14 resultaten
1426-01-05 | Limmen
Arch Abdij Egmond Inv no 404
Jaartallenindex
Meynaert Harckenzoen oorkondt dat de abt van Egmond hem kwijtscheldt en hem vernoegd en wel betaald heeft alles wat hij [Meynaert] nog te kort kwam en alle schulden die hij hem, met of zonder brieven, schuldig was. Ende des sullen die abt, convente etc voirg. hoir lant dat ic op die zeven aengesproken hadde ende ghewonnen mit rechte gheleghen in den ban van Lymmen vrij van mij weder moghen aentasten ende eyghenlic ende erfelic behouden sonder enijch toesegghen van mij off van yemant van mynen weghen. Daar hij zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Jan Jacobsz en Jan van Bakenesse voor hem te zegelen
zegel van Jan Jacobsz: 7 mereltjes geplaatst langs de schildrand, links 3, rechts 3, beneden 1. Boven in het midden langs de schildrand een 5 puntige ster; zegel van Jan van Bakenesse: een rechter schuinbalk beladen met 3 St Andrieskruisjes, links boven vergezeld van een 5 puntige ster
1376-06-06 |
Cartul St Jan Haarlem no 796
Haarlem Algemeen
scepene in Haerlem oorkonden dat broeder Jan van der Heyden met zijn momber Willaem Weent, dinghede als commandeur van St Jan te Haerlem, op mr Jan den glasemaker, dat deze laatste aan genoemd huis schuldig is 30 £ Holl "daer hem zijne claghe of wyst wert ghewonnen op hem ende op die 14½£ die hij zeide dat hij onder Pieter Willaemsz becommert heeft om dat mr Jan tot zijnre weer nijet en quam noch nyemant van zynre weghen, ende wert ghewijst te betalen binnen den 3e daghe wast hem te weten ghedaen als recht is, hij en mochtet weren met rechte"
Symon van Zaenden, Symon van der Scure en Symon van Ghervliet, schepenen
1495-05-05 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 80 regest 75
Jaartallenindex
Andries Claesz, schout in de ban van Heemskerk, oorkondt dat Lou Maertsz, buerman van Heemskerk, waarborg is geworden voor een huijs in de ban van Scoerl, noord: Gheryt Garbrantsz, zuid: Pieter Roel, oost: Dirc Eijltgesz. Welc huijs Symon van Zanen [aan] Heijnric Snel vercoft heeft om 4 R gld des jaars en 2 gouden R g sjaars die daarop te pachte staan. Welck huys en erve Fye Lou Maertszdochter en des voirs. Symons van Zanens weduwe met haar kinderen die zij bij Symon van Zanen ghewonnen heeft, haer kent met Lou Maertsz hoir voichts hant ende met Claes van Zanen haers kinderen voogds hant, van dit voors. huijs wel betaelt te wesen. Lou Maertsz treedt op als borg voor zijn dochter voor de vrijwaring
Ysbrant Pietersz en Willem van Veen, schepenen en tuygen
1469-12-22 |
G.A. Haarlem N 184 fol 23/Cartul Leprooshuis Haarlem
Jaartallenindex
Willem Willemsz, schout tot Tetrode ende tot Aelbrechtsberghe, oorkondt dat Pieter Aelbrechtsz aanspraak maakte op een stuk lands gelegen in den ban van Tetrode als een Goedshuys ende sieckmeesters etc op enen geheten Jan Jansz, baeliu ende rentemeester van Brederode, welck voirs. lant toebehoirde Machtelt Jan Brabanders weduwe, belent zuid: Jan Lottynsz laen, noord: Jan Jansz voirs. selve, west: die wildernisse, oost: Jan Bouwens. Ende Pieter Aelbrechtsz als een sieckmeester heeft zyn nootroft op dat voirs. lant ghewonnen gheliken dat na den recht van den lande behoirt. Daar Jan Jansz op den derden dag niet verscheen, werd gewezen dat hij mit allen recht vellich was etc. Hij wordt vervolgens uit het land gewezen (vgl 1470 des Vrydags na St Jacobsdach apostel, 1465-06-10)
Jan Willem Vroechdenburchszoen ende Gheryt Jansz, schuijtemaker, schepenen van Tetrode
1416-05-28 | Steloe
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 97v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"Desen brief is doorgestoken den brief voirs. ende is die 4e brief van dezen 3 sesteren rogs voors, ende daer Jacob myns heren zoen desen rogge ons mede gewonnen heeft". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Jacob myns herenzone als voocht en momber van het Carthuizer convent bij St Geerdenberg, voir ons ghewonnen heeft mit vonnisse en met recht 3 zesteren rogs erfelyke pacht, die welke onse lieve here heer Willem here tot Oesterhout was in voorleden tyt beset en gegeven heeft in salicheyde zyner ziele en in rechter testament, aan der Godshuse en convent voirs. te heffen jaerlyks en erflyc op huysinge hoeveninge en erve tot Steloe, daer Gheryt Gherytsz nu op woent, houdende 16 morgen, zoals de doorgestoken brief dat inhout
Zebrecht Zebrechtsz en Roelof Staesenz, schepenen
1460-12-16 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 134
Jaartallenindex
Claes Goetgensz wonende te Ursem oorkondt dat hij verkocht heeft aan Gelis Meijnartsz als oom en voogd tot behoef van Pieter Meynartsz zyn broeders twee kinderen, die zijn broeder voors. ghewonnen heeft bij zijn vrouw Aechte Gherrit Symonszdochter, dien Godt genadich zij, namelick geheten Pieter en Duijve tezamen, 2 g. Wilh sc. op een zate lands, groot 7 maden en op het huis datter huden sdaechs op staet, gheleghen in den banne van Ursemme, ende is gheheten die Bloocken ende dat Schaeplant, ende belent hebben noord: Gelis Meynartsz voors, west: Adriaen Martensz. Daar Claes Goetgesz voors. zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Joost Jacobsz en Claes Gherritsz voor hem te zegelen. Onder staat: Dese bovengescreven pacht in Ursem is anno 1570 offgecoft, daeromme deurgeslagen. [het stuk is doorgehaald]
getuigen: comen Pieter Jansz en Dirrick Claesz bontwercker
1485-01-27 |
Cartul St Jan Haarlem no 1119
Jaartallenindex
Huighe Huighez van Zwieten, schout in het ambacht van Zoeterwoude, oorkondt dat Jan Eylairtsz, Alewyn Jansz en Ewout Jansz als voogden van Jan Eylaertsz weeskinderen ghewonnen bij Aechte Dirxdochter Jan Eylaertszoons wijf was, erkennen verkocht te hebben aan joncfrou Janna Jan Willemszoons weduwij, een woeninghe mit barghe, boemen ende potinghe daeropstaende, mit een stucke lants ende een lapthgin lants dair tot die voers woninghe behorende, ende is tesamen 3 morghen lants gelegen in het voorn. ambacht. Daerof dat dat stuck lants voers mit die woninghe daerop staende beleghen heeft oost: die Vliet, zuid: coman Dirck Gerytsz ende den H. Geest van Zoeterwoude, west: Dirck Willemsz, noord: den nuwen wech. Ende dat voirs laptgen lants heeft beleghen oost: Dirck Willemsz, west: den oude Zwette, zuid: Johannes die coster van Zoeterwoude, noord: Pieter Jansz en Jan Alewynsz ende Ewout voerscr lovede samentliken als voichden etc vrijwaring. Getuigen: Dirck Clais en Geryt Woutersz, buerluiden in den voors. ambacht. Clais Ghysbrechtsz treedt op als waarborg voor de genoemde voogden
Lockhorst, van~ | 1546-04-02
R.A.H. Recht Arch no 2932 fol 10
Achternamenindex
Janitgen Bouwenshuysvrou was mit Peter Hijnensz die kinderen haer outoem is vertegen van hair kinderen die zij bij haer man Bouwen ghewonnen heeft. In manieren ende vorwerden dat die weeskynderen zullen behouden dat huys in die Sclijestraat, belend aen die OZ Jacob Ruijs die brouwer, ende aen die WZ Elbert Bruynincxz; 1557-01-29: item weesmeesters hebben geconsenteerd Jannitgen dese kinder moeder 5 gold te borgen upten erfenissse der kinderen verschenen van Peter Heynensz der kinderen oem was tot Gheryt Jansz Cuyper; item noch 5 gld geconsenteert aen Gheryt Jansz voornoemd; 1558-01-29: weesmeesters hebben geconsenteerd dat Grietgen Bouwen Jansz naegelaten dochtertgen heeft upgedragen Griete Borren heuren aenpart van de erfenisse van Peter Heynensz, haren oem, bedragende 5 gld
zonder naam, wel tussen Lochorst
1386-06-16 |
R.A.H. 45 fol 403v, 404/Reg Albrecht IV fol 236, 236v, 237
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht oorkondt dat Dirc van Bakenesse makede mit onser hand bi wille ende consente van ons na synre doet Jan van Bakenesse, sinen jongheren soen, bi consente ende vrien wille Dircs van Bakenesse, sijns outsten zoens, 5 campen lants tesamen houdende omtrent 7 marghen luttel min of meer, ligghende bi Haerlem in den Corenveen aen Heeren Gherijtslane mitter selver lane die daer toe behoert, welc lant ende lane Dirc van Bakenesse, der voornoemden kinderen vader van ons hout. Ende Jan voers. sal dit voernoemde lant ende lane na Dirx sijns vaders doet van ons houden in allen manieren ende in alsulken rechte als Dirc, der kinder vader, nu van ons hout. Sterft Jan zonder wettige zoon, dan zal dit land comen op Dirc zijn broeder voorn, of op sinen soen wittelic ghewonnen, ende also voert van grade te grade na inhout sulker brieve als hi daer of heeft. Ten zelven dage maakt Dirk van Bakenesse zijne echtgenoote Lijsbeth de mindere helft van al zijn leengoed in lijftocht
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 495
Jaartallenindex
vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden", in margine: den dijck bepaelt in t jaer MCCCCLXXVI: 104) die abt van St Pouwel, 28 roeden, belend beneden: Willem Wijnaltsz, boven: die buer van Lyenden; 105) 35 roeden dycks, beneden: die capelle van Veerhusen, boven: Wemmers kinder van der Weij; 106) 4 roeden, boven: Hubrecht Foijert, beneden: Jan Lijster en Griet Willam Vonckendochter; 107) 37 roeden, boven en beneden: Ludolf Arntsz; 108) 3 roeden, boven en beneden: Geryt van Beijnem; 109) 28 roeden gemeen mit de heerlijkheid van Lyenden, beneden: Willam Vastertsz, boven: die papensteghe die die naburen van Lijenden gesamentlijk houden. Welke voers. dijc Jan van Brakel nu ter tijt op hem genomen heeft, op Sinte Lambertsdach anno 1476. Item onsen dijck boven bestaet in dachhueren 4 roeden 15 dachhueren, facit 31st, behalve ons self dienre dat wij an ons selven hielden, 4 stuver bestaet te wynckoep; item onse knechten die wij ghewonnen hadden in dachhueren verteert 25 stuver; item verteert ende vervoedert voir mij selven ende den kelner ende hij Hilbrant 48 stuver; item noch den enen die in dachhueren mit den die verdingt hadde Joest te doen, ghescenct 1 stuver; item noch van den overloep van der maten des verdingden dijcks, 16 roeden gegeven 6 stuver. Facit somma 16 R gld 11st