9 resultaten

Montens |

Batavia Illustrata bl 1043
Achternamenindex

genoemd: Catharina Montens x Iman van Zuytland

Montens | 1549

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 470
Achternamenindex

wijlen Maria Montens weduwe van Ymant Cornelisz, twee kinderen: Lysbeth en Cornelis; de weeskamer van Zierikzee wilde zich belasten met het beheer, de voogden stelden dat de kinderen jarenlang met hun ouders in Breda gewoond hadden, en dat dus de weeskamer van Breda bevoegd was

Hogendorp, van | 1596-09-28

G.A. Amsterdam DTB 762A fol 41v
Achternamenindex

huwelijksgeboden te Amsterdam: Sebert Montens, weduwnaar van Heijlken Jansdochter, wonende in de Warmoesstraat met Margriete Haeijs, weduwe van Cornelis van Hoogendorp, wonende in den Hage

1564-09 (3) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 25/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schoutet in den ambacht van Drimmelen van de heer van Nassau en heemraden aldaar oorkonden dat Alyd Jacobsdochter, weduwe Adriaen Aertsz met haar gecoren voogd, en heer Reyner Ariaen Artsz, priester, met zijn gecoren voogd, met zijn broeders Art ende Jacop, deszelfs Adriaen Artsz zonen, overgaven aan Cornelis Heijsz, ½ van een weer lants gelegen in den ambacht van Drimmelen, in Kyfhoeck, gemeen en onderdeelt met Wouter Mathysz. De welke Adriaen Aertsz vercregen hadde bij coop van de erfgenamen van Merten Anthonisz, zuid: enige van de erfgenamen van Henrick Montens met haar erven, noord: de Chartreusen buiten St Geerdenbergen met haar erve, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyck die weeren aen beide zyden strecken. Gaven mede over ½ van een stuk lands, liggende onverdeelt mette voors. Wouter Mathysz, in Kyfhoeck, noord: Henrick Montens erfgenamen met erve dat zij verkregen hebben van wijlen Goyaert Anthonisz, zuid: de Chartreusen, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyk die weeren aan weerssyden strecken. De voorn. weduwe en kinderen beloven Cornelis Heijs vrijwaring. Nota: dit land is ons over getransporteerd van deselve Cornelis Heijs in der tyt wesende onze rentmeester die hetzelve tbv het convent cofte

bezegeld door Michiel Petersz, als schoutet en tevens ter bede van de heemraden

Wyffliet, van | 1508-03-05 (1507)

Taxandria jg 9 p 189
Achternamenindex

Henrick Montens ontving 10 cronen tbv jvr Lysbetthe vrouw van Anthony Arnt Maessen, vrouwe van Kesseninge, bij dode van Jehanna van der Meerweyde, een woning geheten de Borchst met toebehoren, binnen het land van Breda (vererfd op de van Malsens van Kessenich)

Dongen, van | 1611-11-01

Schepenregister Breda 821 nieuw: 510 fol 143v
Achternamenindex

Adriane Cornelis Belgiaertsdochter met haar man en voogd Cornelis Berthelmeus Jansz van Dongen heeft verkocht aan Jann Jansz van Diesschen een stuk weide omtrent een bunder gelegen te Teteringen bij de grote kapel, belend oost: Jann kopers andere erve, hem van te voren toebehorend, zuid: Anneken Montens erve, west: Janne de kopers erve en Claes Wouter Bouwens erfgenamen erve, noord: Dielis Jan Schoenmakers erfgenamen erve

Wyffliet, van | 1507-03-05~(1508~)

Taxandria jg 38 p 5, 51
Achternamenindex

leenregister Brabant, Burgst: "Henrick Montens 5 Marcii anno 1507 tot behoef van Jouff Lysebethen Anth. Arnt Maesz van Wytfliet dochter, vrouwe van Kesseninghe, bij doode wylen Jouffr. Jehanne van der Meerweijden"; 1539-12-20: Jacop de Wilde beleend, bij dode van zijn grootmoeder Lysbette (niet onmogelijk is dat Jan de Wilde heer van Kessenich gehuwd was met Lysbeth van Wyffliet, waaruit Anthonis de vader van Jacob de Wilde, die in 1539 met Burgst wordt beleend)

1564-09-09 (1) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 24v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

Michiel Pietersz, schout in den ambacht van Drimmelen, myns genad. heren des princen van Orangien, en heemraders aldaar oorkonden dat heer Erasmus de Vrome, prior van de Sartroysen buiten St Geerdenberg, voor hem en zijn convent met Cornelis Heijs als zijn gecoren voocht, ter eenre en Wouter Mathysz ter andere zijde. Zij oorkonden dat zij met elkander gemangelt hebben erve om erve, lant om lant, de een gelegen inden ambacht van Drimmelen ende de ander erve in den ambacht van Stanthasen. Wouter Mathysz geeft aan het convent ½ van een weer land gelegen in het ambacht van Drimmelen in Kyffhoeck, gemeen en onderdeeld met de erfgenamen van wijlen Adriaen Aertsz en dewelke deselve Adriaen Aertsz bij coop vercregen had van de erfgenamen van wijlen Merten Anthonisz die t selve weer lants met den voors. Wouter Mathys onverdeelt had, zuid: Domis Paijmans met zijn erve en nu van Montens erfgenamen, noord: de Chartroisen met ander erve, west: streckende ter halver vaert toe, oost: streckende gelyk die weeren an weerszyden. Ende hij gaf nog over den voors. convent ½ van een stuk land liggende onderdeelt als voren, noord: de erfgenamen van Henrick Montensz erve, dat zij vercregen hebben van Goyaert Anthonisz, zuid: dezelve Chartreusen, streckende ook ter halver vaart toe, oost: de weeren aen weersyden. Wouter Mathysz belooft vrijwaring en stelt dit land als onderpand (vgl 1518-07-17, 1534)

1427-08-12 | Breda

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 4v-6/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

notaris Wilhemus Hagen de Beke, presbiter etc, instrumenteert het testament van Heylwigis filia Jacobi Fabri, weduwe van Chrispianus dictus de Helmont [in de akte wordt zij ook genoemd Heylwich Jacob Smeedtsdochter, weduwe van Corstiaen van Helmondt]. Zij maakt legaten aan St Lambrecht, den nonnen, St Janscapelle, Merckendale, de coster van Breda, de 5 terminariu (?) ende daertoe Lynkens Focht [?]. Al het verdere uit haar eerder testament herroept zij. Item sy beset Lysbetten haere zuster dochter vyff kinderen elk van hen 2 R gld eens. Item beset zij Stynken Meeus Blarincx bastaertdochter 2 R gld. Aan de huisarmen te Breda 25 Beyers gld. Aan de Carthuizers bij St Geerdenberg, daer heer Zeeger, haers broeders zoon, professie dede: drie zester rogs erfelyk op die hoeve t Ulendonck, ende 1 zester rog erfelyk op Meeus Tijt (!), en 7½ schell gr erfelijk op Noeyden Buijcx huys behoudelyk haar zuster Lysbeth haar tocht in twee zester rogs op die hoeve t Ulendinck ende in dat zester rogs op Meeus Tieck voirs. Ende haar broeder Jan die Vriese zijn tocht in dat derde zester rogs op Ulendonck ende in dat zester rogs op Meeus Tieck voirs. Sterft Jan voor zijn vrouw, zo wil Heylwich dat Jans wyf haar tocht behoudt in dat zester rogs op Ulendonk. Ende bezet zij haar nichte Lysken, Jans Vriesendochter, 1 zester rogs erfelyk op Heijn Symonsz goet. Item 12½ lopen en een halster rogs erfelyk op Hanneken Vos goet. Item een halster rogs erfelyk op Lambrechts goet, des persoenres zwager van Oesterhout. Item ¼ deel rogs erfelyk op Heyn Yselen. Item op Heyn die Coc een halster rogs erfelyk. Item tot Hosenhout een halster rogs erfelijk. Item 6 schell gr erfelyk op die Slotel, behoudelyc haar broeder Jan zijn tocht in die rogge voirs. Ende Jans wijve haer tocht in 2 zester rogs van die pacht indien zij langer leeft dan haar man Jan. Waer dat sake dat Lysken voirs. bagyn worde off bleve in werlycke stade ende sturve sonder wittich oir na te laten, so wil Heylwich dat die erfelykheid voirs. die zij Lysken gemaect heeft, half keere en gae tot den Sartroysen by den Berge, daer heer Zeger voirs. profest is; en die ander helft totten goidshuse daer zijn zuster Ariaen profest is, soodat Lijsken geen macht hebben zal die erfelyke goede voors. emmer meer te vertiecen ofte becommeren. Mer wert dat zij jewer profess by Rade der Satroysen, soo sal t erfelyk blyven daer zij profest is. Item bezet zij Adriaen Jan Vryesen dochter, haar nichte, negen vierdelen rogs erfelijk op Marcelyn Montens hoeve leggende tot Tateringen. Item drie veerdelen rogs erfelijk tot Etten. Item 7½ schell groot erfelijk op een huys buyten t eijnde. Item haer deel van den huis en hoeve daar zij in woont, en dat taxeert zij voor een zester rogs erfelijk. De Sartroysen moeten Heylwigen schulden betalen en zij moeten Ariaen voirs. aannemen met haar goed en in een clooster helpen. Wordt haar een klooster te zwaar, dan in een bagijnhof te gaan. Na Adriaens dood komen haar goederen aan de Sartroysen. Doet Adriaen echter haar eigen wil en zin dan wordt het haar gemaakte legaat nietig. Verder is het Heylwigen begeerte dat de 3 schell gr erfelijk op heer Lucas schuer (?) daer zij Lynken tucht of heeft gemaakt, blyven sellen na Lynkens dood aan de H. Geest te Breda. Acta fuerunt hec in domo notarii, sita in vicco de Visschersstrate opidi de Breda

Johanne de Best, decano ecclesie collegiale oppidi Montis S. Geertruidis, Hugemanno Martini, capellano ecclesie de Breda, presbiteris, et Henrico de Peelt, clerico