18 resultaten
1504-07-27 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Sticht, Heusden fol 14
Jaartallenindex
Philips beleent Gysbrecht Dircksz na dode van zijn vader Dirck Adriaensz met een hofstede met een steenhuys daerop staende, gelegen binnen onser stede van Heusden, die belend plegen te hebben an die een zyde: Jan sGraven erfnamen met een steenen huys, an d'ander zyde: Willems erfgenamen van Endoven. Te houden tot een erfleen
present: Roelant le Fevre heer van Liesvelt, mr Aernt Beuckelaer, heer van Herpt, Dirck van Boneem, Reynier Willemsz, cleene Jan Bruijn
1584-08-15 (16) |
Ms Opstraeten III fol 1176
Jaartallenindex
Johan die Ridder van Groenesteyn, commanduer tot Montfoort, en heer Pieter van den Berch, broeder in de voors. orde ter eenre-, en Eernst Daemsz van Schaijck en Peter Baers ter andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Dirck de Ridder van Groenesteijn, geassisteerd met zijn vader Anthonis, en Cornelia, dochter van Gelis Daemsz van Schaeijck en van Gijsbertgen [in margine: dochter van Endoven ? ende Baers]. Daar Eernst op deze tijd zelf geen zegel heeft, zegelt Willem Splinter, borger te Utrecht voor hem
Eindhoven, van | 1312
Livre Feudataires de Jean II Duc de Brabant p 5, 184, 284
Achternamenindex
livre feudataires de Duc de Brabant: - Arnoldus de Indoven tenet apud Barle censum valoris 5 sol grossorum. - Johannes filius Johannis de Endehoven dimidum bonarium situm apud …. - Willelmus filius Willelmi filiii domini Willelmi de Kessel, ventum duorum molendinorum sitorum apud Kessel, Aren et Alem, et unam petiam terre sitam apud Alem. Machteldis, soror sua, uxor Johannis de Endoven relevant
Vermaet | 1453-06-01~
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Roelofsz Vermaet wordt binnen jaar en dag na dode van zijn zuster Geertruid beleend met ¼ deel van dat heel slach lants onderdeylt gelegen in den slage, belend landwaarts: jvr Belije vrouw van Vrederic van den Voirde en Lubbert Symensz, zeewaarts: erfgenamen van Henric van Endoven, tot een goed onversterfelijk erfleen; ["gegeven 1453 op ten dach van Junio"[!], de voorgaande akte is van 1 juni]; 1452-10-02: Wouter Roelofsz Vermaet beleend als voren (fol 152)
mannen: Henrick Goyertz, Reyer Lambertsz
Vlug | 1471-01-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 200v, 215
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheertruyt Vlugge Goyertsdochter van der Maet met haar man Goijert Vlugge, draagt op ¼ deel van dat heel slach land, onderdeijlt, in den slage, belend landwaarts: jvr Belije die Vrederics wijf was van der Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrics erfgenamen van Endoven; vervolgens wordt Mechtelt, vrouw van Jan van Westrenen, dochter van Gheertruyt en Goyert Vlugge beleend; "Peter hoir sone habet"; 1473-11-09: Goijert Vlug verzoekt belening van wege Jacob Jansz van Westrenen met dit leen, na dode van zijn moeder Mechtelt; "modo Peter ejus filius"
mannen: Gheryt Meusz, Peter Dier, Evert van Hese; 1473: Vrederic uten Ham, Gerrit van Rijn
Kessel, van | 1312
Livre Feudataires du Brabant p 284, 267, 198/114, 228, 138, 146, 161
Achternamenindex
Wilhelmus Willemsz de Kessel ventum duorum molendinorum sitorum apud Kessel, Maren et Alem, et unam petiam terre apud Alem; Machteldis soror sua, uxor Johannis de Endoven relevant; - Wilhelmus de Kessel 2 jugera terre in den Werden van Alem et multuram de 2 villis de Kessel; - Hubertus de Baersdonc 24 jornalia terre jacentia in de Roshoeven juxta Heze prope Buscum Ducis. Machtildis de Kessele tenet modo; - Renerus de Kessel 12 bonaria apud Kessele; - Johannes de Kesle filius Henrici 12 bonaria; - Johannes de Kessele 3 bonaria terre et 3 homagia juxta Casselberch prope Vliederbeke; - Johannes de Kessel qui se dicit esse maritus Marine filie Ottonis de Maelbergh bona de Dieghden
1593-10-21 |
Ms Opstraeten III fol 1224-1226
Jaartallenindex
Johan die Ridder van Groenesteijn, commenduer tot Montfoort, en mr Johan van den Berch, domheer te Utrecht, ter eenre, en Cornelis Eerstensz van Schayck, ter andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Cornelis de Ridder van Groenesteijn, geassisteerd met zijn vader Anthonis, en Gysbertgen van Endoven, weduwe van Gelis Daemsz van Schaijck met haar dochter Catharina, geprocreert bij de voors. Gelis van Schaijck. Cornelis ontvangt ten huwelijk van zijn vader: 1) ½ van sijn huysinge en hofstede genaamd Gruenesteyn, waarvan de andere helft toekomt aan Dirck, zyn oudste zoon. Deze ½ bezwaart met 200 gld, 2) ½ hoeve lants eveneens te Neerlangbroec, streckende van der Langbroecker- tot die Hoeftwetering, belend west: Jan Botter, oost: Dirck Bor van Amerongen, leen van de Domproosdij te Utrecht. Catharina ontvangt ten huwelijk van haar moeder: 1) 3 morgen land in grote Vuylcoop onder het gerecht van Schonauwen, noord: Willem op Goijermaet, zuid: die van Oudwijc, 2) 2 rentebrieven van 250 gld hoofdsom, sprekende op juffr. van Halmale te Montfoort, 3) een rentebrief van 150 gld hoofdsom op Johan Claesz, borger tot Montfoort, 4) een rentebrief van 100 gld hoofdsom sprekende op het dorp van Brouck en Papencop, 5) een rentebrief van 300 gld hoofdsom op Aelbert Goeijert Gerritsz of sijn voorsaten, wonende in Westbroeck, 6) een rentbrief van 500 gld sprekende op Floris Matheusz, borger te Utrecht, 7) 500 gld in eens, binnen het jaar te betalen
1426 |
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 497
Jaartallenindex
dijt is alsulke erffuijs die gelegen is in t gericht van Hemert ende der abdien van St Pouwels toebehoert. Doe men screef 1426 was t dus ghepaelt: 1) 8 morgen lants gehieten des abts naeckeler, aen d'een sijde: die ghemeen weteringe, aen d'ander sijde: Rutger die Koter. Nu in 1500 Gerijt Willemsz mit sijn kinderen; 2) 6 morgen lants gehieten Abts Beemt, an d'een side: Vriese van Eijndoven, an d'ander side: Hubert van Roeij; 3) opten Cloeten 2 morgen 1 hont lants, an d'een side: Hubert van Roeij, an d'ander: Zegher van den Pol; 4) opten gulden langher 5 hont, an d'een side: Jan van Hesel, an d'ander side: een gemeen stege; 5) opten Heembolc 2 hont lants, an d'een side: Claes van Malsen, an die ander side: die heren v.d. Duytschen huze; 6) opt Soer (boven staat: ch) 2 hont lant, an d'een side: Willem van Hese, an d'ander side: Henric Willemsz; 7) opt Soer [Choer] 2 hont lant, an d'een side: die heren v.d. Duytschen huyse, an d'ander: die papelike provende van St Meerten tot Hemert; 8) in die Sittert 3 morgen, an d'ander side: Olifier Jansz, an d'een side: die timmeringe der kerken tot Hemert; 9) opten acker 3 morgen 2 hont, an d'een side: Engbert Henricsz, an d'ander side: Jan Hack; 10) opten acker 10 hont, an d'een side: Lubbert Claesz, an d'ander side: die heren v.d. Duytse orde; 11) opten acker 1 morgen, an d'een side: Jan van Hernen, an d'ander: die heren etc; 12) opt Spat 4 morgen lants, an d'een side: die gemeen stege, an d'ander: die heren etc; 13) opten Bambolc 3 morgen land, an d'een side: Jan die Wise, an d'ander: Baers van Boninghe; 14) 7 morgen in des Abtscamp, an d'een side: Vries van Endoven, an d'ander: Wouter van Avesaet; 15) 2 hont opten Vijfscreden gelegen, an d'een side: Dirck van Weerdenberch, an d'ander: Jan die Wrede; 16) 2 morgen opten Bambolc (Dirck Hillenz in huer tot jaren), an d'een side; die heren etc, an d'ander: Philips Dircsz; 17) opten acker 6 morgen lants, an d'een side: Wouter van Avesaet, an d'ander: die abt van St Pouwels; 18) 22 hont lants opten acker (Dirck Hillenz in huer tot jaren), an d'een side: Vriese van Endoven, an d'ander: die abt van St Paulus; 19) 2 hont lants opten Bambolc gelegen, an d'een side: Jan die Wijse, an d'ander: die heren v.d. Duitsen huize; 20) 1 Vls gld tot tijnse sjaars ut eenre hofstat daer Jan die Wijse op woent; 21) een hofstat daer Geryt Jansz op woent die gelt 3½ sc (nu in anno 1498 onse hr tot Hemert); 22) een hofstat daer Wouter van Vaudelic die bastert op woent, gelt 3½ oude scilt; 23) 2 morgen op Denser lants, an d'een side: Gosen van den Hoeve, an d'ander: Lambert Rutgersz; 24) 8 morgen over die Weteringe opten hogen Scoetert lants gelegen, op d'een side: Wessel van Lembeec, op die ander: die gemeen weteringe; 25) 2 morgen opt Overspat, an d'een side: Henric van Hesel, an d'ander: die papelike prove van St Merten. Dit is in t gericht van Vauderic: 1) 13 hont lants op Abcleren gelegen opten Leijgrave, 2) 11 hont gelegen opten Abcleren, 3) op ten Wolfsderme 1 mergen lants gelegen an beyden side: Gherbrant van Beest. Item in t gericht van Senuwen [= Zennewynen ?] buten dycks gelegen 1 stuck lants alre naest den proest van Senuwen
Maet, van der | 1461-07-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 169, 169v, 437
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter van der Maet draagt op ¼ deel van dat heel slach lants onderdeylt gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belie vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonz, zeewaarts: erfgenamen van Henric van Endoven [Soest ?]; vervolgens wordt Mergriet, vrouw van Otte van Wyck, zuster van Wouter van der Maet, ermee beleend, behalve de lijftocht van Otto van Wyck aan dit goed, Otto doet de eed voor haar; Wouter van der Maet draagt op tbv zijn zuster Mergriet de tiende van het goed ter Weteringe, zoals zijn vader Roelof die in leen gehouden had; "dese tiende heeft onse convent gecoft van Otto van Wyck"; Wouter van der Maet maakt tot lijftocht voor de man van zijn zuster, Ot van Wijck: ½ van 6 dagmaet land gelegen in de Slage, belend als voren
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell
Poeijt | 1421-02-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 112v, 113, 126v, 127v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden Poeijt Evertsz draagt over dat ½ slach lants, onderdeylt, gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije, vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrix erfnamen van Endoven; vervolgens wordt Reyner Poeijt Evertsz hiermee beleend; onder staat (doorgehaald): "Int jaer dat men screef XXV op den 8e dach van OLVr conceptio, droech Reyner Eversz, op alle alsulke goede als hi van onser abdien hielt, ende die ontfenc Jan van Amerongen"; daaronder staat (Doorgehaald): "Int jaer ons Heren als men screef XXVI des Donredages na St Pauwelsdach conversio droech Jan van Amerongen op ½ van desen goede voors. ende dat ontfenc Joffer Foijse Gysberts wijf van der Maet was dair voir gehult Proest van Stoutenborch"; 1425-12-16~: Reyner Poijt Evertsz draagt dit op tbv Jan van Amerongen, die beleend wordt; 1426-07-04: Jan van Amerongen draagt "die alinge helft van den slage" op tbv jvr Foijse, die vrouw van Ghijsbert van der Maet was, zij wordt beleend; 1426-04-03: Jan van Amerongen draagt over: een ¼ tbv Godert van der Maet, en ¼ tbv Geertruud Rolofsdochter van der Maet, en zij worden beleend
mannen: Tyman de Langhe, Evert van Doem; Jacob die Voecht, Roelof van Wisschel; 1426: Vrederic van den Voerde, Gysbert Godscalc; Tyman de Lange, Roloff van Wisschel