15 resultaten
Haestrecht, van | 1412-02-22
Catal Arch Heren van Montfoort regest no 216
Achternamenindex
Jan die Lewe Conincsz maakt voor het leenhof van Johan burggraaf van Montfoort de lijftocht van 1 viertel land in Bloclant aan zijn vrouw jvr Katrin, dochter van Willem van Haestrecht
1507-11-20 | Den Briel
Carth Raamsdonk anno 1518 fol 18v/Carthuizers Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
notaris Petrus Egidi instrumenteert dat Adriaen Petersz Conincx, poorter en inwoner van den Bryl: alsoe in voerleden tiden Natalia Peter Conincx weduwe, Jan Pieter Conincxz en Adriaen Pieter Conincz, haar kinderen, tesamen gegeven hadden aan de Carthuizers bij St Geerdenberg, een jaarlijkse rente uit te betalen na dode van Natalie, groot 2£ Vls, die zij verzekerd hebben op: 1) 7½ gemeten in Nieuw Rogkange (!) ende bruict nu Cornelis Jansz den Vrouman, 2) 3½ gemeten lands gelegen in Stuijfacker, 3) 3 gemeten lants leggende in cleyn oesterlant. Na het overlijden van beide gebroeders zullen de Carthuizers voorn dit land als hun eigen land mogen aanvaarden. Als enige overlevende verklaart Ariaen voorn. nu dat de Carthuizers na zijn overlijden dieselve landen aanvaarden zullen, behoudelyc dat zij luden aenvaerden en nemen sullen 10 lynen lants, liggende in t groet oesterlant after Jan Enoutsz aen den dyck in Schieteweck ende dat in oversettinge en in een recompense voor 3 gemeten lants liggende in cleyn oesterlant dien hair dair voor assigneert waren. Hij begeert verder deelachtig te zijn aan alle goede werken die de broeders daar dag en nacht doende zijn, dat gemeen gebet, en dat zij ook bidden zullen voor de zielen van Ariaen Pietersz voirs, Pieter Conincxz, Natalie weduwe van Pieter Conincsz, Jan Peter Conincxz en heer Cornelis Pieter Conincsz, haeren voerouders. Gesciet in den Briel in t huis van heer Jacob Wittenz, canonick in den Briele, ter presentie van heer Jacob Willemsz voorn en mr Jan Heynenz Boot [of Hoot ?], pastoor in de St Cath. kerk in den Briel
1581-06-06
folio 118
Transportregister Haarlem
Pieter Symonsz, linnewever, verkoopt Jan Baertsz, scheepmaker, een ledich erf daer een huys op te staen plach en na den belegge der stadt Haerlem bij den soldaten geruyneert es. Gelegen op de Oude Graft, aen d'een side: die kinderen en erfgenamen van mr Adriaen Junius, doctor in de medicynen, aen d'ander side: jonge Jan Conincsz ende de voors. Jan Baertsz, achter streckende en uytgaende in de Gasthuysstrate. Koopsom 60 Kar gld
1550-10-04 |
R.A.H. Coll Aanw 253 fol 572v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van weghen Jacob van Duvenvoerde heere van Warmond, dat tussen Barwout van Griecken zijn baljuw als eiser ter eenre, ende Jacop Schuer voor hemzelf en uijt naam van zijn huisvrouw, verweerder ter andere zijde, questie is gerezen voor mannen van Warmond, uyt zake dat de voors. baljuw sustineert dat de voorn. Jacob Schuer en zijn huisvrouw contrarie skeizers placaten zekere religieusen van den convente van Warmondt haer religie ende habijt verlaten hebbende, gelogeert ende geherbergt te hebben. Hij vreest nu weinig succes te hebben met vervolging van deze personen, daar t meestendeel van de mannen van Warmond behoren tot de maechschip van de voors. verweeerders. Hij verzoekt aan het Hof om uit 14 personen, wesende leenmannen, 7 mannen te nomineren om in deze zaak recht te doen. Ook de verweerders mochten enige mannen nomineren, doch zij waren in gebreke gebleven een voordracht te doen. Het Hof wijst aan: mr Frans Adriaensz, schepen van Leiden, Quiryn Allaertsz, Franchoys Hoochstraten, Jan van Endegeest, Cornelis Stalpert van der Wiele, Jan Conincsz, schepen van Haarlem, als leenmannen
1570-02-04 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 239
Jaartallenindex
Dielof Reijersz, schout in den ban van Uitgeest, oorkondt dat de eerzame en geleerde mr Jan Maertensz, doctor in medicinene, en Catherina Willemsdochter, weduwe van Jan Conincxz met haar gecoren voogd Jan Willemsz Vroutgens, en ook vervangende haar zoon, geprocreert bij de voors. Jan Conincsz, gelieden dat mr Jan en Jan voorn. zekeren tijd geleden van het St Elisabethsgasthuis te Haarlem twee stukken lands gekocht hadden, die door wijlen Flores van Adrichem aan het voors. gasthuis gelegateerd waren, te weten het eene in den Oostbrouck, 40 geersen groot, belend oost: Sintingebrouck, behorende Ysbrant Jansz, zuid: die grote Oocker, west: de Vogelmeer, noord: die Croft, behorende Phillips Claesz. Ende het ander gelegen achter Assum genaamd de Morssche, groot 18 koeven, belend oost: een wateringe genaemt de nauwe laen ende een stuck lants genaemt den acker, zuid: Bruijns Ven, west: Sulien Ven, behorende de erfgenamen van mr Fop Jansz, noord: het Daelmeerke. Welke verkoop daarna wederom geheel teniet gedaan is, vóórdat de brieven overgeleverd waren. Zij dragen dus dit land weer over aan de gasthuismeesters
schepenen: Voossen Reyersz en Pieter Pietersz, de schout zegelt voor hen
1559-02 (1558)
folio 45v XXXVII 1557-1561
Transportregister Haarlem
Arian Pietersz en Jan van Hoorn als ooms en voogden van vaders zyde, en Jacob Conincsz als oom en voogd van s moeders zyde van Pieter Claesz van Hoorn, nagelaten weeskint van wylen Claes van Hoorn en Adriane Willemsdochter, met consent van weesmeesters, verkopen aan Ghysbrecht van Bronckhorst een huis en erf in de Jansstraat, tussen an d'een zyde: Roeloff Michielsz, pasteybacker, an d'ander zyde: Garbrant Arysz, coster, achterwaerts streckende an deselve Garbrant. In allen schyne als t de voorn. Adriane Willemsdochter beseten en metter dood geruimd heeft. Koopsom 975 gld
1571-03-23 (1570)
folio 98v
Transportregister Haarlem
Katryn Willemsdochter weduwe Jan Conincsz, burgemeester deser stede, verkoopt bij executie van justitie, t.o.v. haer neve Dirick van Foreest als gecoren voocht, ten profyte van de crediteuren van wijlen Adriana Borrytsdochter aan Emanuel Adriaensz, olieslager, een huis en erf in de Turfstege, an d'een zide: Geryt Gerytsz van Montfoort, an d'ander zide: Aechte Pieters, achter streckende an Griete Willemsdochter weduwe mr Pieter van Foreest, ende tselve die voorn. Adriane Borrytsdochter toebehoort heeft. Koopsom 144 Kar gld. Actum in de herberg van t Haentgen 1570-02-05, gedateerd 1570-03-23 stilo nostro
Hoorn, van | 1599
Caartboek Bloemendaal fol 17
Achternamenindex
Pieter Claesz van Hoorn: bezit 3 morgen 200 roeden 94 voet laagland in Overveen; (1583-08-22: belend van 6 maden te Overveen; 1618-02-20: zijn erfgenamen: 1) Jan Conincsz van moederszijde, 2) Geertruid Adriaens van Hoorn x Jan Jansz Teijts, 3) Maritgen Adriaens van Hoorn, 4) Ermtgen Adriaens van Hoorn, 5) Hillegont Jacobsdochter, 6) Cornelisje Heyndricsdochter weduwe van Claes Heyndricsz, met haar zoon Pieter Claesz Huijdecoper, regent van het Leprooshuis, 7) Angniesgen Jans van Hoorn met haar zoon Pieter Jacobsz Ruijchaver, verkopen 3 morgen 2 hont land in de ban van Tetrode of Overveen)
1559-07-21 | Heemskerk
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 222
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat Namme Claesz kistemaker getransporteert heeft aan St Elisabethsgasthuis te Haerlem 1 gouden Koervorster gld erfpacht, die hem gemaect is bij testament van Janne Stevensdochter, staande op een stuk lants genaampt de Santvenne tot Heemskerck, gelegen zoals de doorstoken brief inhoudt. Namme voors. verklaart zich betaald (vgl 1539-05-29)
Qurijn Dircsz en Jan Conincsz, schepenen. Ondert: W. Borrytsz
1554-06-01 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 69v/Leenregister Brederode fol 49
Jaartallenindex
Renoult van Brederode oorkondt dat Jacob Aertsz opdroeg in handen van Geryt van Sparnwoude, bewaarder van onse lenen in Holland [op 1555-04-19 komt zijn zoon Ysbrand als zodanig voor], tbv Adriaen Pietersz, van Bodegraven, 3 morgen lands gelegen in den ambacht van Bodegraven, aen de zuidzijde van de Rijn, oost: Jan Jacobsz, west: Jacob Aertsz zelve. Vervolgens wordt Adriaen ermede beleend (vgl 1564-05-27)
getuigen: Christoffel van Schagen, onse leenman, Jan Conincsz, leenman van Holland