10 resultaten
Yssem, van | 1475-1500
Quellen Stift Xanten p 345
Achternamenindex
confinationes curtis to Rondenray: ½ maldersaet beneven Loeff van Ysem (nunc Batenborch)
1556-05-06 |
Partic Leenkamer Asperen 2 fol 4v
Jaartallenindex
Mary van Blomendael: 2 mergen lants op Asperen beneven den Vliet, boven: Jan Aertsz van Schindel
Peek | 1475-1500
Quellen Stift Xanten p 344
Achternamenindex
confinaciones curtis in Ylt: een camp heit die Daernacker, 7 maldersaet, beneven Aleid Bogels en Steven Peeck
1461-06-18 |
Ms Opstraeten III fol 1279/Gaasbeekse lenen II fol 27
Jaartallenindex
Dirck Borre van Amerongen na dode sijns vaders Henrick Borre: een hofstede te Velde gelegen beneven Geerdensteghe int carspel van Renen, ende hout 2 ½ schepel saets. Noch dat blancke stuck ende helt een molder saets. Noch een stuck houdende 2 molder saets
present: Willem van Steenre, Jacob van Amerongen
Zeist, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 24, 45v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Aelbert van Zeijst "3 achter lants van den dwersgrave in die Lecke tot Diverdic"; - Jacob Tybout beneven Oesterummer hoefslach 2 ½ hont, belend boven: Hubert Gelisz, beneden: Aelbert van Seijst
Ackoy, van | 1442
Leenregister Gelre 13e stuk, Nijmegen p 740
Achternamenindex
"dat huys dat op den Wyel tot Beesde gelegen is. Arnt Pieck Gysbertsz. Heer to Asperen, diet transporteert op zijn broeder Walraven Pieck, die daer beneven oick by transport Willems van Ackoy, sijne en Arnts moeder, ontfangt die thiende tot Borchmalsen ende die windmeul tot Enspick gelegen, anno 1442"
1500~ (10) |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 88-93v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
Item Van Die Goeghen Van Onse Landen In Rietbroec: Item alle die goeghe van t zyltgen of toe beneven toe dat is dat anderde lant van die zijl an die noertzijde, die hoert onse convent toe. Ende hebben wij van alle die landen die legghen van die goeg als die twie oerden voert in dat selfde weer an die Purmerdyck toe. Item van dat weer van benevens twie stucken daer heeft beneven scerp dat derden deel toe van dat weer an den dyck toe ende die ander twie deel die horen onse convent toe tot an den dijck toe. Item als ons hebben die groet overlekers als Claes Claes Jansz, Hilbrant ende Claes Jan Pieter Symenz ende sommighe ander soe tast dat lant dat naest an die dijck leit die goeg dat heeft sijn goeg westwart van dat weer, ende dat naest an die dijck leit dat heeft dat oesteynd van die goeg van alle weren van die ziele ofstreckende ende gaende nae Groet Overleeck. Item die goeg die legghet voer die twee husen t Overleeck daer buert ons of te maken dat twiedeel, ende dat anderde derdedeel die twie hofsteden mit twie stucke lants die daer naest legghen. Item dat t weer dat wij overgaen t oeverleeck daer hebben wij of dat twiedeel ende Hilgont Jan Verscenghen kinderen dat ander derdendeel ende wij tasten an ant oesteijnde. Item dat weer dat daer westwart an leit daer legghen twie stuckes tsamen dardalf deijmp ende hoert ons half toe, ende dan comt daer een deympt ende hoert toe Jaep Jan Rijsers. Ende daeran noertwart soe hebben wij twie stuckgens lant een nyeghelic van hem een deympt ende voert an soe comt die dyccamp daer an. Item an dat voers. lant westwart an leit Jacop Pieter Herdins weer ende hoert toe Jacop Walravensz mit sijn moeder Stijn ende is tsamen ses deympt, ende wi hebben in datselfde weer seven verndel lants an die Purmerdijck gheleghen ende hiet Jaep Pieter Herdinsdyccamp ende si hebben dat drie verndel van die goeg ende wij een verndel
Boekel/Bokel | 1348-07-11
Reg Rotterdam en Schieland no 604
Achternamenindex
graaf Willem verklaart, dat Claus van Vorburch met zijn toestemming gemaakt heeft aan Genephen Ghisebrecht Buekelsdochter tot haar lijftocht de kleinste helft van een woning met 30 morgen land, liggende in Vorburch, waarop de kerk van Vorburch staat, beneven de kleinste helft van een andere woning met 25 morgen land, liggende in Voorburch, ten oosten van eerstgenoemde woning, welke woningen en land Claus voornoemd van hem in leen houdt, met belofte haar daarin te zullen handhaven
1553-1563 |
Bissch Oud Arch Haarlem Coll v.d. Does, van Adrichem, doos 61 dossier XI no 10
Jaartallenindex
rekening van ontvangst en uitgaven die Jacob van der Does gehad heeft van de goeden behorende tot de vicarie in de parochiekerk te Beverwijc, op OLVr altaar, possesseur Aelbert Joostenz door collatie van Jacob, 1553 ontvangsten: Florys Jansz op Hoochdorp, bruiker van 1½ morgen in Hoffland, 10£, hij huurt op 8 november zijn 1½ morgen weer in, 20sc; Huych Jansz 1 jaar pacht, 26£ 3sc 6d; Florys Claesz, onder St Aechtendyc een stucke hoylants en een stuck weijlants gehuurd, 30sc; Dirck Auwelsz van pacht op zijn huis 16sc 1d; 1554: 1) Symon Thybautsz van wege Florys Claesz die in huere genomen heeft een stuk hoylants gelegen after Garbrant Jansz onder den dyck, beneven des prelaetslant dat Florys mede bruyct, mit noch een stucke weylants gelegen benoorden t blauwe slootge, de tijd van 3 jaren om 29£, 2) Floris Jansz huurt 1½ morgen voor 5 jaren, 15£, 3) Alyd Cornelisdochter, 22sc, 4) pacht op Dirck Auwelsz huys, 18sc; 1555: van dezelfden behalve Aleid die hier Aleid Pietersdochter heet, evenals in de volgende jaren; 1556: dezelfden; 1557: dezelfden, behalve onder 4) nu Cornelis Jan backers huys dat Dirc Auwelsz te betalen plach, 18sc; 1558: dezelfden; 1559: dezelfden, onder 2) de weduwe van Florys Jansz; 1560: de weduwe van Floris Claesz; 1561: 1) Marytgen Floris Claesz weduwe uit handen van Symon Thybauts, 30£; 2) Cornelis Florys [zoon van Florys Jansz], 17£; 3) Alyt Pieters, 22sc; 4) thuys van Dirck Auwel, niet; 1562: Maritgen Florys Claesz weduwe, 30£. Uitgaven: Jacob heeft op 1553-05-26 bode gezonden aan zijn oom mr Lieven van Burgh, wegens het overlijden van mr Geryt Ramp; Symen Thybautsz ontvangt voor het innen van de pachten 21sc, etc. Afgehoord en goedgekeurd door Albert Joosten op 1564-03-12 (vgl 1377-04-15, 1555-03-19, 1555-04-07, 1560-03-03)
Arkel, van | 1422-10-20
R.A.H. Coll Aanw 55 fol 96v/Reg Privilegia 1420-1433 fol 96v
Achternamenindex
hertog Johan geeft aan de papelycke provende tot Arckell een hofstad gheleghen tot Arckell beneven der kercken aen die noordzijde, ende voirtijts heeren Jans van Kervenem te wesen plach, en daertoe 4 hont lants tusschen Gorinchem ende Arckell, tusschen den dyck ende t hooge landt in den Zoesslaghen. Verder consenteert hij dat de cureit van Arkel aantasten mag vanwege de papelyke provende 8 hont lands gelegen tusschen Gorinchem ende Arckell, tusschen den nyen boemgaert te wesen plach aen die een zyde, ende Bronijs Woutersz land aen die ander zyde, "alsoo dat in den ouden boecken ende reghisteren tot Arkell geschreven staet datse der papelicke provende voirs toebehoert". Op 1422-03-15 (1421) gaf de hertog "want wij aenghesien hebben die armoede ende t ghebreck van onser kercken van Gorinchem ende van Arckell, soo van hore tymmeringe ende anders" aan de kerk van Gorinchem 2 morgen te Arkel en aan die kerk van Arkel 1 morgen aldaar die Gheryt van der Steghe van de heerlijkheid Arkel in leen placht tehouden