cecilieconvent
10 resultaten
1509-05-09 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 44/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
schepenen in Hoorn oorkonden dat Dirrick Roeloffsz van Amsterdam erkende verkocht te hebben den ghemene broeders van den convente van Galileen buyten Monikedam van St Barnardus oerde die twedeel van derdalf morghen ende tsestich roeden lants Hoemanswey ghenaemt, gheleghen binnen dye vrijheit van Hoorn in den ban van Swaech, belend oost: Volkert Reijnersz, west: een professide suster van St Cecilienconvent binnen Hoorn
1438-10-28 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 p 394 no 3/Arch St Ceciliaklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Gheertruid Heertgensdochter verklaard heeft dat de zusters van St Cecilienconvent wonende in de Proostensteeg haar hebben betaald een verschuldigde som van 20 en 10 ½ R gld
Pieter Jordensz en Jan van Ruven (met hun zegels), schepenen
Beresteyn, van | 1546
Kohier 10e penning 1546 Amsterdam (Staten van Holland 154)
Achternamenindex
Kohieren 10e penning Amsterdam: A. oostzijde Burgwal vors. Van de Sluys tot Sinte Cecilienconvent: Jan int Hart fl 29 en Beresteyn fl 17; B. Ant Kerkhoff Beresteyn fl 13. C. oostzijde Warmoesstraat van St Olofskapel tot die Halstege (ongeveer op t midden) Beresteyn fl 60
1487-12
folio 113v CII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Machtelt Claesdochter, mater en ministersse van St Cecilienconvent te Haerlem, met Willem van Berkenrode als voogd, is sculdig Andries Nammez 6 R gld sjaars. Ende dat om gerede penn. verleit totter timmeringe an haer kerck
1488-05-22 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 9/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scepenen in Amsterdam oorkonden dat die Huyssetenmeesters van de arme huisseteden van OLVr parochiekerk, alsoe scipper Gaef, Lou Lambertsz, Mathijs Willemsz ende Jan Beth, die brouwer; die gasthuusmeesters van t oude gasthuys te weten Vrederic Aerntsz, Willem Symensz, Ysbrant Duun ende Claes Herdijns; ende die gasthuusmeesters van onser Vrouwengasthuis alse Jacop Heynez, Henric van der Horst, Claes Moller en Marten Dircsz, erkennen mit ghesamender hant verkocht te hebben aan den ghemeen broeders ende Koevent van Galilea bi Monnikedam die helfte van twie stucke lants doergaende, gheheten Hoemanswerf, gheleghen in Swaech bi Hoern, ghemeen mit Jacop Pietersz, belend oost: Volkert Repersz, west: een suster van St Cecilienconvent bi Hoern
Jacop Walkisz ende Claes Jansz Paeuwe, schepenen
1578-12-23~
folio 229v
Transportregister Haarlem
(zonder datum) Maritgen Willemsdochter, huisvrouw van Dirick Jansz, van Castricum, verkoopt aan Marie Stevensdochter weduwe van Dirick Spycker een huis en erf in St Jansstrate, aen d'een zide: die kinderen en erfgenamen van Aelbert Claesz Raet, scretaris der stad, an d'ander zide: Pieter Jansz, brouwersknecht, achter streckende mettten somerkoecken aen St Cecilienconvent. Koopsom 450 Kar gld. Mr Dirick Spycker, secretaris, voogd van zijn moeder
1571-08-11
folio 106v
Transportregister Haarlem
Cornelia Adriaensdochter met haar broeder Abraham Adriaensz als gecoren voogd, verkoopt Maritgen Willemsdochter weduwe Dirick Pietersz ½ van een huis en erf in de St Jansstrate, waarvan ½ reeds aan Maritgen toebehoort, aen d'een zide: de erfg. van Aelbert Claesz Raet, secretaris deser stede, aen d'ander zide: Marie Stevensdochter weduwe Dirick Spycker, achter streckende aen de somerkoecken van St Cecilienconvent. Koopsom 260 Kar gld. Claes Willemsz Brammer sal Maritgens voocht sijn
1561-04-21
folio 146 CXXXV 1557-1561
Transportregister Haarlem
Katryn Cornelisdochter weduwe Meynardt Ghysbrechtsz, met Bartelmees Jacobsz als voogd, voor ½, en Willem Jansz als man en voogd van Maritgen Cornelisdochter, met mr Cornelisz Claesz, priester, Bartholomeus Jacobsz en Lubburch Jacobsdochter, executeurs van den testamente van wylen heer Pieter Diricsz Spangert, presbyter, t.o.v. weesmeesters van Haerlem, voor de andere helft, willen vercopen die huysinge metten erve die deselve heer Pieter Dircsz metter dood geruimd heeft, gelegen in St Jansstraat met een poort ute selve strate gaende tot in de voors huysinge en erve naest Jacob Woutersz goutsmit en t huys en erve dat Femmeken Henricsdochter van de voors heer Pieter Dircsz gecoft heeft, gelegen aen d'een zide: St Cecilienstege, an d'ander zide: t huis van Mariken Arysdochter weduwe mr Jan Ballinck, en Jan Adriaens Lou en t zieckhuis van St Cecilienconvent, achter streckende an t voors St Cecilienconvent. Met noch een huis en erf in St Cecilienstege, an d'een zide: die kerck van St Cecilienconvent, an d'ander zide: t voors huys van Femme Henricsdochter. Belast met 7 sc 6 penn. Onder een groot aantal voorwaarden. "Voorts werdt ondersproicken alsoe de turffschuyre van de voors huysinge mit oick de poorte en getimmert van t cleyne huyse gaende in St Cecilienstege naest de voors St Cecilienkerke aen de muyre van t voors convents ziekhuis en kerke gevestigd is, de mater ende conventualen tselve zullen mogen afkueren". Op de voors conditien heeft Dirck Volckertsz t voors huysinge en erve in de offslach gemynt op 1053 Kar gld. In kennisse van mij Jan Visscher, gesworen bode der stede van Haerlem. 21 April 1561
1466-09-28 |
G.A. Haarlem N 184 no 23/Cartul Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
Imme Pietersdochter, ministerse van St Cecilienconvent staende in des Proeststeghe binnen Haerlem, met haar voogd Willem van der Schuijr, oorkondt dat zij vanwege het convent heeft overgegeven aan de Lazarussen zieken etc ¼ deel van een stucke lant geheten t Vlielant ende is groet één mat lants min ⅓ deel van een hont lants, ghelegen in den ban van Adickendamme. Item noch ¼ deel van een stucke lants gelegen in den ban voirscr. ende is groet ⅛ deel rogsadinghe, met alsulke voorwaarden als de doorstoken brief inhoudt. Daar Imme zelf geen zegel heeft, verzoekt zij Claes Gherijt voor haar te zegelen (vgl 1440 op St Gheertrudendach, 1466 Dincxdages na den H. Dertiendach)
tuyghen: Pieter van Beijeren en Willem Egbertsz scoemaker
1567-04-07
folio 211v
Transportregister Haarlem
schepenen in Haerlem oorkonden dat Dirick Volckhartsz Coornhert, deser stede secretaris, erkent opgedragen te hebben tbv Willem van Sonnenberch, rentmeester van de heer van Brederode, voor hemselve de huysinge en erve in St Jansstrate met een poorte uijt deselve strate gaende in de voors. huysinge en erve, an d'een side: Jacob Woutersz, goutsmit, en het huis en erve aan Femme Henricsdochter toebehorende, an d'ander side: t huys van Maritgen Arisdochter weduwe mr Jan Balling en Jan Adriaensz Louw met 't Sieckhuys van St Ceciliaconvent, streckende achter aen St Cecilienconvent, zoals dat huis aan Coornhert toebehoord en door hem bewoond is geweest. Koopsom 1533 Kar gld
Getuigen: Cornelis van Berkenrode en Willem Adriaensz, schepenen