1621-11-11 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 731

Jaartallenindex

alsoo in den sterfhuyse van wijlen Jacob van Alckemade bevonden sijn dese nabescreven goederen, soo ist dat die gemene erfgenamen deselfde goederen op huyden date hier ondergescreven geschift, gescheyden en gedeelt hebben. Nota: iedere portie beliep 12322-19-4. Ende is het loth A bij lotinge toegevallen de erfgenamen van joffr. Agneta van Alckemade, B aen de kinderen van Johan van Alckemade, C aen Nicolaes van Alckemade

ondertekend: Jacob Bam, van Alckemade ut den naem van myn broer Jacob van Alckemade, nomine patris .. Bam, Cornelis van der Hooch voor hem selven ende ut de namen van Lambert en Cornelia van der Horst

1498-02-22 (1) |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 760

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden met leenmannen van Holland dat Dirck van Bekesteyn, mr Zijbrant van Bekesteijn, priester, met Dirck Claesz de Vriese hant sijns voochts in deser saecke, Pieter van Bekesteijn en Jan van Bekesteijn, gebroederen, gelieden dat zij minnelijck geschift en gescheiden hebben de goederen hun aangecomen en bestorven bij dode van horer alre vader ende moeder Wouter van Bekesteijn ende Margriet van Bekesteijn

Pieter Jansz Raedt (zegel: drie lelien) en Cornelis van Foreest (gepunten balck boven een barstel met 3 dacken, op de helm een wrong waerop als een wijer ..), schepenen; Floris Bolle (een schuijsen balck boven in de hoeck een cleyn sterreken, op de helm een wrong waerop een coornschooff, tegen een jachthoorn int midden)en Joirden Gerbrantsz [van Waterlant] (een staende swaen), leenmannen

1439-12-20 |

G.A. Amsterdam Inv B.W. 595b regest 340/Arch Carth bij Amsterdam

Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat de procurator van de Carthuizers aldaar, de prior van de Regulieren aldaar, elk met hun voogden, ter eener zijde, ende Wouter Reynersz, Gheryt Reynersz, gebroederen, Rissent Reynersdochter met haar voogd Peter Tidemansz, en hair zuster Lysbeth Reynersdochter, met haar voogd Ghijsbert Scout, ter andere zijde, gelieden dat zij geschift en gescheiden zijn van de erfenis van wijlen Lysbeth Jacob Reynerszoonsdochter. De Carthuizers ontvangen twee renten in Amsterdam. Wouter, Gheryt, Rissent en Lysbeth ontvangen 4½ morgen lants gelegen op Oestham tot Overdiemen in Deijntginsland

1474-03-10 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 34

Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Griet Claes Martsens weduwe mit haar bestorven voogd Auwel Gherytsz, en met Aeris Jansz, Egbert Hermansz en Auwel voirs, hoir vier vierendelen eenerzijds, en Claes Martsens vier kijnderen, alze Jan, Stijn, Katherijn ende Geert met haar voogd Dirc Etzen, en met Het Jansz, Jan scout die kistemaker ende Dirc Etzen voirn, hoir vier vierendelen etc op tie ander sijde, gelieden dat zij geschift en gescheiden zijn van de erfenisse ende goede die Claes Martsen nagelaten heeft. Griet zal hebben ¼ deel van een Arnhemsche gulden sjaars totten eweliken pacht staende tot Monikedamme op Jacob Hoennicx huijse gelegen opt suijteynde, ¼ deel van renten te Amsterdam. De kinderen zullen hebben de andere ¾ deel van de voors. pacht en goede etc. (vgl 1467-04-21, 1474-06-03, 1474-04-26)

1532-06-12 |

R.A.H. Coll Aanw L 361a

Jaartallenindex

noch een partagije brieff besegelt bij Jan Pouwelsz ende Jacob Jansz Wenkes, schepenen tot Hoorn, gedateerd 1532-06-12, hoe dat Pieter Woutersz met Hillegont Dirxdochter in den name van de weeskinderen van Hillegont Dircxdochter voors, die sij gewonnen heeft bij saliger memorye Cornelis Jansz Soop, wyleneer haer echte man, ter eenre, ende Jan Jansz Soop ter andere zijde, gelyeden en beiden syden dat zy by loting geschift en gescheiden zyn van alle percelen van landen die sij met malcander gemeen hadden, hem nagelaten bij Jan Claesz Soop. Sulcx dat Jan Jansz Soop voor zijn partage o.a. hebben soude dat hem bij loting toegevallen was: inden eersten 6 deymden lants in een stuck lants gelegen onderdeelt op der Beetz, geheten "dat Breedeweer". Noch dat Cleyne Werfgen. Hiervan soude nieu mede copye uyt het protocol der stede Hoorn mogen crygen, soe dat noot souden syn (vgl 1545-05-22)

1495-10-31 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 27

Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Peter Vrederijcxz voor zichzelf, Willem Claesz als man en voogd van Alijdt Jansdochter, en Claes Jansz als man en voogd van Elisabeth Jansdochter, geschift en gescheiden hebben de erfenissen van Machtelt Jan Michielszoons weduwe ende Alydt Claes Dircxzoens weduwe, beide moeijen van Peter, Alydt en Elisabeth voorn. Willem Claesz ontvangt namens zijn vrouw o.a. 9 R gld jaarlijkse losrenten op de stad Hoorn. Claes Jansz ontvangt namens zijn vrouw die helft van een stucke lants gelegen bij der stede van Hoern, in een dorp geheten Binnen Wijsen, daer Willem Kijmenzoen d'ander helft of toebehoert. Verder zullen Willem en Claes den voorn. Peter vrij houden van al de aanspraken die Hase Lambertsdochter, zuster van Machtelt en Alijd voorn, weduwe van Claes Dircxz en nu zuster in den convent van Orthen binnen s Hertogenbosch, op genoemde erfenissen zal mogen doen gelden

1464-06-06 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 42

Jaartallenindex

schepenen van Amsterdam oorkonden dat voor hen schepenen van het vorige jaar getuigd hebben dat in hun ambtsjaar voor hen geschift en gescheiden zijn Margriet Claes Garbrantszoens weduwe met haar gecoren voogd Dicr Godevertsz ter ener zijde, en Tyman, Garbrant en Lambert, haar drie kinderen bij haar man voorn. verwekt, met hun voogd Nanning Tymanszoon, en met Gheryt Simonsz, Peter van Gispe, Godevert en Nanning voors. hun vier vierendelen. Margriete bewijst haar 3 kinderen de helft van de navolgende goederen, o.a. 5£ Holl sjaars in den Hage op Adriaen Kerstenszoens huys ende erve gelegen an die Cornmarckte, dair naist bij geerft sijn west: Jan Egbertsz, oost: Dirck van Duvenvoirt, ter lossing den penning 14. Item 2 g R gld sjaers tot Nairden op Claes Loechszoens weduwe huys ende erve. Item van 3 R gld sjaers op Peter Gheryt Louwenzoens huys ende erf oick tot Nairden, ter lossing deze beide renten den penning 17 etc (vgl 1431-06-08)

1413-04-05 |

Inv Arch Kerkvoogdij no 186 fol 37 regest 68/Cartul Zeven Getijden Haarlem

Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Dirck vuijten Haghe an die een sijde, Zaelman Jansz met zijn momber Claes Pietersz ter ander zyde, met consent van de Raden der stede en Saelmon vierendelen "gelijeden an beyden zyden dat zij van malcander gedeylt, geschift ende gescheyden sijn van sulker erfnisse ende goede als hem beyden aengecomen mach wesen mit besterften van Jacob Jan Willem Manssoensdochter [v.d. Haer leest: Jacob Willem Manssoensdochter, is onjuist] , Dircx wijf vuyten Hage was, daer god die ziele of hebben moet. Dirk zal hebben: 1) alle goederen hem aangekomen van zijn vader Willem vuyten Hage, het zij van medegave of besterfte, 2) ¼ deel van de 5 campen land gelegen bij de Zomerwech, 3) de ½ van 35 schell sjaars op Reyner Doevensz huis en erf buten Scalcwykerpoirte in de ban van der Liede, 4) ⅛ deel van 1 nobel sjaars op de stad Haerlem. Zaelman zal hebben en behouden: 1) ¼ deel van de 5 campen bij de Zomerweg, 2) ½ van 35 sch sjaars op Reyner Doevenz huijs voirscr, 3) die zevendeyle van 1 nobel sjaars op der stede van Haerlem, 4) ¼ deel van het erve, brouton en schuer, staende op die Spaerne, belend zoals de brief inhoudt, 5) ¼ deel van een huis en erf in St Jansstrate, zoals de brief inhoudt, 6) ¼ deel van 11£ Holl sjaers op huse ende erven binnen Haerlem, 7) ¼ deel van 1£ sjaars op Jan Pietersz huis en erf ter Liede, 8) ¼ deel van 12 maden in de ban v.d. Liede buten Spaernwouderpoort, 9) ¼ deel van 10½ mat lants in de ban van der Nuwerkerk , 10) ¼ deel van een camp lants in de ban van Heemsteden ende is geheten "die Cabbroec", 11) in t Nuwelant ¼ deel van zevenachtendeel sadinghe, 12) in des grevensloot een campgen lant ende is geheten Janslant, 13) ¼ deel van een campgen lants daerbij ende is geheten Schovaertswerf, 14) ¼ deel van 4½ morgen gelegen ter Goudesluijs. Ende hiermede lyeden sij an beyden syden voers. van malcander gedeylt, geschift ende gescheyden te wesen van de erfnisse ende goede voers.

Willem Engbrechtsz en Doeve van Riedwijc, schepenen

1442-08-23 (1) |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 789

Jaartallenindex

schepenen in Dordrecht oorkonden dat Korstijn Claes Vossendochter die te manne heeft gehad Dirck Willemsz van den Woude, met een gecoren voogd, op die een syde, Jan van Bekesteyn van wege sijn wijff jvr Willem Dirck Willemsz voors. dochter ende Clementie Dirck Willemsz ende Korstynen voirs. dochter by borgemeesters van der stede, ende by Wouters hande van Bekesteijn als gemachtigde van Willem van Wouder der voors. Clementie oom en geboren voogd nae inhouden der stede van Haerlem open besegelde brieff, als tesamen erfgenamen van Dirck Willemsz van den Woude optie ander sijde, geschift en gescheiden hebben de voors. boedel, die Dirck en zijn vrouw Korstijne gemeen hadden. Jan van Bekesteijn ontvangt alle onroerende goederen gelegen in Noortholland en binnen de stad Haerlem, en Dircs klederen en harnasch, en nog gereed geld. Wouter van Bekesteyn Jans ontvangt 17½ Wilh Holl schilden sjaersop de stad Haerlem. Clementie Dircsdochter ontvangt alle renten en landen in het land van Putten, hierna beschreven: 1) 4½ Arn gld sjaers op Deliaen Waddensdochter land in de vrijheit van Geervliet, 2) 10 Beyerse schilden sjaers op 5 gemeten die men hiet Willem Mant, gelegen in t Nieuwelant van heer Simonshaven, 3) 9 Philip Bourg. schilden sjaars op 5 gemeten, bruict Willem Cornincsz, 4) 1 nobel sjaars op Willem die Waeijers en Willem Mants land in Spykenisse

Adriaen Ansensz, Hillebrant Kegelaer Jacobsz, Henrick van der Mijll Claesz en Cornelis Boot Aertsz, schepenen (met zegels)

1456-11-05 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 12

Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Jan Beth, Peter Harinc, Dirc Jansz, Jan Pouwelszoens drie zoenen, en Dirc Jansz als een voecht van Aef Jan Pouwelszoensdochter, sinen echten wive, gelieden dat sij geschift ende gescheiden zijn van alle die erfenisse ende gueden die hem angecomen ende upbesturven mogen wesen van Jan Pouwelsz, hoeren vader, Hillegont hoeren moder, ende van hoeren broderen sal. ged, in deser manieren ende voirwairden dat Jan Bath voirn. sal hebben ende behouden dese nabescreven gueden: 1) Osseven tot Yedamme, 2) Vrouweven tot Overleeck, 3) 8 R gld sjaers op Jacob Melyszoons houttuyne buyten die Nyewedykerpoirte, j.r.t.e.e.p, 4) 1 Ryns gld sjaers tot Purmer op Jan Hoghers. Peter Harinc sal hebben: 1) dat Krijt gelegen tot Broeck, 2) Grebbbersacker tot Broeck, 3) Aechteven gelegen tot Sonderdorp, 4) Aerdweer gelegen tot Ylpedam, 5) die Streng ende Jan Nannyncx hoeven tot Purmer ende 1½ sestiendeel sceeps an Heyn Gherytszoens cogge. Dirc Jansz zal hebben: 1) Zwaelkeven tot Ylpendamme, 2) ¼ deel van Didde Hardijs koeyen, 3) die Goere, 4) Lansmersweer, 5) Dirc Luijdijs lant tot Purmer, 6) die hoeven tot Purmer ant kerchof, 7) 2 hoeven onder Croentgijns huys, 8) Langewere tot Yedamme, 9) tot Purmer: Coppeven ende die Rode Camp. Item Dirc Jansz als een voogd van sinen wive Aef zal hebben: 1) een huis en erf aan de Wintmolenzijde te Amsterdam, 2) ¾ van Willem Heinenzoens lant, gelegen after 't gasthuijs, belast met 8 R gld, 3) 2 nobels sjaers op de stad, ter lossing, 4) 2 R gld sjaars after 't gasthuijs in die stege, die van Dirc Jansz gecomen sijn, 5) twee coeltuynen, 6) ⅛ deel van scipper Lemmen scip (vgl 1468-05-11)