albert Beylinc sijde, eendrachtelyck uytspreecken ende seggen sullen van Jacobs dode van der Goude, die God genadich sij, ende van anders allen dengenen dier raets ende daets an sculdich mogen wesen. Kunnen arbiters het niet eens worden dan sal myn genadige Heer van Beyeren als overman optreden

1568-04-06

folio 8v, 9

Transportregister Haarlem

Jan Symonsz Bruijn en Claes Cornelisz als voogden van Rommer Jansz, weeskint van wijlen Jan Jacobsz Slort geteelt bij wijlen Claesgen Rommertsdochter, daar zyluiden voor beloofden te waren, verkopen aan Symon Symonsz alias Papekint een huis en erf in de Spaerwouderstrate op de houck van de Molenstege, aen d'een zyde: de Molenstege onder den huyse gaende, aen d'ander zyde: Anna de Bacxter, achter streckende aen Jannetgen Pietersdochter. Belast met 6 Kar gld sjaars. Koopsom 200 Kar gld

1606-02-02 (2) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152

Jaartallenindex

vervolg: de opposanten voerden aan: eerst Heyman Jansz Bouman zeggendat wylen jvr Magdalena van Foreest, weduwe jhr Johan van Duvenvoorde bij codicil dd 1582-05-15 Agatha van Ruyven gemaect hadde de somma van 400 gld, welck codicille door de dood geconfirmeerd werd, zodat Agatha te lichteren was de jaren renten van 1583-05-15 t/m 1605. Ende alsoo de impetrant alhier was erfgenaam van de voorn. jvr Magdalena van Foreest ende Cornelia, ende nu de goederen van jvr Cornelia aan Nicolaes Zeijs hadde verkocht, terwijl ze aan Agatha van Ruijven verbonden waren. Hij eischt deponering van de koopsom om deze schuld te betalen. Verder opponeert Jan Jansz Valckenier en dede seggen dat de impetrant en zijn vrouw Maria van Duvenvoorde op 1603-10-06 comparerende voor Pieter Pietersz van Groenewegen, openbaar notaris en erkenden aan hem opposant 1028 Kar gld schuldig te wesen, spruytende uyt saecke van gehaelde bieren, die zij beloofden binnen 2 jaren te betalen en daarvoor te geven een interest den penning 16, wesen 64 gld en 5st per jaar, beginnende 1605, ofte indien dat jvr Cornelia van Foreest, moeije van de impetrant alhier ende zijn huisvrouw voor de expiratie van de voors. 2 jaren kwamen te overlijden, zo beloofden zij, ten overlijden van deselve haee moeije de voors penningen met de rente naer beloop van tijt aan hem opposant in eens te betalen. De opposant wasa zelf aan de impetrant noch 124 gld ten achteren, waarop dat bi jden selven impetrant betaelt 32 gld 18st, resterende 91 gld 2st. Ende nadien hij opposant tot betalinge van zijn voors. achterwesen met genoemde nyet en wist te geraken, zo wordt hij ook genoodzaakt te opposeren.

1483-04-30 |

Cartul St Jan Haarlem no 349

Jaartallenindex

scepene in Beverwijck oorkonden dat Claes Aerntsz en Claes Pouwelsz, mannen van goeden naam en faam, op verzoek van Soijer Willemsz gecertificeert hebben onder eede dat zij bij mr Jacob Pouwelsz geweest zijn op zijn doodsbed, en dat laatstgenoemde hun een brief toonde bezegeld met het zegel van commandeur en convent van St Janshuis te Haarlem, waaraan het zegel van den schout van Heemskerk ontbrak, en waarin stond dat de koopsom ten volle door den commendeur betaald was, hetgeen niet juist was. Genoemde personen beloofden mr Jacob zijn vrouw en 5 kinderen hierin te zullen bijstaan dat het geld alsnog betaald zou worden. Na zijn dood zijn zij tezamen met Barber mr Jacobs wedue naar Harlem gegaan, waar de commandeur toen betaling beloofde

Claes Baerthoutsz, Claes Dircsz, Willem Bartholomeusz en Valc Thomasz, schepenen

1568-12-02

folio 20, 20v

Transportregister Haarlem

Jacob Evertsz kistemaker voor hemzelf, mitsgaders Joachim Aelbertsz Smit als man en voogd van Anna Evertsdochter, vervangende Geryt Evertsz wonende tot Schoorl, ende Amel Evertsz, mandemaker, wonende tot Hoorn, sampt Cornelia Evertsdochter, heurluyder broeders en zuster daarvoor zij beloofden te waren. Allen erfgenamen van wijlen Evert Jansz, warmoesman, hun overleden vader, verkopen aan Anthonis Gerytsz schoemaker een huis en erf in die Kerckstrate, aen d'een side: Joachim Walichsz, an d'ander: Aernt Dircsz Gorter, achter streckende aen Vincent Jacobsz. Belast met. Koopsom 556 Kar gld. Borg: Oloff Baerntsz, cuyper

1417-07-15 |

R.A.H. Coll Aanw 73 fol 4v/Memoriale B.B. fol 3

Haarlem Algemeen

de navolgende personen beloofden op 15 Juli te trecken uter Hage tot Noertich. Dadingt de stad Haarlem niet voor hen dan moeten zij over 14 dagen weer in den Hage terugkomen. "Dair hevet die stede van Hairlem voir geloeft op een pene van 6000 cronen". Gheryt Claesz van Zaenden, Jacob Gherytsz, Willem Wolfaertsz, Symon Walichsz, Baernt Andriesz, Dames Claisz, Symon Jacob, Dove van Roetwyck, Ysbrand van Schoten, Jan Claes Jan Bertoutsz.z, Huge Roeper, Jan Claes Smeersz. Item hebben de voirs. personen dach vier dagen lancna hoire coomste in Hollandt etc. Eodem blijft Jan Meusz de uitspraak aan de Raad, Jacob van den Woude idem. Borg: heer Floris van Borssele. Item Gheryt van Dam, van Hairlem, item Symon Gherijt, van Haerlem