1462-03-07 |

Cartul Reg St Jan Heiloo fol 200v

Jaartallenindex

Michiel Vredericxzoen, scout in den ambocht van Heyligheloe, oorkondt dat Dirc Screvel, Wybrant Nanninczen ende Otte Rembrantzen als gasthuysmeesters van Alcmaer verkocht hebben aan de Reg. van St Willebrortsklooster te Heyligheloe buten Alcmaer, alsulke ewighe pacht als si staende hadden op dat convent voorsz, dats te weten een ouden Reynaldus Aernhems gulden des jaers jairlixe renten

als tughe: Heer Valke Jacobsz, priester in Alcmaer, Jacob Godevaertsz ende Gheryt Jansz die stilgancmaker, porters van Alcmaer

1473-10-28 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 140/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 15

Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat broeder Claes Dircxz, priester en rector, Alijt Philipsdochter, priores van het Zylklooster aldaar, met haar voogd Coenraet Claesz, gelieden schuldig te zijn aan Alijt Jan Betten weduwe 10 g. Wilh sc sjaars, tot 21 witte stuvers 't stuck gerekent, jairlixe lyftocht ende rente, der voirs. Alijs leven lanck gedurende ende niet langher

Wouter van Bekestein ende Pieter Thomaesz, schepenen

1449-11-24 | Velsen

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 75/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 67

Jaartallenindex

Willem Pelgrijmsz, scout te Velsen, oorkondt dat coman Dirc Sijmonsz als vader ende momber Ghijsbrechts ende Katherinen sijnre kinderen, geliede dat hij verkocht heeft aan het Zylklooster te Haarlem, 2 g.g. Vrancr cronen en 1 g.g. Wilh scilde Hollants, jairlixe renten staende op een stuc lants gelegen in den ban van Velsen bij die kerc op die meer, belent zooals de principaelbrief inhoudt, welke renten hem aangekomen zijn van Lysbet Ghijsbrecht Dircxzoens wijf, haer oudemoeder

1461-03-05 | Beverwijk

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 212

Jaartallenindex

schepenen in Beverwijck oorkonden dat heer Symon Pietersz, confessor en rector der Regularissen ende Nonnen thoe Nazareth in Beverwyck woenachtich ende geseten, mit Floris van Poelenberch als voecht ende mombair van hem ende den Regularissen voors, tbv genoemd klooster, gehuyert ende gepacht heeft een eewyge erffpachte tegens Elisabeth vuyten Camp Willems weduwe uten Camp, den wech an die noertzyde van den clooster gelegen mit een acker landts utgaende ende streckende an den Seewech, die belent hebben die Regularissen an beyden zyden, jairlixe om II £ Holl comans gelts

Ghijsbrecht Dircxz en Jan Bertelmeesz, schepenen

1442-06-06 |

Reg H. Geest Naaldwijk fol 33/Copie v.d. Marel p 70

Jaartallenindex

starf Phillips van Rijn te Delf haestelick ende besprack voir zyn doot den H. Gheest tot Naeldwyck 1 £ s jaers, dat hij leggende hadde op die Noertgheest in Jacob Aertsts woninge. Welke pont jaers voirs. Gerrit Jan Gomansz naezaet van Jacob Aerst bewesen heeft jairlixe te ontvangen van 1½ morgen lants gelegen op die Noertgheest niet dair voir op staende dan 1 R gld die dair op heeft dat cloester ter Lee. Ende hebben beleghen zuid: dat capittel van Naeldwyck, oost: Gerrit Claesz, noord: Heer Henric van Naeldwyck ende Dirc Dircz van Beest, west: Gerrit Jan Gomanz selve

1442-03-06 | Zaandam

G.A. Amsterdam Inv B.W. no 576c regest 365/Cartul Carth Amsterdam fol 44v

Jaartallenindex

schout, burgemeesters en schepenen van Amsterdam oorkonden dat onse medepoirteresse Aechte Jan die Mans weduwe met hun consent heeft kwijtgescholden aan haar zoon mr Reijnier Jan die Mansz, voor zijns vaders erfdeel: Eerst ½ van een stuk lands geheten Visschers Venne gelegen tot Zanderdam, welke helft van den stucke lants voirscr jairlixe te renten gheldet 7 g.g. Wilh. Holl sc. Item noch een stucke lants dat geheten is Haligervenne, oic ghelegen tot Zanderdam, ende gheldet jairlix renten 5 g.g.g Wilh. Holl scilde. Ende daertoe 15 gouden Overlantse Coirvorster Rynse gulden jairlixer renten tot mr Reyner lyve toe op die goede stede van Harlem, ghelijc die proper brieff dareaff beseghelt mitten voirsz stedezegel van Harlem volcomelic inhout ende begrypt etc

1469-03-10 |

Reg H. Geest Naaldwijk fol 74/Copie v.d. Marel p 147a

Jaartallenindex

Beatris Willem Florisz wedewy oorkondt dat zij om salicheijt Willem Florisz zyel die God genadich zij, ende myn ziel, gegeven hebbe ende geve den H. Geest tot Naeldwijk ½ van eenre morgen lants daer die wederhelft mi mit minen kinderen toebehoert, gelegen in den ambacht van Wateringe, belend oost: Jan Dircxz tot Leijden, west: die H. Geest in de Lijer, zuid: die Broeckwech, noord: die dijckwal. De H. Geestmeesters sullen jairlixe den armen delen op onse jaergetide ende de capittel tot Naeldwyk jaerlixe uyt reyke 10 sc tot ons beijder ewighe memorie ende die kerkc 2 sc tot 3 waskaersen ende die coster 1 sch. Item Beatrijs voirs. heeft gemaect noch een hont lant van de voirs. morgen, aldus soe heeft die H. Geest 4 hont

mr Vrank Willemsz, deken, ende mr Jacob Storm, pastoer van Naeldwijck zegelen voor haar

1458-03-23 (1457) | Oesdom

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 39/Reg Principum fol 31

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Jan van der Coulster hem te kennen gegeven heeft dat hij met de ambachtsheerlijkheid van Oesdem, die hij ten onversterfelijke erfleen houdt, eveneens houdt de daartoe behoorende thijnse binnen dat ambacht, en nog een thijns genoemd St Martynstijns, streckende eensdeels buten den voirs. ambocht, ende dairtoe die Vroonscoude, altsamen wairdich wesende ende geldende 3£ 6 schell sjaars (t pond voor 40 groten gerekend), ende dat hij dairmede vele moeynisse heeft om die jairlixe te innen, mits dattet veel personen schuldig zijn. Hij verzoekt nu dat hem deze renten ten vrijen eigen gegeven worden om die te kunnen verkoopen, mits dat hem noot ende behoeflic is die te vercoopen om sijn schulde dairmede te betalen. De hertog voldoet aan dit verzoek tegen betaling van 20£ van 40 groten

1488-10-19 |

G.A. Haarlem Inv I no 1589 Lade S/Arch H. Geest Haarlem

Jaartallenindex

schepenen in Spanbroeck oorkonden dat Jacob Thymansz, poorter in Haerlem, gegeven heeft aan de H. Geest te Haarlem ter uitvoering van het testament van zijn vrouw Aechte Diricsdochter: 1) een pachtbrief van 8 R gld current jairlixe erfrenten sprekende op Allert Pietersz Koeijter, Pieter Allertsz, zyn zoon en Margriet, zijn dochter, hoirluyder goeden, dair over gheweest hebben als scepenen Clement Pietersz ende Willem Jansz, ende is ghemaect op 1482-05-18; 2) een pachtbrief van 5 g R gld sjaars, die Jacob Thymansz gecoft heeft van Jan Pietersz van Gysp, poorter te Hoorn, daarover geweest zijn als schepenen Oeftet Pietersz en Jan Claesz, gemaect op 1458-12-31; 3) alle rechtsvorderingen, verschenen pachten etc hetsij custinghe, van dycken of dyckaedsen, paelgelt, lantscot, alle dat ruytergelt, de grafelyke bede, en alle toezeggen die Jacob voors. hebben mag op Allart Pietersz en diens zoon en dochter

Clemens Pietersz [zegel: een klaverblad van 3), Dirc Oelfsz en Jan Dircsz Soeij [er ?], schepenen; voor de laatste twee zegelt Gheryt Claesz die Boel (een roos ?)

1462-04-07 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 628/Arch Nieuwe Nonnen Amsterdam

Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt dat ic geloift hebbe etc wairt sake dat Willem die bastert van Haemstede, mijn zwager, of ijemant van sine wegen, Anthonie syn dochter of den cloester der Canonissen te St Dyonisius binnen Amsterdam dat men hiet ter Lely, daer Anthonia mijn suter dochter voirn. nu ter tijt in woent, hinderlic waer an die 3£ g. jairlixe lijfrenten t ontfangen van die stede van Zericzee, en dat Willem voorn. die wilde opeischen ende ontfangen, ende Anthonie sijn dochter of den cloester voirn. of woude wisen ende vercorten overmits een condici die in der stedebrief van die voirscr lijfrenten intersereert ende ghescreven staet, als dat Willem die renten jairlix self soude mogen boren of hi woude, soe soude ick Anthonijs Willemsz voirn. Anthonie mijnre nijchten of den cloester ter Lely voirn. of den houder des briefs die 3£ g voirs. self van minen gueden jairlix uut reiken alsoe lange als mijn nichte Anthonia in levende live sel wesen ende niet langher. Zegel van Anthonijs Willemsz: een klimmende leeuw