15 resultaten

Boomgaard | 1460-1535

Balen: Dordrecht p 293, 294, 295, 303, 304, 308, 311, 312
Achternamenindex

schepenen van Dordrecht: Willem Boegaert heer Willems; Jacob Jans stierf 1462; Adriaen Jacob Ludolfsz; Gerrit Boegaert heer Cornelisz, 1522, 1523,1534, 1535; Schrevel Boomgaert Cornelisz tussen 1502-1511

Boomgaard | 1382-1459

Balen: Dordrecht p 240, 277, 278, 279, 280-294
Achternamenindex

schepenen van Dordrecht: Willem Boo(m)gaert Willemsz tussen 1382 en 1421; Gherit Boegaerd heer Willemsz, tussen 1426 en1441; Willem Boegaert heer Willemsz 1445, 1456, 1459; Adriaen Boogaert 1436

1537-1538 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 412
Jaartallenindex

Simon Heynricsz, Katryn Heynricsdochter en Clara Heynricsdochter, erfgenamen van hun zuster Margriete Heynricsdochter, vrouw van Gerrit Heye Gerritsz, uit Gouda, contra Arent Boot, gehuwd met jvr Geertruid van Leuwen, weduwe Geryt Gerytsz Boegaert, kleinzoon van Margriete Heynricsdochter. Op 1522-11-20 testament van Geryt Heye Gerritsz. Op 1524-12-19 herriep Margriete Henricsdochter een samen met haar man in 1521 gemaakt testament [bedoeld dat van 1522-11-20 ?]. Zij begunstigde de enige zoon van haar enige dochter, Geryt Gerytsz Bogaert met ⅓ deel van haar goederen en ⅔ deel krijgt hij in vruchtgebruik, de eigendom hiervan is bestemd voor de mogelijke wettige kinderen van Gerrit Bogaert. Als executeurs test. worden aangewezen Simon Heynricsz, Willem Jansz gehouwd met Katryn Henricsdochter en Frans Adriaensz, man van Clara Heynricsdochter. Indien Gerrit Goegaert kinderloos stierf, zou haar erfenis komen aan eisers. Toen dit gebeurde, ontstond er een geschil tussen eisers een Geertruud van Lewen, weduwe van Gerrit Boegaert. Op 1537-03-23 wees het Hof van Holland een groot deel van de erfenis toe aan verweerder. Eisers gingen toen in beroep bij de Grote Raad

1422-07-24 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 607 dl II regest 180
Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Jan Boegaert erkent schuldig te zijn aan Jan Broer een jaarlijkse rente van 6£ 8 schell Holl sjaars op zijn huis en erf in de Hoechstraet, belend noord: Huge Willemsz, zuid: coman Geryt, oost: de Beeck, west: de Heerstraet. Oorspr. Inv no 607, in dorso van het retroactum: habet Teeuw in den Engel, Dammes die bode in die Hoichstraet. Up Aernt Jacopsz in St Jacop in de Hoechstraet. In dorso van de [!] akte: up Aerent Jacobsz in St Jacob. Copie, in margine: habet anno 1557 Jan Sproncxssoen weduwe in St Jacob; nu: Joseph Joseph Martynsz Verhoef, goutsmit. Habet anno 1586 de weduwe van mr Arent Simonsz Jutphaes. Habet anno 1624 Nicasius Hanneman ende de weduwe van Pieter Bartelmeusz in de Sint Jacob. Eodem die verklaart Jan Boegaert schuldig te zijn aan Jan Broer in een schepenbrief op zijn huis en erf in de Hoochstraet een rente van 6£ 8 schell Holl sjaars, waarvoor hij hem jaarlijks op St Jacobsdach 2 gouden nobelen zal betalen (vgl 1445-02-14)

Bogaert | 1494

Bijdr Hist Gen dl 34 p 314; Balen: Dordrecht; Fruin: Oudste Rechten Dordrecht II p 216/Oud Vaderl Rechtsbronnen I, 4
Achternamenindex

Gerardus Bogaert, Dordrecht, studeert 1494 te Orléans. 1496 procurator nationis, was de zoon van Cornelis Boegaert, heer van Schobbelants ambacht, schepen van Dordrecht, in 1520 pensionaris en 1522 en enige malen burgemeester; gehuwd met Adriana van Heerjansdam

Asperen, van | 1492-01-01 -12-31

Rek Rentmeester van Arkel, Asperen no 2227 fol 25, no 2229 fol 22v, no 2230 fol 31, no 2231 fol 25v, no 2232 fol 34, no 2233 fol 37, 2234 fol 32v
Achternamenindex

Folpert Gorijsz heeft in pacht "een een plexkin lants an den selver zijde an den boegaert, gelijcke 10 jaren, s jaars om 26 st, hier om dat 1e jaar 26 sc" (ook in 1493,1494, 1495, 1496, 1497, 1498, 1499) In 1499: dat Volpaert Gerijtsz lest in hure heeft en nu Claes Pietersz om 17sc

1470-03-30 |

R.A.H. 465 fol 76/Leenregister Brederode fol 41
Haarlem Algemeen

Reynalt heer tot Brederode beleent Adriaen van der Voerde met een huys mitten erve van 7 gulden sjaers, ende een caemer mit een boegaert, gelt jaerlix 1 gouden nobel, gelegen binnen der vryheyt van Haerlem, noord: Jan ten Gasthuijse, west: dat cleyn Heyliglant, oost: Verblaffertsstege, zuid: Pieter Claesz. Adriaen heeft dit alles uit zijn eigen goed opgedragen, omdat wij hem 5 maden lands gelegen binnen der vryheyt van Haerlem, daer Claes Vermeer, Willem Diert ende die Spaern lenden af zijn, ten eigen hebben gegeven. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een sperwer of 1£ daarvoor

mannen: Jan uten Hage, Philips van Dam, Claes Jansz

Arkel, van | 1352-04-17

Codex Dipl Neerl dl 1 p 70 no 31/Arch van Buren
Achternamenindex

Wouter Boekeleer wordt door de heer van Arkel beleend met een huis en hofstad gelegen tot Zandwijc en twee morgen land gelegen tussen Ghisebrecht van Roede en Willem Danckaerts swaghers van der Werken, Wouter Gheertrudenzoens en Goedeken de Slechte aan de andere zijde "ende hiertoe mede een uutlandeken, gelegen voor de boegaert van Katernes, streckende van den dijc ten dyepen toe van der Alme tussen heren Meynsen erve, priesters aan de ene zijde en mijn dezufhuus an de ander zijde"

1461 |

Inv Arch H. Geesthuis en Pesthuis ter nieuwerkerk te Dordrecht regest 95
Jaartallenindex

schepenen van Dordrecht verklaren dat Cleys Willemsz geschonken heeft aan het H. Geesthuis een erfrente van 1 gouden R gld op een huis in de Heyman Zuijsstrate (vgl 1459-06-20)

Willem Boegaert heren Willemsz, Adriaen Govertsz, Adriaen Boeij Hughenz, schepenen

1463-11-09 |

Inv Arch H. Geesthuis en Pesthuis ter nieuwerkerk te Dordrecht regest 97
Jaartallenindex

schepenen van Dordrecht verklaren dat Adriaen Boeij Hugenz verkocht heeft aan de H. Geestmeesters ¼ deel van een erf in de Heyman Suijsstraat, ter ener: het erf van Katryn Voppen, ter ander: het erf van Jan die Brabander

Heinric Pypken Wemmersz, Jacob Jansz, Cornelis Boegaert heren Gerritsz, schepenen