Bedoelde u soms?
kwestie | kwestiee

10 resultaten

1510-04-11 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1097, 1098
Jaartallenindex

Ysaac Aelwijnsz, pastoor van de St Anthonyskerk van Buscoop, Ghijsbrecht Symonsz en Clemment Claesz, kerkmeesters, Gheryt Claesz, schout van Buscoop, Lyclaes Herpertsz, Herman Heynricsz en Jan Pietersz, buren van Buscoop, dragen de kwesties over de dagelijkse offeranden en inkomsten van St Antonys ter beslissing op aan de abt van St Pouwels als collator van de kerk, en aan de abdis van Rynsburg als vrouwe van Boscoop, die tegelijk uitspraak doen

Breuckel, van | 1540

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 382
Achternamenindex

Reyer Jansz van Breuckel, poorter van Utrecht, bezat in de heerlijkheid Jaarsveld 28 ½ morgen land, waarvan hij over 1 ½ morgen in geschil was met jvr Hillegond weduwe van Gysbert van Hemert (1533); het gerecht van Ysselsteyn adviseerde ten nadele van Reyer, hun advies werd door het gerecht van Jaarsveld gevolgd, daarna verdere kwesties

1533-01-09 (1532) |

R.A.H. Coll Aanw 245 fol 320v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

Thomas Thomasz, poorter van Alcmaer, heeft bij request te kennen gegeven dat zijn vrouw enige tijd geleden overleden is, en hun zoon, 9 jaar oud, nagelaten heeft goederen bij Schagen. Dat Thomas toen voogd werd over zijn zoon en diens goederen, en dat er zich regelmatig kwesties voordoen waar hij geen verstand van heeft. Cornelis Gherytsz, poorter van Alkmaar "die alomme in den lande veel te doen heeft" is bereid om niet de voogdij op zich te nemen. Het Hof nomineert hem tot mede-voogd

1562-12-30 [er staat 'LX]

folio 207 CXCIV 1557-1562
Transportregister Haarlem

Symon Ruijchaver verkoopt Harman Gerritsz, linnenwever, een huis en erf in de Hagestraat, an d'een zyde: St Jacobsgasthuys, Henric Coning, Cornelis Evertsz grote Cruijs en Jan van Gryecken tesamen, an d'ander: Symon Ruychaver zelve, streckende achter an mr Willem de barbyers weduwe. Met de bruickwaar van een stege daar bezyden en de eigendom van ½ put. Alle kwesties ter zake van sceydinge van den heyninge van den erve van desen huys en van de Vuyle beke komen voortaan ten laste van Harman en niet van Symon. Koopsom 300 Kar gld

1452-02-19 (1451) | o.a. Haarlem, Heemstede, Zandvoort

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 19/Reg Principum fol 16
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat onse lieve ende getruwe Reynout heere van Brederode te kennen gegeven heeft dat int jaar 1430 vrouwe Jacoba van Beyeren joncfr. Margriete van Steyn Willems van Brederode, zyns ooms wijf, bij opdracht van heer Lodewyc bastairt van Holland, voor haar leven beleend met al de heerlykheden, goeden, ambochten, tienden, wilt, wildernis, wintval, weyde van beesten etc, gelegen op die suytsyde van Hairlemmerwech die men gemeenlyck heyt den Zijlwech, recht op gaende duer dat Swarte Velt tot an der Zee toe, ende van den noortsyde van Santvoert alsoe voort, met de smaltienden van Heemstede etc. Hierover waren kwesties gerezen. Reynout wordt er nu mee beleend, onder voorwaarde dat hij bewijst dat zyn moye joffr. Margriet en heer Lodewijk of zijn ouders die alzoo gebruikt hebben

Coebel | 1546-1554

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 492
Achternamenindex

Dirk Coebel van der Loo, wonende in den Haag, begon een calkoven te bouwen aan de westzijde van de weg van Leiden naar den Haag; klacht van Leiden bij de landvoogd dd 1546-03-27; het Hof wees een commissaris aan die 1546-04-05 beval de bouw te staken, maar de bouw was reeds klaar. Toen verbod om kalk te produceren; 1546-07-19: vernietigde het Hof dit verbod; vele kwesties en uitspraken; 1551-12-22: bepaalde het Hof, geen kalk branden binnen 1000 roeden; voor het afbreken eiste Dirk 450 gld, Leiden bood 200 gld, met consent om de oven als steenbakkerij te gebruiken

1530-03-26 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2742
Jaartallenindex

sententie van de Grote Raad van Mechelen in het proces tussen Procureur-Generaal contra Jan van Silly, heer van Schoudee en Assemansbroeke [of Broeke, voormalig dorp op Zuid Beveland], Jan Cornelisz klerk en kerkmeester en Hubrecht Cornelis Symonsz e.a. Er was tussen verweerders en Guydo van Bloys een proces voor het Hof van Holland ontstaan over de verwijdering door verweerders van een graftombe die Guydo in de kerk van Assemansbroeke (verdronken land van Reimerswaal) voor zich en zijn vrouw had laten oprichten. Jan van Silly had zich als patroon van de kerk gevoegd bij verweerders. Hij beriep zich op de door de deken van Zuid-Beveland verleende toestemming tot het weghalen van het grafmonument dat door zijn plaatsing een obstakel voor de godsdienstplechtigheden zou betekenen. Het Hof veroordeelde verweerders tot terugplaatsing van de zerk en schadevergoeding. Hiervan gingen zij in appel. Tijdens het proces voor de Grote Raad diende de Proc. Gen. een eis in tegen verweerders tot verbanning en confiscatie van hun goederen. De Grote Raad velde in 1530 vonnis in beide kwesties, de sententie van het Hof van Holland werd bekrachtigt en tevens werd een boete opgelegd

1561-01-31 (1560) |

G.A. Haarlem Inv I no 1621 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat H. Geestmeesters en Leproosmeesters aldaar, Wouter van Bekesteyn voor zichzelf, Christoffel van Schagen, Aelbrecht van Schagen en Jorys van Treslonge als man en voogd van Aeff van Schagen, vervangende gezamenlijk heuren broeder Joost van Schagen, erfgenamen van wijlen hun vader Johan van Schagen, ende Frans Jansz Kies mede voor zichzelven, erkennen dat zij om kwesties te vermijden een overeenkomst hebben gesloten over de notwegen die eenige landen en boomgaerden hier voortijts plagen te hebben over een laan genaamd de Renlaen, streckende van de Cruijswech tot aen de voorn. Bekesteijns bleeckvelt, die eensdeels wijlen Johan van Schagen, de Leproosmeesters en de H. Geestmeesters aan hun land geannexeert hebben. Bekesteyns bleeckvelt zal voortaan zijn noodweg over Jan van Schagens land hebben, ende dat aen de zuidzijde langs de Delft ofte Vreesloet [Breesloet] naer der stede cingel, ende sal Bekesteyn voors. zyn heyninge aen de noordzijde van zijn land gelegen aen de Cruyswech stellen op de mercken die daer nu gesteecken zyn, ende sal Frans Jansz Kies voers. de beste van de voors. Renlaen aen zijn lant mogen annexeren, mits dat hij gedoegen en lyden sal dat t land van de H. Geest daerover zyn notwech hebben sal etc. Met gekleurde situatie tekening

Jan Mathysz en Jan van Zuyeren (zegel: beurtelings gekanteelde dwarsbalk), schepenen; Cornelis Willemsz, Adriaen Pietersz van Hoorn, Joost Arentsz van Zouwen en Arent Jansz, H. Geestmeesters; Bertholmomeus Jacobsz, Jan Adriaensz Lou, Gerryt van der Laen en Pieter Jansz Kies, Leproosmeesters

1585-11-30

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 78
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen etc oorkonden dat de broers Claes Pietersz Doeren en Borrit Pietersz Dornen, en Nanning Jansz Deijman als man en voogd van Gryetgen Doren Pietersdochter, zuster van Claes en Borrit, allen poorters van Haerlem, om alle onenigheid en kwesties die tussen hen zouden kunnen rijzen te voorkomen over de gemeenschap die zij tesamen hadden, ende een zeker stuk land in de ban van Overveen, groot bij meting van mr Pieter Bruijning 2062 roeden 3 voeten. Zij verdelen dit land: a) Claes zal hebben voor zijn ⅓ deel de noordzijde van dit land, b) Nanning het middelste deel, c) Borrit de zuidzijde, elx in die groete van 687 roeden. Claes zal een notweg hebben over het land van Nanning. Ingeplakt: op huyden den 21 Febr 1606 compareerde voor mij Balthazar Cornelisz, schout van Tetrode, Adryaen Willemsz secretaris van Haerlem, ende heeft voor mijn verklaart van een bor[g]tochtbrief gepasseert was ten behoeve van de voors. Aeryaen Willemsz op eenen Borrit Pietersz Dooren op t lant nu toebehorende Jacob Jansz tot Hamburch, gecasseert was en voor nul gehouden. Actum op datum als boven. Ende was gepasseerd in den jare 1588 bij Dirck van Batneburch, schout aldaar

Dirck van Bronchorst van Batenburg, schout, Jan Pietersz Kueijer en Gerrit Dircksz Slinck, schepenen

1543-09-20 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 59v
Jaartallenindex

Willem heer van Schagen verklaart dat zijn moeder Cateryna van Schagen en zijn andere broer, en zijn zwager Joris van Treslongue, omme hem te helpen totte voors. heerlycheyt van Schagen wylen vrouwe Josyna vrouwe van Schagen recht voor haar overlijden beloofd hebben 400 Kar gld per jaar, ter losse den penn. 18, waarvan Josyna 200 Kar gld gemaakt heeft aan Johanna van Schagen, weduwe Gysbrecht van Schoten, en de andere 200 gld aan Frans en Eernst van Nieuwenrode. Om kwesties te voorkomen, te weten dat die Janne van Schagen behouden soude 300 Kar gld, ter losse den penn. 18, en die voors. van Nieuwenroode 150 Kar gld, welverstaande dat die eerste 400 gld daer in begrepen en gecompenseert soude zijn, en dat zijn moeder, broers en zwager bovendien nog beloofd hebben: aan mr Claas van Castricum en mr Jan in 't Haentgen, doctor in de medicynen, elk een rente van 15 Kar gld, ook ter losse den penning 16 [!]. Hun ouders beloofden Aechte Michielsdochter haar leven lang een rente van 60 Kar gld. Dat ook wijlen Jan van Schagen omme te voldoen alzulke 200 gld eens als hij vrouwe Josyna belooft had, vercoft hadde den H. Geest binnen Haarlem een rente van 60 Kar gld, ter losse den penn. 18, voor alle welcke renten zijn broers en zwager verobligeert staan ende onredelycken ware dat deze renten souden komen tot heurluyder laste, alsoo die alleenlycken geconstitueerd zijn omme te consequeren die voors. heerlijkheid ende tot profyt van hem comparant ende niemand anders, soo is het dat hij comparant belooft zijn moeder, broeders en zwager an al die renten schadeloos te houden, onder verband van zijn heerlijkheid van Schagen. Hij draagt zijn moeder Catharyne van Schagen de voors. renten uit zijn heerlijkheid op met het verzoek haar daarmede te belenen (vgl 1544-03-04)

bezegeld door Goodschalck van Winsen, Floris van Pallaes, Jan Ruysch, leenmannen van Holland