3 resultaten

1488-05-22 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 9/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex

scepenen in Amsterdam oorkonden dat die Huyssetenmeesters van de arme huisseteden van OLVr parochiekerk, alsoe scipper Gaef, Lou Lambertsz, Mathijs Willemsz ende Jan Beth, die brouwer; die gasthuusmeesters van t oude gasthuys te weten Vrederic Aerntsz, Willem Symensz, Ysbrant Duun ende Claes Herdijns; ende die gasthuusmeesters van onser Vrouwengasthuis alse Jacop Heynez, Henric van der Horst, Claes Moller en Marten Dircsz, erkennen mit ghesamender hant verkocht te hebben aan den ghemeen broeders ende Koevent van Galilea bi Monnikedam die helfte van twie stucke lants doergaende, gheheten Hoemanswerf, gheleghen in Swaech bi Hoern, ghemeen mit Jacop Pietersz, belend oost: Volkert Repersz, west: een suster van St Cecilienconvent bi Hoern

Jacop Walkisz ende Claes Jansz Paeuwe, schepenen

1458-02-28 |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 12 regest 171/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

"Vlamincscamp". Pieter Thaemsz, Dirck Aelbertsz en Jacop Garbrantsz, op dese tyt gasthuusmeesters van St Elisabethsgasthuis binnen Haerlem, oorkonden dat zij verkocht hebben aan de cantoirmeesters van de canterije in de parochiekerk binnen Haerlem, 1/9 deel onderdeel van een campe lants die groot is 4 maden, geheyt in der wanderinge "Vlamincx lant", gelegen binnen den banne van Spaernedamme binnen den Havedijck bij t Leck, ende belend hebben die Ziecken buijten Haerlem ende Lottyn Gerritsz erfnamen aen allen zyden. Op hun verzoek bezegeld door Ysbrant van Schoten en Gheryt van Adrichem als leenmannen van Holland (vgl 1456-12-21 "Vlamincscamp")

1447-03-10 (1446) |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 229/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

schepenen in Haerlem oorkonden dat Aechte Willem Doevensoens weduwe met haar momber Garbrant van der Couster geliede dat zij verkocht heeft aan de kerkmeesters van de parochiekerk, de H. Geestmeesters en de gasthuusmeesters van St Elisabethsgasthuis, een stuk lands groot 11 geersen, gelegen in den ban van Utgeest, geheten Aecht Ysbrantsvenne, en hebben belent zuid: Arnt Pieter Dirc Weentssoen ende Claes Jansz, noord: Garbrant Luijtdgensz, streckende op die Schepmeer. Onder voorwaarde dat zij na Aechtes dood zullen uitreiken aan de zusters van de 11000 maagden te Haarlem op die after Croft binnen Haerlem uit het voorn. stuk lands, alle jaar 1 gouden Eng nobels. Deze zusters beloven vervolgens met hun voogd Pieter Willemsz, dat zij terstond na Aechtes dood, een wekelijkse mis voor haar, haar ouders etc zullen laten doen (vgl 1449 op O.Vr dag Nativitas (1449-09-08) Inv no 38/1 no 229)

Gheryt van Ruven en Jan van Ruven, schepenen; bezegeld door schepenen en door Garbrant van der Couster